C-518/22 AP Assistenzprofis

Contentverzamelaar

C-518/22 AP Assistenzprofis

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     6 oktober 2022
Schriftelijke opmerkingen:                     22 november 2022

Trefwoorden: gelijke behandeling in arbeid en beroep, discriminatie, leeftijd

Onderwerp:

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep

Feiten:

Verweerster biedt personen met een handicap onder meer assistentiediensten op verschillende gebieden van het leven aan. In juli 2018 heeft verweerster een vacature gepubliceerd waarin stond dat A., een 28-jarige studente, op zoek was naar vrouwelijke assistenten op alle gebieden van het dagelijkse leven, die „bij voorkeur tussen 18 en 30 jaar oud zijn”. Verzoekster, die in maart 1968 is geboren, heeft een afwijzing van verweerster op haar sollicitatie voor de gepubliceerde vacature ontvangen. Nadat zij tevergeefs buitengerechtelijke vorderingen had ingesteld, heeft verzoekster tegen verweerster een vordering tot betaling van een schadevergoeding overeenkomstig ingesteld. Verzoekster is van mening dat verweerster haar in de sollicitatieprocedure heeft gediscrimineerd op grond van haar leeftijd, hetgeen in strijd is met de voorschriften van de Duitse algemene wet inzake gelijke behandeling (AGG), en moet verweerster haar derhalve overeenkomstig § 15 AGG een vergoeding betalen. Verweerster is van mening dat een eventueel verschil in behandeling op grond van leeftijd gerechtvaardigd is in het licht van § 8 of § 10 AGG. Assistentie is een hoogst persoonlijke en allesomvattende vorm van begeleiding bij het dagelijks leven, waarbij de persoon die wordt bijgestaan, doorgaans permanent en volledig afhankelijk is van de persoon die assistentie verleent en beiden voortdurend samen zijn. In het onderhavige geval is een bepaalde leeftijd een hoogst persoonlijke voorwaarde om te voorzien in de hoogst persoonlijke behoeften van degene die wordt bijgestaan.

Overweging:

De vraag rijst hoe verzoeksters rechten kunnen worden verzoend met die van een persoon met een handicap. Volgens de bepalingen van richtlijn 2000/78/EG en artikel 21 van het Handvest kan verzoekster, die werkzoekende is, aanspraak maken op effectieve bescherming tegen discriminatie op grond van haar leeftijd. Personen met een handicap die, zoals de 28-jarige studente A., op zoek zijn naar

persoonlijke assistentie, kunnen krachtens artikel 21 van het Handvest aanspraak maken op doeltreffende bescherming tegen discriminatie op grond van hun handicap. Voorts geldt artikel 26 van het Handvest te haren gunste. De verwijzende rechter is dan ook van oordeel dat de wensen van de betrokken persoon met een handicap om, wat persoonlijke assistentiediensten betreft, te worden bijgestaan door iemand van een bepaalde leeftijd en een bepaald geslacht, moeten worden geëerbiedigd, voor zover zij in het afzonderlijke geval passend zijn. Bijgevolg rijst de vraag of het verenigbaar is met de vereisten van richtlijn 2000/78/EG dat personen met een handicap in de procedure voor de aanwerving van een persoonlijke assistent een leeftijdsgebonden voorkeur als selectiecriterium specificeren, hoewel artikel 2, lid 2, onder a), van richtlijn 2000/78/EG directe discriminatie op grond van leeftijd verbiedt.

Prejudiciële vraag:

Kunnen artikel 4, lid 1, artikel 6, lid 1, artikel 7 en/of artikel 2, lid 5, van richtlijn 2000/78/EG – in het licht van de vereisten van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) en artikel 19 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: „UNCRPD”) – aldus worden uitgelegd dat in een situatie als die van het hoofdgeding directe discriminatie op grond van leeftijd kan worden gerechtvaardigd?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: (C-397/18), (C-795/19), (C-188/15), (C-414/16), (C-91/19), (C-499/08), (C-406/15), (C-193/17)

Specifiek beleidsterrein: SZW