C-71/17

Contentverzamelaar

C-71/17

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:   31 maart 2017
Concept schriftelijke opmerkingen:       17 april 2017
Schriftelijke opmerkingen:                   17 mei 2017

Trefwoorden: motorrijtuigenverzekering; wettelijke aansprakelijkheid (groene kaart)

Onderwerp: - richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 mei 2000 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en houdende wijziging van de richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG van de Raad (Vierde richtlijn motorrijtuigenverzekering) (Pb 2000, L 181, blz. 65)
- Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 houdende wijziging van de richtlijnen 72/166/EEG, 84/5/EEG, 88/357/EEG en 90/232/EEG van de Raad en richtlijn 2000/26/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (Pb 2005, L 149, blz. 14);

Verzoeker komt 12-08-2007 met de door hem bestuurde auto, niet zijn eigendom, onbedoeld in aanraking met een personenauto met LUX kentekenplaat, bestuurd door en in eigendom van een POR medeburger. Verzoeker raakt daarbij gewond. In de loop van het geding wordt vastgesteld dat de bestuurder van de in LUX geregistreerde auto aansprakelijk is voor de aanrijding, en wordt de herstelschade van zowel verzoeker als de auto vastgesteld. De auto van de tegenpartij is (op datum ongeval) verzekerd bij de LUX verzekeraar Vivium Assurances.

Verzoeker dient jegens verweerder Gabinete Português de Carta Verde (het nationaal beheersorgaan inzake verzekeringscertificaten) een declaratoire rechtsvordering ingesteld met verzoek verweerder te veroordeling tot een schadevergoeding wegens materiële en immateriële schade vanaf datum ongeval. Verweerder behartigt in POR de belangen van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen en beheersorganen, en heeft als belangrijkste functie het behartigen van belangen van slachtoffers van ongevallen in POR van bij aansprakelijk gestelde buitenlandse maatschappijen POR verzekerden. Op grond van de POR wet is de ‘groene kaart’ als bewijs van verzekering aangemerkt. De rechter in eerste aanleg kent de gevraagde schadevergoeding toe. In beroep wordt het bedrag gematigd tot het in de POR wet verplicht verzekerde kapitaal van € 600.000 per schadegeval, waarna verzoeker in hoger beroep gaat bij de verwijzende rechter.

De verwijzende POR rechter (Rb Limoges) stelt vast dat op grond van de POR wet verweerder het wettelijk maximum van uit te keren bedrag € 600.000 niet kan overschrijden. In de polis van de LUX verzekeraar is geen maximum uit te keren bedrag opgenomen. De polis voorziet in een aansprakelijkheid voor meer dan het minimale verzekerde kapitaal en dekt alle schade waarvoor vergoeding wordt gevraagd. De verwijzende rechter ziet geen grondslag in POR recht om het aansprakelijkheidsbedrag te verruimen, maar vraagt zich af of de beperking in de POR regelgeving verenigbaar is met de EUR richtlijnen op dit gebied. Hij stelt hij het HvJEU de volgende vragen:

A. Sorteert de in Luxemburg afgesloten verzekering rechtsgevolgen in Portugal, alsof de desbetreffende polis aldaar zou zijn uitgeschreven?
B. Is Gabinete Português de Carta Verde het schadevergoedingsorgaan waarnaar wordt verwezen in artikel 24, lid 1, van richtlijn 2009/103/EG en [...] is Gabinete Português de Carta Verde, als instantie die verantwoordelijk is voor de schadeloosstelling van de benadeelden in de in artikel 20, lid 1, van de richtlijn omschreven gevallen, op dezelfde wijze aansprakelijk als de Luxemburgse verzekeringsonderneming aansprakelijk zou zijn?
C. Volstaat het in casu de vordering te richten tegen het schadevergoedingsorgaan of [...] is het tevens noodzakelijk de vordering te richten tegen de verzekeringsonderneming; is het, ingeval de vordering tegen de verzekeringsonderneming moet worden gericht, [...] mogelijk de vordering in te stellen op de plaats van haar zetel in Luxemburg of [...] moet de vordering worden gericht tegen een vertegenwoordiger van deze maatschappij in Portugal?
D. Tegen wie moet de vordering worden gericht ingeval de verzekeringsonderneming geen vertegenwoordiger in Portugal heeft, teneinde volledige schadeloosstelling te krijgen indien in een verzekeringspolis is voorzien in onbeperkte wettelijke aansprakelijkheid?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: IenM, VenJ

 

Gerelateerde documenten