C-596/23 Pohjanri 

Contentverzamelaar

C-596/23 Pohjanri 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak , en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    14 november 2023
Schriftelijke opmerkingen:                    31 december 2023

Trefwoorden: accijnzen, afstandsverkopen, alcoholhoudende dranken

Onderwerp: Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG: artikel 7, artikel 31, lid 1 en artikel 36.

Feiten:

De in Duitsland gevestigde verzoekster, onderneming B UG, beheerde een website waarop klanten in een webwinkel alcoholhoudende dranken konden verkrijgen. De douane nam in Finland een voor particulier A bestemde zending in beslag die door verzoekster vanuit Duitsland naar Finland was verzonden. De zending is in beslag genomen om vast te stellen of bij de invoer van de alcoholhoudende dranken de bepalingen van de accijnswet waren nageleefd. De belastingdienst heeft op de website van verzoekster onder meer informatie verkregen over betalen van belasting, leveringsvoorwaarden en vervoerskosten. In 2021 legde de belastingdienst de verzoekster een aanslag voor de in beslag genomen alcoholische dranken belasting op alcohol en alcoholhoudende dranken op alsook een belastingtoeslag en boeterente. Op basis van de in het geding verkregen informatie stelde de belastingdienst vast dat de goederen rechtstreeks of onrechtstreeks door verzoekster of voor diens rekening naar Finland zijn verzonden of vervoerd. Volgens de belastingdienst heeft verzoekster zodoende als afstandsverkoper gehandeld en was zij gehouden om in Finland accijns te betalen. Verzoekster heeft bij de belastingdienst bezwaar gemaakt tegen de belastingaanslag, die de belastingdienst heeft afgewezen. Verzoekster heeft tegen de beslissing van de belastingdienst beroep ingesteld bij de bestuursrechter in Finland. Zij verzocht onder meer om nietigverklaring van de beslissing en om intrekking van alle jegens haar vastgestelde belastingen op alcohol en alcoholhoudende dranken.

Overweging:

Volgens de verwijzende rechter moet worden verduidelijkt of verzoekster op zodanige wijze betrokken was bij het vervoer van de alcoholhoudende dranken die zij naar Finland heeft verkocht en die in Duitsland tot verbruik waren uitgeslagen, dat zij in Finland in haar hoedanigheid van afstandsverkoper van de goederen als accijnsplichtig moet worden aangemerkt. De rechtspraak van het Hof geeft geen antwoord op de vraag hoe de uitdrukking „door de verkoper of voor diens rekening rechtstreeks of onrechtstreeks naar een andere lidstaat [...] verzonden of vervoerd” in artikel 36, lid 1, van richtlijn 2008/118 moet worden uitgelegd. De verwijzende rechter stelt dat met name moet worden beoordeeld of de verkoper rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken was bij het vervoer van de goederen naar een andere lidstaat in de zin van artikel 36, lid 1, van richtlijn 2008/118, wanneer op de website van de verkoper, via welke de accijnsgoederen zijn verkocht aan een in een andere lidstaat gevestigde koper, onder meer verschillende transportbedrijven zijn genoemd en gegevens met betrekking tot de door de kopers verschuldigde vervoerskosten zijn vermeld.

Prejudiciële vragen:

1) Verzet richtlijn 2008/118/EG, met name artikel 36 inzake afstandsverkopen, zich tegen een nationale uitlegging van het recht, die inhoudt dat een in een andere lidstaat gevestigde verkoper van accijnsgoederen wordt geacht betrokken te zijn bij het vervoer van de goederen naar de lidstaat van bestemming en in laatstgenoemde lidstaat wegens afstandsverkopen als accijnsplichtig wordt beschouwd, alleen omdat deze verkoper op zijn website de koper ertoe aanspoort gebruik te maken van een bepaald transportbedrijf?

2) Heeft de verkoper accijnsgoederen als bedoeld in artikel 36, lid 1, van richtlijn 2008/118/EG rechtstreeks of onrechtstreeks naar een andere lidstaat verzonden of vervoerd en was hij over afstandsverkopen in de zin van deze richtlijn belasting verschuldigd, wanneer op de website van de verkoper bepaalde transportbedrijven aanbevolen worden alsmede informatie over de door de koper te betalen vervoerskosten worden vermeld en de vervoerskosten in rekening worden gebracht door een transportbedrijf waaraan de informatie over de te vervoeren goederen is doorgegeven zonder tussenkomst van de koper? Is de omstandigheid dat de koper een afzonderlijke overeenkomst betreffende het vervoer van de goederen heeft gesloten met het transportbedrijf dat op de website van de verkoper is vermeld, relevant voor de beoordeling van deze vraag?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten