C-649/13 Comité d'entreprise de Nortel Networks ea

Contentverzamelaar

C-649/13 Comité d'entreprise de Nortel Networks ea

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   3 februari 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   20 februari 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   20 maart 2014
Trefwoorden: insolventieprocedures; bevoegde rechter

Onderwerp
Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures (Pb L 160, blz. 1);

Nortel Networks is een groep ondernemingen met een Canadese moeder. In januari 2009 besluit de High Court of Justice, Londen, een hoofdinsolventieprocedure naar Engels recht geopend conform Vo. 1346/2000. Bij de vestiging in FRA (van verzoekster), waartegen dan al een faillissementsprocedure is geopend en een vereffenaar is benoemd, leidt dit tot sociale onrust. In juli 2009 wordt een protocol van overeenstemming bereikt over vertrekpremies voor de werknemers. Uitbetaling daarvan zal naar verwachting vanaf mei 2011 kunnen plaatsvinden omdat dan weer een positief saldo op de bankrekening van Nortel wordt verwacht. Maar dat gebeurt niet en in mei 2011 krijgt de vereffenaar een betalingsherinnering. Zijn reactie is dat de middelen ontoereikend zijn door verrekeningen binnen de bedrijvengroep; in New York is beslag gelegd op de positieve baten van verzoekster. De werknemers besluiten in juni 2011 een procedure te starten. Zij zijn van mening dat het betalen van de vertrekpremies niet wordt belemmerd door de kostenoverdracht binnen de bedrijvengroep.

Voor de verwijzende FRA rechter (Handelsrechtbank Versailles) ligt de vraag of hij bevoegd is uitspraak te doen op de vordering van verzoekers. Dat hangt met name af van de betekenis van artikel 2, sub g. Hij stelt het HvJEU de volgende vraag:
„Is de rechter van de staat waar een secundaire procedure is geopend, bij uitsluiting of samen met de rechter van de staat waar de hoofdprocedure is geopend, bevoegd om vast te stellen welke goederen van de schuldenaar binnen de reikwijdte van de gevolgen van de secundaire procedure overeenkomstig de artikelen 2, sub g, 3, lid 2, en 27 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures vallen, en is in geval van exclusieve of gedeelde bevoegdheid het recht van de hoofdprocedure dan wel van de secundaire procedure van toepassing?”

Specifiek beleidsterrein: V&J mede SZW

Gerelateerde documenten