C-458/21 CIG Pannonia Eletbiztosito

Contentverzamelaar

C-458/21 CIG Pannonia Eletbiztosito

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    27 september 2021
Schriftelijke opmerkingen:                    13 november 2021

Trefwoorden : btw; vrijstelling; medische verzorging

Onderwerp :

•          Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw-richtlijn)

Feiten:

Een verzekeringsmaatschappij biedt een aantal ziekteverzekerings- en levensverzekeringsproducten aan, waarbij zij zich ertoe verbindt om de verzekerde onder bepaalde voorwaarden medische behandeling in het buitenland te garanderen. De verzekeringsmaatschappij heeft in 2012 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een Spaanse onderneming, die de geneeskundige behandelingen in het buitenland organiseert. De Spaanse onderneming voert geen onderzoeken uit om een diagnose te stellen en past ook geen medische behandeling toe. Op basis van bestaande medische documentatie beoordeelt de onderneming slechts de resultaten van de diagnose-onderzoeken en de behandelingen om te bepalen of het door de verzekering van de cliënt gedekte risico zich heeft voorgedaan. De Spaanse onderneming onderzoekt en beoordeelt dus medische verzorging, die zij soms ook organiseert, zonder deze zelf te verlenen. De verzekeringsmaatschappij heeft de facturen van de Spaanse onderneming betaald, maar heeft geen btw betaald. De Hongaarse belastingdienst stelde vast dat de dienst die de Spaanse onderneming verleent aan de verzekeringsmaatschappij niet voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van btw in het kader van medische dienstverlening. De zaak is uiteindelijk terechtgekomen bij de hoogste rechterlijke instantie van Hongarije (verwijzende rechter)

Overweging:

De verwijzende rechter dient te beslissen of de dienst die de Spaanse onderneming levert aan de verzekeringsmaatschappij een dienst is die vrijgesteld is van btw overeenkomstig artikel 132, lid 1, onder c van de btw-richtlijn. Dit artikel richt zich op medische dienstverlening buiten het ziekenhuis. Het begrip ‘medische verzorging’ in artikel 132, lid 1, onder c van de btw-richtlijn houdt ook verband met diensten die het stellen van diagnosen of de behandeling van ziekten en gezondheidsproblemen en, voor zover mogelijk, de genezing daarvan, als doel hebben. De verwijzende rechter wil weten of de btw-vrijstelling uit artikel 132, lid 1, onder c van btw-richtlijn ook geldt voor een dienst die door een verzekeringsmaatschappij wordt gebruikt om de juistheid te controleren van een diagnose, om de best mogelijke beschikbare (medische) diensten te vinden en om ervoor te zorgen dat de medische behandeling in het buitenland wordt verleend.

Prejudiciële vraag:

Moet artikel 132, lid 1, onder c), van [de btw-richtlijn] aldus worden uitgelegd dat een dienst die door een verzekeringsmaatschappij wordt gebruikt om:

–          de juistheid te controleren van de diagnose van ernstige ziekte die bij een verzekerde particulier is gesteld, en

–          de best mogelijke beschikbare medische diensten te vinden met het oog op de genezing van de verzekerde particulier, en

–          wanneer dit binnen de dekking van de verzekeringspolis valt en de verzekerde hierom vraagt, ervoor te zorgen dat de medische behandeling in het buitenland wordt verleend,

vrijgesteld is van [btw]?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-384/98 (D.); C-141/00; C-371/01 C-212/01 (Unterpertinger); C-156/09 ;  C-262/08; C-48/19 (X); C-657/19; C-91/12 (PFC Clinic); C-581/19 (Frenetikexito)

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal