C-541/15 Freitag

Contentverzamelaar

C-541/15 Freitag

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   4 december 2015
Concept schriftelijke opmerkingen:       20 december 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   20 januari 2016
Trefwoorden: burgerschap; non-discriminatie; naamsverandering (burgerlijke stand)

Onderwerp: VWEU artikel 18 (non-discriminatie); artikel 20 (burgerschap); artikel 21 (vrij personenverkeer)

Verzoeker is kind van ROE onderdanen en geboren in 1986 met familienaam Pavel. Zijn ouders (partijen in het geding) zijn gescheiden, waarna de moeder hertrouwt met een DUI onderdaan (Freitag). Verzoeker is in mei 1997 door zijn stiefvader geadopteerd en verwerft daarmee ook de DUI nationaliteit. Sindsdien draagt hij de familienaam Freitag. Bij beschikking van 09-07-2013 wordt verzoekers naam in ROE op zijn verzoek opnieuw veranderd in Pavel. Verzoeker woont op dat moment in DUI. Hij wendt zich tot de BS van Wuppertal en verzoekt op vertoon van zijn ROE paspoort met de gewijzigde naam om erkenning van de naamsverandering in DUI. BS legt dit verzoek voor aan de verwijzende rechter omdat zij twijfelen of deze wijziging kan worden doorgevoerd. Volgens de DUI regeling voldoet verzoeker aan de voorwaarden met uitzondering van het vereiste dat hij zijn woonplaats in de EULS dient te hebben waar de naamswijziging is gehonoreerd.

Volgens de verwijzende DUI rechter (Amtsgericht Wuppertal) kan de DUI regeling geen toepassing vinden. Deze is destijds aangepast met name naar aanleiding van de zaak Grunkin et Paul. De vraag is dan ook of er op grond van VWEU artikelen 18 en 21 een verplichting bestaat tot erkenning over te gaan, aangezien in casu verzoeker door zijn dubbele nationaliteit een band heeft met de andere EULS. Hij legt de volgende vraag voor aan het HvJEU:
„Moeten de artikelen 18 VWEU en 21 VWEU aldus worden uitgelegd dat de autoriteiten van een lidstaat verplicht zijn om de naamsverandering van een van hun onderdanen te erkennen als deze persoon tegelijk onderdaan is van een andere lidstaat en in die lidstaat zijn oorspronkelijke, bij zijn geboorte gekregen familienaam (opnieuw) heeft verworven door een naamsverandering die niet gepaard gaat met een wijziging van zijn familierechtelijke status, ofschoon de betrokkene deze naam niet tijdens een gewoon verblijf in de andere lidstaat heeft verworven en deze naam hem op zijn verzoek is verleend?”
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-353/06 Grunkin et Paul
Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten