C-528/25 Firmenauskunft PUR
Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 30 september 2025 Schriftelijke opmerkingen: 16 november 2025
Trefwoorden: telecommunicatie, ongevraagde overeenkomsten, onrechtmagie daad, doeltreffendheid
Onderwerp: Richtlijn 2002/58/EG (betreffende privacy en elektronische communicatie, hierna: ePrivacyrichtlijn): artikel 13, lid 3 en lid 5.
Deze zaak betreft een geschil over een telefonisch gesloten overeenkomst, waarbij een bedrijf zonder voorafgaande toestemming werd benaderd voor een vermelding in een bedrijvengids tegen betaling. Er werd afgesproken dat het bedrijf voor drie jaar zou worden vermeld. Na een hogere factuur dan afgesproken, betwist verweerder de geldigheid van de overeenkomst wegens dwaling en gebrek aan toestemming. Volgens de verwijzende rechter moet een ongevraagde overeenkomst die voortvloeit uit een cold call als schade uit onrechtmatige daad worden aangemerkt, omdat er anders afbreuk wordt gedaan aan de doeltreffendheid van artikel 13 van de ePrivacyrichtlijn.
Prejudiciële vragen: Moet het Unierecht, met name artikel 13, lid 3, en lid 5, tweede volzin, van richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (hierna: „ePrivacyrichtlijn”), aldus worden uitgelegd dat de nuttige werking van deze bepalingen vereist dat in het kader van de uitlegging van het nationale recht – in het bijzonder van algemene civielrechtelijke clausules – a) ook natuurlijke personen die als zelfstandige ondernemers werken, als deelnemers tegen ongevraagde marketingoproepen (cold calling) worden beschermd; b) dergelijke oproepen door het nationale recht als onrechtmatige daad worden beschouwd; c) de bescherming tegen overrompeling ook mee binnen de werkingssfeer van de door dergelijke algemene clausules geboden bescherming valt, en d) ongevraagde overeenkomsten die op grond van dergelijke oproepen zijn gesloten, als geleden schade worden aangemerkt?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-105/03
Specifiek beleidsterrein: EZ