C-617/24  Siegfried PharmaChemikalien

Contentverzamelaar

C-617/24  Siegfried PharmaChemikalien

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    12 november 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    29 december 2024

Trefwoorden: bevoegdheidsdelegatie, douanewetboek

Onderwerp: 
-    Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie: artikel 172, leden 1 en 2;
-    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.

Feiten:
Verzoekende partij is ‘Siegried PharmaChemicakalien’ en verwerende partij is de douane. Verzoekende partij heeft op 14 december 2018 bij de douane een vergunning aangevraagd voor de regeling actieve veredeling ten aanzien van uit China ingevoerde goederen. Bij de aanvraag moest een vragenlijst worden ingevuld, wat zij in februari 2019 nog steeds niet gedaan had. Op 12 april 2021 heeft verzoekende partij gevraagd om een vergunning met terugwerkende kracht, en op 21 mei 2011 heeft zij de door haar ingevulde delen II en III van de vragenlijst toegezonden. De douane heeft het verzoek afgewezen, omdat nog steeds niet de gehele vragenlijst was ingevuld en de economische noodzaak niet was aangetoond.

Overweging:
De verwijzende rechter betwijfelt of artikel 172, leden 1 en 2, van de gedelegeerde verordening 2015/2446 verenigbaar is met het Unierecht. De verlening van een gedelegeerde bevoegdheid is, aldus de verwijzende rechter, alleen bedoeld voor de vaststelling van regels die aansluiten bij de in de basiswetgevingshandeling vastgestelde regeling. De Commissie heeft zich voor de vaststelling van artikel 172, leden 1 en 2, van gedelegeerde verordening 2015/2446 gebaseerd op artikel 24, onder d), van het douanewetboek. Twijfelachtig is het volgens de verwijzende rechter of de regels van artikel 172, leden 1 en 2, van de verordening aansluiten bij de in de basiswetgevingshandeling vastgestelde regeling, omdat het Europees parlement en de Raad niet in artikel 211, lid 2 van het douanewetboek geregeld hebben tot welke datum de douaneautoriteiten een vergunning met terugwerkende kracht mogen verlenen. 

Prejudiciële vragen:
Is artikel 172, leden 1 en 2, van gedelegeerde verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB 2013, L 343, blz. 1) geldig? 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C 427/12 Commissie/Parlement en Raad; C-286/14 Parlement/Commissie; C-696/15 P Tsjechische Republiek/Commissie; C-391/19 Unipack; C-825/19 Beeren-, Wild-, Feinfrucht; C-210/22.

Specifiek beleidsterrein: BZ; Fin-fiscaal

Gerelateerde documenten