C-532/22 Westside Unicat
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 1 november 2022 Schriftelijke opmerkingen: 18 december 2022
Trefwoorden: BTW, diensten, vermakelijkheidsevenementen
Onderwerp:
• Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
• Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van de btw-richtlijn
Feiten:
Verzoekster in eerste aanleg biedt erotische vermakelijkheidsdiensten aan door middel van videochat. Daartoe heeft zij samenwerkingsovereenkomsten gesloten met verschillende natuurlijke personen (performers) die deelnemen aan sessies, en heeft zij een overeenkomst voor uitzending gesloten met StreamRay, een in Nevada, Verenigde Staten, ingeschreven rechtspersoon die een website exploiteert waarop deze sessies toegankelijk zijn voor de eindgebruikers. Ingevolge de overeenkomst voor uitzending, waarin verzoekster in eerste aanleg wordt aangeduid als organisator van de sessies, wordt het originele materiaal van die sessies geüpload naar een website die door StreamRay wordt geëxploiteerd. Verzoekster in eerste aanleg is gecontroleerd door de belastingdienst, om de btw over het tijdvak 01-09-2019–30-06-2020 vast te stellen. Bij die gelegenheid is geconstateerd dat zij inkomsten van in totaal 3 399 056 Roemeense leu (RON) had geregistreerd, op grond van facturen aan StreamRay. Bij de uitreiking van deze facturen heeft verzoekster in eerste aanleg evenwel gemeend dat de aan StreamRay verrichte diensten waren vrijgesteld van btw in Roemenië, aangezien de plaats waar zij werden verricht niet kon worden geacht op het grondgebied van deze lidstaat te liggen. De belastingdienst heeft daarentegen op basis van artikel 278, lid 6, onder b), van het belastingwetboek en het arrest Geelen bepaald dat de diensten in Roemenië zijn verricht, omdat er sprake is van een dienstverrichting in verband met de verlening van toegang tot vermakelijkheidsevenementen en verzoekster in eerste aanleg die evenementen organiseert.
Overweging:
De verwijzende rechter geeft aan dat het hoofdgeding betrekking heeft op de rechtmatigheid van bepaalde fiscale bestuurshandelingen waarbij de verplichting tot betaling van btw is opgelegd voor diensten die verzoekster in eerste aanleg ten behoeve van StreamRay heeft verricht. Bijgevolg moet worden bepaald of deze diensten betrekking hebben op het verlenen van toegang tot vermakelijkheidsevenementen in de zin van artikel 53 van de btw-richtlijn. Gelet op de inhoud van artikel 53 van de btw-richtlijn en de overwegingen van het arrest Geelen, is de verwijzende rechter van oordeel dat de door verzoekster in eerste aanleg verrichte diensten verband lijken te houden met het verlenen van toegang tot vermakelijkheidsevenementen. Artikel 53 van de btw-richtlijn verwijst namelijk niet alleen naar het verlenen van toegang tot vermakelijkheidsevenementen maar ook naar diensten die met het verlenen van die toegang verband houden, zodat een breder scala van diensten wordt bestreken. Aangezien de performers vanaf een locatie in Roemenië deelnemen aan deze sessies en de organisator van deze evenementen ook in Roemenië is gevestigd, is Roemenië de plaats waar deze evenementen daadwerkelijk plaatsvinden in de zin van artikel 53 van de btw-richtlijn.
Prejudiciële vragen:
1) Moet artikel 53 van de btw-richtlijn aldus worden uitgelegd dat het ook van toepassing is op diensten als die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, namelijk diensten die de videochatstudio ten behoeve van de website-exploitant verricht in de vorm van interactieve erotische sessies die worden gefilmd en rechtstreeks worden uitgezonden via internet (live streaming van digitaal materiaal)?
2) Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, is dan voor de uitlegging van de zinsnede „de plaats waar deze evenementen daadwerkelijk plaatsvinden”, die is vervat in artikel 53 van de btw-richtlijn, de plaats waar de performers voor de webcam verschijnen, de plaats waar de organisator van de sessies is gevestigd, de plaats waar de gebruikers de beelden bekijken of nog een andere plaats relevant?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: (C-568/17)
Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal