C-716/20 RTL Television
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 9 maart 2021 Schriftelijke opmerkingen: 23 april 2021
Trefwoorden : auteursrecht; omroeporganisaties;
Onderwerp :
- Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel;
- Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, gesloten te Rome op 26 oktober 1961;
Feiten:
Verzoeker (RTL Television GmbH) is een omroeporganisatie die radio- en televisie-uitzendingen verzorgt die bestemd zijn voor ontvangst door het grote publiek. Verzoeker verzorgt o.a. uitzendingen van diverse “gratis” televisiezenders (zenders waarvan de ontvangst en het gebruik voor privédoeleinden niet aan licentievergoeding zijn onderworpen) waaronder de zender RTL, wat vooral gericht is op de Duitssprekende bevolking van de Unie. Het is technisch mogelijk – gezien het bereik van het satellietsignaal – om de zender RTL in Portugal te ontvangen. Verweerster Salvor, waarin verweerster Grupo Pestana een directe deelneming van 98,98% heeft, is een Portugese vennootschap die actief is in de hotelsector. Verzoeker betoogt dat sommige van de door verweerster Salvor geëxploiteerde hotels hun gasten sinds 2014 de mogelijkheid bieden om af te stemmen op de zender RTL, omdat zij het signaal opvangen met een schotelantenne en dit via een netwerk van coaxkabels doorgeven aan de in de hotelkamers geïnstalleerde televisietoestellen. Wat de ontvangst en het gebruik van dit signaal door kabeltelevisie-exploitanten of hotels betreft, is verzoeker van mening dat zij het recht heeft om de doorgifte en mededeling aan het publiek van haar uitzendingen toe te staan, onder de voorwaarden die zij passend acht, of te verbieden, aangezien zij hiertoe gewoonlijk licentieovereenkomsten sluit. De rechter in eerste aanleg heeft geoordeeld dat de doorgifte van de zender RTL door verweerster Salvor in de kamers van haar hotels geen schending oplevert van de bepalingen van het CDADC (Portugees wetboek op auteursrechten) omdat het geen omroeporganisatie betreft. Het hierop ingestelde beroep door verzoeker werd verworpen. Verzoeker heeft daarop bij de verwijzende rechter cassatieberoep ingesteld.
Overweging:
De centrale rechtsvraag die in cassatie aan de orde is en waarvan met name afhangt of de vorderingen van verzoeker al dan niet zullen slagen, is, of de doorgifte via de coaxkabel van de uitzendingen van de zender RTL van verzoeker in de kamers van de door verweersters geëxploiteerde hotels een doorgifte van deze uitzendingen vormt waarvoor, op grond van de geldende regeling, de toestemming van de omroeporganisatie is vereist.
Prejudiciële vragen:
1. Moet het begrip „doorgifte via de kabel” in artikel 1, lid 3, van richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 aldus worden uitgelegd dat het niet alleen betrekking heeft op de gelijktijdige uitzending door een omroeporganisatie van een uitzending van een andere omroeporganisatie, maar ook op de gelijktijdige, integrale doorgifte via de kabel aan het publiek (al dan niet door een omroeporganisatie) van een eerste uitzending van radio- of televisieprogramma’s die voor ontvangst door het publiek bestemd zijn?
2. Is de gelijktijdige doorgifte van satellietuitzendingen van een televisiezender, via de coaxkabel, door middel van in hotelkamers geïnstalleerde televisietoestellen, aan te merken als een doorgifte van die uitzendingen in de zin van artikel 1, lid 3, van richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: SGAE C-306/05
Specifiek beleidsterrein: OCW