C-472/24 Zaidimu valiuta

Contentverzamelaar

C-472/24 Zaidimu valiuta

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     22 augustus 2024
Schriftelijke opmerkingen:                     8 oktober 2024

Trefwoorden: BTW, virtuele valuta

Onderwerp: 
-    Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: artikel 135, lid 1, onder e).

Feiten:
Verzoekende partij, vennootschap ‘Žaidimų valiuta’, is door de belastingdienst veroordeeld tot het betalen van btw en een boete. De belastingdienst heeft na een inspectie vastgesteld dat dat verzoekende partij inkomsten verkrijgt door het inkopen en doorverkopen van ‘goud’ in het computerspel Runescape, en hier niet op de juiste manier btw over afdraagt. Verzoekende partij is het niet eens met de beslissing van de belastingdienst, en heeft een klacht ingediend bij de commissie fiscale geschillen. 

Overweging:
Verzoekende partij heeft de inkomsten uit de verkoop van in-game goud behandeld als inkomsten uit de handel in virtuele valuta’s, en het daarmee aangemerkt als inkomsten uit een vrijgestelde activiteit op grond van de nationale btw-wet. De belastinginspectie stelt dat het gaat om het verlenen van diensten en dat het verkopen van in-game goud moet worden beschouwd als een economische activiteit gericht op het genereren van inkomsten, waar wel btw over moet worden betaald. De verwijzende rechter wil duidelijkheid of de verkoop van het goud uit het spel Runescape een van btw vrijgestelde handeling is in de zin van artikel 135, lid 1, onder e), van de btw-richtlijn.

Prejudiciële vragen:
1.1. Is de verkoop van „goud” uit het spel „Runescape” een vrijgestelde handeling in de zin van artikel 135, lid 1, onder e), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: „btw-richtlijn”)? 
1.2. Indien het antwoord op de eerste vraag ontkennend luidt: moet de btw-richtlijn aldus worden uitgelegd dat de belastbare waarde van in-game goud bestaat in de totale tegenprestatie voor de verkoop ervan, of bestaat deze waarde slechts in het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs van het in-game goud, voor zover de handelaar geen afzonderlijke provisie in rekening brengt voor de overdracht ervan?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-385/09 Nidera Handelscompagnie; C-264/14; C-172/96 First National Bank of Chicago

Specifiek beleidsterrein: FIN-Fiscaal

Gerelateerde documenten