C-469/19 All in One Star

Contentverzamelaar

C-469/19 All in One Star

Prejudiciële hofzaak


Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik
hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement: 9 augustus 2019
Schriftelijke opmerkingen: 26 september 2019

Trefwoorden : Vrijheid van vestiging, registratie bijkantoor

Onderwerp :

- Artikelen 49 en 54 VWEU

- Richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht

- Elfde richtlijn 89/666/EEG van de Raad van 21 december 1989 betreffende de openbaarmakingsplicht voor in een lidstaat opgerichte bijkantoren van vennootschappen die onder het recht van een andere staat vallen

 

Feiten:

All in One Star Ltd. (verzoekster) is een vennootschap uit de VK die een bijkantoor in Duitsland heeft willen inschrijven in het handelsregister bij het kantoor van inschrijving van het Amtsgericht Frankfurt am Main. Dit verzoek is afgewezen omdat de hoogte van het aandelenkapitaal niet is vermeld en omdat de enig bestuurder van verzoekster niet heeft verklaard dat hij in kennis is gesteld van zijn onbeperkte informatieplicht jegens de rechtbank. Het beroep tegen dit besluit is afgewezen, waartegen verzoeker het onderhavige rechtsmiddel ingesteld heeft.

 

Overweging:

Middels de eerste vraag wil de verwijzende rechter weten of de verplichting tot het vermelden van de hoogte van haar aandelenkapitaal of een vergelijkbare kapitaalwaarde in het verzoek tot inschrijving van een bijkantoor verenigbaar is met artikel 30 van richtlijn 2017/1132. De vraag is in essentie of de rechtspraak geldend voor artikel 2 van richtlijn 89/666 ook geldt voor artikel 30 van richtlijn 2017/1132 (m.n. Inspire Art, C-167/01 óf de lijn genomen door het Hof in innoventif, C-453/04). Middels de tweede vraag wil de verwijzende rechter vernemen of het bezwaar van het kantoor van inschrijving onder de bepalingen van richtlijn 2017/1132 valt, en indien dit niet het geval is, onverenigbaar is met de vrijheid van vestiging.

 

Prejudiciële vragen:

1) Verzet artikel 30 van richtlijn (EU) 2017/1132 zich tegen een nationale regeling op grond waarvan voor de inschrijving in het handelsregister van een bijkantoor van een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de vermelding van het bedrag van het aandelenkapitaal of een vergelijkbare kapitaalwaarde vereist is?

 

2) a) Verzet artikel 30 van richtlijn (EU) 2017/1132 zich tegen een nationale regeling op grond waarvan de bestuurder van de vennootschap bij het verzoek tot inschrijving in het handelsregister van een bijkantoor van een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap met beperkte aansprakelijkheid een verklaring moet afleggen dat op grond van nationaal recht ten aanzien van zijn persoon geen beletsel tegen zijn benoeming bestaat in de vorm van een gerechtelijk of van overheidswege opgelegd beroeps- of handelsverbod, dat geheel of ten dele overeenkomt met het doel van de vennootschap, of in de vorm van een definitieve veroordeling wegens bepaalde strafbare feiten, en dat hij dienaangaande door een notaris, een beoefenaar van een vergelijkbaar juridisch advies verlenend beroep of een consulair functionaris van zijn onbeperkte informatieplicht jegens de rechtbank in kennis is gesteld?

 

b) Indien de tweede vraag, onder a), ontkennend wordt beantwoord:

 

Verzetten de artikelen 49 en 54 VWEU zich tegen een nationale regeling op grond waarvan de bestuurder van de vennootschap bij het verzoek tot inschrijving in het handelsregister van een bijkantoor van een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap met beperkte aansprakelijkheid een dergelijke verklaring moet afleggen?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Centros, C-212/97; Inspire Art, C-167/01; innoventif, C-453/04.

Specifiek beleidsterrein: EZK

Gerelateerde documenten