C-559/16
Prejudiciële hofzaak Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie Termijnen: Motivering departement: 27 december 2016 Concept schriftelijke opmerkingen: 12 januari 2017 Schriftelijke opmerkingen: 12 februari 2017 Trefwoorden: luchtvaart; compensatie luchtpassagiers; begrip ‘afstand’ Onderwerp: - Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (Pb L 46, blz. 1). Verzoeksters vorderen een (aanvullend bedrag aan) compensatie van elk € 150 van verweerster Brussels Airlines. Zij hebben bij verweerster een vlucht voor 22-09-2015 geboekt van Rome naar Brussel en aansluitend een vlucht naar Hamburg. Verzoeksters melden zich tijdig bij de gate maar de vlucht loopt vertraging op: vertrek om 13.22 in plaats van geplande 10.25 uur. De aansluitende vlucht werd daardoor niet gehaald en dat levert na aankomst om 18.35 (in plaats van 14.45) een vertraging op van meer dan drie uur. Het recht op compensatie voor de vertraging is door verweerster gehonoreerd door aan verzoeksters ieder € 250 uit te betalen, maar verzoeksters vorderen nu het restant van hun claim van elk € 400. Het geschil gaat om de afgelegde afstand. Verzoeksters stellen dat de afstand van de werkelijk afgelegde route telt (via Brussel = 1656 km) maar verweerster hanteert voor het begrip ‘afstand’ in artikel 7.1 van Vo. 261/2004 de rechtstreekse afstand tussen punt van vertrek en aankomst (‘de grote cirkelmethode’ = 1326 km). Zij verwijst hiervoor naar de richtsnoeren van de EURCIE tot uitlegging van de Vo., punt 4 onder D en C en naar een uitspraak van het Landgericht Landshut van 16-12-2015. De verwijzende DUI rechter (Amtsgericht Hamburg) stelt vast dat uitspraak in deze zaak afhankelijk is van de uitleg van het begrip ‘afstand’ in artikel 7.1 van de Vo. en legt het HvJEU de volgende vraag voor: “Dient artikel 7, lid 1, tweede zin, van verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: luchtreizigersverordening) aldus te worden uitgelegd dat met het begrip „afstand” uitsluitend de volgens de grote cirkelmethode vast te stellen rechtstreeks afstand tussen het vertrekpunt en de eindbestemming wordt bedoeld, ongeacht de werkelijk afgelegde vliegroute?” Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Specifiek beleidsterrein: IenM en EZ