C-567/23 BG Technik II
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak , en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 31 oktober 2023 Schriftelijke opmerkingen: 17 december 2023
Trefwoorden: mobiliteitsscooter, goederenkenmerken, invoerrecht
Onderwerp:
- Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1367 van de Commissie van 6 augustus 2021 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
Feiten:
Op 1 november 2021 heeft de verzoekende partij, BG Technik cs, a.s., een douaneaangifte ingediend en daarbij verzocht mobiliteitsscooters toe te laten tot het vrije douaneverkeer. Verzoekster heeft de ingevoerde scooters in het kader van haar aangifte ingedeeld onder GN-postonderverdeling 8703 90 00, waarvoor een invoerrecht van 0% geldt. De verwerende partij, het douanekantoor, heeft geconcludeerd dat de voorgestelde tariefindeling onjuist is en de scooters onder GN-postonderverdeling 8703 10 18 moeten worden ingedeeld, waarbij invoerrecht van 10% moet worden toegepast. De verzoekster heeft beroep bij de bestuursrechter ingesteld en onder meer aangevoerd dat uitvoeringsverordening 2021/1367 niet bindend is ten aanzien van de betreffende scooter en derhalve niet van toepassing is. Verzoekster acht het optreden van het douanekantoor onrechtmatig en stelt dat het douanekantoor een situatie heeft gecreëerd waarin verzoekster geen speelruimte heeft om kenmerken en kenmerkende eigenschappen aan te geven die het gebruik van haar scooter door invalide personen mogelijk maken. Volgens de verwerende partij was er geen andere keuze dan de ingevoerde scooters overeenkomstig verordening 2021/1367 in te delen, een aanvullend invoerrecht te heffen en daartoe het bestreden besluit te geven.
Overweging:
De verwijzende rechter vraagt zich af of een lidstaat verordening 2021/1367 ook dient toe te passen in een situatie waarin de scooter uit hoofde van zijn kenmerken en het gebruik ervan in de nationale documenten als invalidenwagen wordt aangemerkt. De onderzochte verordening 2021/1367 vermeldt expliciet de goederenkenmerken die niet kunnen worden beschouwd als kenmerken die een handicap verlichten in de zin van het toegepaste douanetarief, wat in strijd is met het beginsel dat goederen moeten worden beoordeeld op grond van hun beoogde gebruik. De toepassing van verordening 2021/1367 leidt volgens de verwijzende rechter tevens tot strijdigheid met het Verdrag van de VN inzake de rechten van personen met een handicap, met name artikel 20 van het verdrag. Het feit dat bij de opstelling van verordening 2021/1367 een goederenbeschrijving is gehanteerd die identiek is aan die van de scooter, alsook een beschrijving van alle kenmerken ervan, met inbegrip van die waarin het beoogde gebruik van de scooter door invalide personen expliciet wordt vermeld, sluit volgens de verwijzende rechter in werkelijkheid uit dat de conclusies van het arrest Invamed worden toegepast. De verwijzende rechter stelt dat de toepassing van verordening 2021/1367 de rechten van personen met een handicap beperkt, namelijk omdat de onderzochte verordening uitdrukkelijk melding maakt van de goederenkenmerken die niet kunnen worden geacht een handicap te verlichten, wat volledig in strijd is met de gewenste drijfveer van bedrijven die mobiliteitshulpmiddelen vervaardigen.
Prejudiciële vragen:
Kan een elektrische mobiliteitsscooter met de volgende kenmerken:
– twee assen met een aangedreven achteras,
– twee sets banden met grotere achterbanden die dienstdoen als kantelbeveiliging, – de scooter wordt bestuurd met behulp van een gesloten ovaalvormig stuurwiel dat is gemonteerd op een afzonderlijke stuurkolom, is uitgerust met bedieningsonderdelen en is aldus ontworpen dat de scooter kan worden bestuurd met één hand en dat zijn snelheid met één hand kan worden geregeld,
– de scooter is uitgerust met een elektromagnetische achterwielrem,
– de afmetingen van de scooter bedragen 122 x 63 x 125 cm (lengte x breedte x hoogte) – de hoogte staat aangegeven op de rugleuning van de bestuurdersstoel,
– een verstelbare en draaibare zitting met armsteunen, – een horizontaal platform dat de voor- en achtergedeelten van de scooter verbindt,
– een elektromotor met een vermogen van 800 W waarmee de scooter een maximumsnelheid van 15 km/uur haalt en per oplaadbeurt 45 km kan afleggen, in strijd met de bewoordingen van uitvoeringsverordening (EU) 2021/1367 van de Commissie van 6 augustus 2021 worden ingedeeld onder [postonderverdeling] 8713 90 00 van de gecombineerde nomenclatuur?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-198/15 Invamed Group e.a.; C-12/10 Lecson Elektromobile
Specifiek beleidsterrein: FIN, VWS