C-629/24 Costa Crociere e.a.

Contentverzamelaar

C-629/24 Costa Crociere e.a.

Prejudiciële hofzaak    

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    25 november 2024
Schriftelijke opmerkingen:                    11 januari 2025

Trefwoorden: pakketreis, aansprakelijkheid, cruise

Onderwerp:  Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen: artikel 2, artikel 3, lid 1, artikel 7 en bijlage I.

Feiten:
Een van de verwerende partijen is ‘DM’. Zij kocht van Croisière Club een pakketreis bestaande uit een cruise langs Griekse eilanden voor 30 maart tot en met 11 april 2016 voor zichzelf en DI. De reis vond plaats met een schip van een van de verzoekende partijen, Costsa Crociere. Op 30 maart 2016 kwam DI ten val na een duw op het schip. Door de val heeft zij een fractuur van de linker humeruskop opgelopen. DI en DM hebben Costsa Crociere en Croisière Club gedagvaard wegens aansprakelijkheid en tot schadevergoeding. Er is beroep ingesteld tegen het vonnis voor zover daarin is geoordeeld dat de organisator van deze pakketreis van rechtswege aansprakelijk was.

Overweging:
Verordening 392/2009 ziet op de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen. Het is de vraag of deze verordening ook van toepassing is op de organisator van zeecruises die de kenmerken van een pakketreis hebben, omdat pakketreizen onder het toepassingsgebied van richtlijn 90/314 valt.

Prejudiciële vragen:
1) Moeten de artikelen 2, 3, lid 1, en 7, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen, en bijlage I daarbij, aldus worden uitgelegd dat zij de aansprakelijkheid regelen van een zeevervoerder die de exploitant is van een cruise met de kenmerken van een pakketreis in de zin van richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten? 
2) Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, regelen deze bepalingen van de verordening de aansprakelijkheid van deze exploitant uitsluitend indien het persoonlijk letsel verband houdt met vervoer over zee?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: -

Specifiek beleidsterrein: EZ; IenW

Gerelateerde documenten