C-427/21 ALB FILS KLINIKEN
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 28 september 2021Schriftelijke opmerkingen: 14 november 2021
Trefwoorden : arbeidsrecht, overplaatsing van personeel, terbeschikkingstelling van werknemers
Onderwerp :
- Richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid;
Feiten:
Verzoeker is sinds april 2000 in dienst bij verweerster. De privaatrechtelijk georganiseerde verweerster exploiteert een ziekenhuis. Landkreis G (een publiekrechtelijk lichaam) is de verantwoordelijke organisatie en de enige aandeelhouder. Verweerster beschikt niet over een naar nationaal recht vereiste toestemming voor de terbeschikkingstelling van werknemers. Op de arbeidsverhouding van partijen is de CAO voor de openbare dienst in de voor gemeentelijke werkgevers geldende versie (TVöD) van toepassing. In juni 2018 heeft verweerster meerdere afdelingen, waaronder ook de arbeidsplaats van verzoeker, overgedragen aan A Service GmbH. Deze nieuw opgerichte onderneming is voor honderd procent een dochtermaatschappij van verweerster. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de overgang van zijn arbeidsverhouding naar A Service GmbH. Op grond van het bezwaar duurt de tussen verzoeker en verweerster overeengekomen arbeidsverhouding voort met de huidige inhoud. Echter, sinds juni 2018 verricht verzoeker zijn contractueel overeengekomen arbeidsprestatie bij A Service GmbH, die de vakinhoudelijke en organisatorische zeggenschap heeft jegens verzoeker. Het betreft hier een “overplaatsing van personeel”, in de zin van de TVöD. De tewerkstelling van verzoeker bij A Service GmbH is permanent. Verzoeker vordert dat wordt vastgesteld dat hij niet verplicht is zijn contractueel overeengekomen arbeidsprestatie in het kader van een overplaatsing van persoon te verrichten bij A Service GmbH. Hij voert aan dat zijn inzet bij A Service GmbH het Unierecht, specifiek richtlijn 2008/104, schendt. Onder deze richtlijn zijn permanente terbeschikkingstellingen van werknemers onrechtmatig. De lagere rechters hebben deze vordering afgewezen. De verwijzende rechter oordeelt over verzoekers Revision.
Overweging:
Overplaatsing van personeel is naar nationaal recht toegestaan. Dat is uitgezonderd van het Arbeitnehmerüberlassungsgesetz (AÜG), waarbij richtlijn 2008/14 is omgezet. Voor de beslechting van het geding is het doorslaggevend of overplaatsing van personeel in de zin van de TVöD wel terbeschikkingstelling van werknemers in de zin van richtlijn 2008/104 vormt. Wanneer het Hof dat zou bevestigen, is het relevant of het uitzonderen van de overplaatsing van personeel van de werkingssfeer van het AÜG verenigbaar is met richtlijn 2008/104.
Prejudiciële vragen:
1) Is artikel 1, leden 1 en 2, van richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid van toepassing, wanneer – zoals in § 4, lid 3, TVöD is bepaald – taken van een werknemer naar een derde worden verplaatst en deze werknemer, onder voortzetting van de arbeidsverhouding met zijn huidige werkgever, op diens verzoek de contractueel overeengekomen arbeidsprestatie permanent bij de derde moet verrichten en daarbij valt onder de vakinhoudelijke en organisatorische zeggenschap van de derde?
2) Voor zover de eerste prejudiciële vraag bevestigend wordt beantwoord: Is het verenigbaar met de beschermingsdoelstelling van richtlijn 2008/104/EG wanneer, zoals door § 1, lid 3, punt 2b, AÜG, de „overplaatsing van personeel” (Personalgestellung) in de zin van § 4, lid 3, TVöD wordt uitgezonderd van de werkingssfeer van de nationale beschermingsbepalingen bij terbeschikkingstelling van werknemers, zodat deze beschermingsbepalingen niet kunnen worden toegepast op gevallen van „overplaatsing van personeel”?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-681/18 KG; C-216/15 Betriebsrat der Ruhrlandklinik; C-179/14 Commissie/Hongarije; C-49/07 MOTOE
Specifiek beleidsterrein: SZW