C-687/19 Ryanair

Contentverzamelaar

C-687/19 Ryanair

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement: 6 november 2019
Schriftelijke opmerkingen: 23 december 2019

Trefwoorden : schadevergoeding; luchtvaart; psychisch letsel

Onderwerp :

• Verordening 889/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 houdende wijziging van verordening 2027/97/EG van de Raad betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen;

• Verdrag van Montreal van 28 mei 1999 tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer;

 

Feiten:

Op 25-02-2015 is verweerster in Barcelona ingestapt voor een vlucht naar Charleroi. Zij was vergezeld door haar kind van 9 maanden oud. Terwijl het vliegtuig boven de Pyreneeën vloog, kwam het vliegtuig in hevige turbulentie terecht, waardoor twee bemanningsleden gewond zijn geraakt: een stewardess is tegen het plafond geslingerd en een andere is gewond geraakt aan haar enkel toen zij geraakt werd door een cateringwagentje. Het vliegtuig is omgeleid naar Bordeaux zodat de twee gewonden konden worden verzorgd. Het vliegtuig is uiteindelijk met vijf uur vertraging geland op Charleroi. Verweerster betoogt dat zij door die gebeurtenissen erg geschrokken is en lijdt aan een posttraumatische stresssyndroom. Zij vordert van verzoekster een vergoeding tot die schade. Verzoekster overweegt dat posttraumatische stress, die door de verweerster wordt aangevoerd, geen „lichamelijk letsel” is in de zin van het Verdrag van Montreal. Hieromtrent voert verzoekster aan dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van het verdrag blijkt dat „psychisch letsel” bewust niet is toegevoegd aan dit verdrag. Deze gemaakte keuze door de internationale wetgever heeft tot doel om de deur dicht te houden voor ongepaste vorderingen tot schadevergoeding van passagiers die claimen door het gebruik van een vervoersmiddel een psychologisch ongemak van welke aard dan ook te hebben geleden. Verweerster beroept zich op de zaken v. Delta Airlines van de United States Supreme Court waaruit volgt dat stress ook fysieke klachten teweeg kan brengen.

 

Overweging:

Verweerster geeft aan dat tijdens de onderhandelingen over de tekst van het Verdrag van Montreal, de Amerikaanse vertegenwoordigers, evenals die van Zweden en Noorwegen, uitdrukkelijk het begrip „psychisch letsel” wilden toevoegen. Zij stuitten echter op verzet van een groot aantal vertegenwoordigers van andere landen, die dit niet nodig vonden omdat het begrip „psychisch letsel” volgens hen reeds inbegrepen was in de term „lichamelijk letsel”. De verwijzende rechter vraagt zich derhalve af of psychisch letsel in aanmerking komt voor een schadevergoeding op grond van artikel 2, lid 2, van verordening nr. 889/2002 en daarmee ook artikel 17, lid 1, van het Verdrag van Montreal.

 

Prejudiciële vragen:

Dienen artikel 2, lid 2, van verordening (EG) nr. 889/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 houdende wijziging van verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen, en dus ook artikel 17, lid 1, van het Verdrag van Montreal van 28 mei 1999 tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, aldus te worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat een psychisch letsel, zoals posttraumatische stress, in aanmerking komt voor een op basis van die bepalingen toegekende schadevergoeding?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: v. Delta Airlines van de United States Supreme Court

Specifiek beleidsterrein: IenW