C-527/25 Blue Bird Liaison
Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 8 oktober 2025 Schriftelijke opmerkingen: 24 november 2025
Trefwoorden: doeltreffende voorziening in rechte, buitengewoon beroep, aanbesteding
Onderwerp: Richtlijn 89/665 (betreffende overheidsopdrachten): artikel 2, lid 1 , onder c; Handvest: artikel 47, lid 1.
Verzoekende partij werd als tweede geplaatst bij een openbare aanbestedingsprocedure, en is hier tegen in bezwaar en beroep gegaan. In haar buitengewone beroep tot nietigverklaring heeft zij aangevoerd dat de rechter zich niet heeft uitgesproken over alle punten van kritiek op de beslissing, en zij stelt dat de beslissing op het bezwaar een gevolg was van een materiële fout. De nationale rechtspraak is inconsistent over de ontvankelijkheid van een dergelijk buitengewoon beroep. De verwijzende rechter vraagt daarom of het Unierechtelijke beginsel van doeltreffendheid van rechtsmiddelen zich verzet tegen een nationale regeling die geen ondubbelzinnige bepaling bevat omtrent dit buitengewoon beroep.
Prejudiciële vraag: Verzet het Unierecht [in het bijzonder artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn nr. 89/665/EEG houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, en artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie] zich tegen een nationale regeling die niet voorziet in enig rechtsmiddel om op te komen tegen een definitieve rechterlijke beslissing waarbij het beroep van een inschrijver strekkende tot nietigverklaring van een handeling van de aanbestedende dienst is verworpen zonder dat een of meer van de binnen de wettelijke termijn aangevoerde argumenten daadwerkelijk zijn onderzocht?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-303/22 CROSS Zlín a.s. tegen Úřad pro ochranu hospodářské soutěže; C-100/12 Fastweb.
Specifiek beleidsterrein: JenV; EZ