C-565/22 Verein fur Konsumenteninformation 

Contentverzamelaar

C-565/22 Verein fur Konsumenteninformation 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     14 oktober 2022
Schriftelijke opmerkingen:                     30 november 2022

Trefwoorden: consumenten, herroepingsrecht, commerciële contracten

Onderwerp: Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten

Feiten:

Verzoekster is een vereniging voor de behartiging van consumentenbelangen in de zin van de Oostenrijkse wet op de consumentenbescherming. Verweerster exploiteert onlineleerplatforms voor scholieren. Zij biedt haar diensten via internet ook aan op het gehele grondgebied van Oostenrijk en treedt in het kader van haar bedrijfsuitoefening regelmatig in commercieel contact met consumenten, die hun woonplaats of gewone verblijfplaats in Oostenrijk hebben. Verweerster sluit met de consumenten overeenkomsten, waarop zij haar algemene voorwaarden van toepassing verklaart. In deze algemene voorwaarden is bepaald dat een abonnement bij de eerste boeking ervan op het platform vanaf het sluiten van de overeenkomst 30 dagen lang gratis kan worden getest en op elk moment met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd, dat het abonnement pas na afloop van deze 30 dagen hoeft te worden betaald en dat de tijdens het boekingsproces overeengekomen abonnementsperiode begint te lopen indien niet binnen deze 30 dagen wordt opgezegd. Verzoeker vordert dat verweerster wordt verplicht om „in het economisch verkeer met consumenten hen in geval van verlenging van een op afstand gesloten overeenkomst voor bepaalde duur op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren over de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor de uitoefening van het herroepingsrecht”. Zij is van mening dat uit de bewoordingen van artikel 9 van de richtlijn niet valt op te maken dat het herroepingsrecht enkel geldt voor de eerste keer dat een overeenkomst wordt gesloten. Verweerster heeft verzocht om de stakingsvordering van verzoekster af te wijzen. Volgens haar riepen de voorziene automatische abonnementsverlengingen geen nieuw herroepingsrecht voor de consument in het leven en hoefde zij hem daarover derhalve ook niet te informeren.

Overweging:

De beslechting van het geding hangt in beslissende mate af van de uitlegging van artikel 9, lid 1, van de richtlijn, die op haar beurt bepalend moet zijn voor de uitlegging van § 11, lid 1, van de wet inzake op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (FAGG). Blijkens de wetsgeschiedenis van § 11 FAGG is het herroepingsrecht niet beperkt tot de eerste sluiting van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, maar kunnen ook de verlenging van een bestaande, maar voor bepaalde duur gesloten overeenkomst of de inhoudelijke wijziging van een bestaande overeenkomst, indien deze op afstand of buiten verkoopruimten zijn gesloten, onder de FAGG vallen en aldus leiden tot een herroepingsrecht voor de consument wat betreft de overeengekomen verlenging of wijziging van de overeenkomst. In de literatuur wordt betwijfeld of de automatische verlenging van een overeenkomst op afstand opnieuw een herroepingsrecht in het leven roept. Er wordt op gewezen dat artikel 6, lid 1, onder o), van de richtlijn slechts voorziet in een verplichting tot het verstrekken van informatie over „de duur van de overeenkomst, voor zover van toepassing, of, wanneer de overeenkomst van onbepaalde duur is of automatisch verlengd wordt”, maar dat er in deze bepaling geen sprake is van een herroepingsrecht of het verstrekken van informatie hierover, ofschoon deze de automatische verlenging van een overeenkomst betreft. Bovendien wordt betwist dat de automatische verlenging een (tweede) „overeenkomst op afstand” in de zin van artikel 2, punt 7, van de richtlijn zou betekenen.

Prejudiciële vraag:

Moet artikel 9, lid 1, van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten aldus worden uitgelegd dat de consument in geval van „automatische verlenging” [artikel 6, lid 1, onder o), van de richtlijn] van een op afstand gesloten overeenkomst opnieuw een herroepingsrecht heeft?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Sparkasse Südholstein (C-639/18)

Specifiek beleidsterrein: EZK

Gerelateerde documenten