C-74/16 Congregación de Escuelas Pías Provincia Betania

Contentverzamelaar

C-74/16 Congregación de Escuelas Pías Provincia Betania

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   28 maart 2016
Concept schriftelijke opmerkingen:       14 april 2016
Schriftelijke opmerkingen:                   14 mei 2016
Trefwoorden: staatssteun; overeenkomst SPA / Vaticaan

Onderwerp
- VWEU artikel 107 (staatssteun);
- Overeenkomst tussen de Spaanse Staat en de Heilige Stoel van 3 januari 1979 betreffende economische aangelegenheden

Verzoekster, een kloostergemeenschap, heeft een gebouw in bezit waarin een school is ondergebracht. In maart 2011 vraagt zij de gemeente om toestemming voor renovatie en uitbreiding, om het gebouw geschikt te maken voor bijeenkomsten, cursussen en dergelijke. In april 2011 wordt de gevraagde vergunning verleend. Verzoekster betaalt € 23.730,41 aan Impuesto sobre Construcciones, Instalaciones y Obras (ICIO = belasting op gebouwen, installaties en bouwwerkzaamheden). Vervolgens dient zij bij de gemeente Getafe (verweerster) een verzoek in tot teruggaaf van deze naar haar mening onverschuldigd betaalde belasting; zij zou zijn vrijgesteld op grond van de ‘overeenkomst tussen de Spaanse Staat en de Heilige Stoel van 3 januari 1979 betreffende economische aangelegenheden’. De gemeente wijst het verzoek echter af: de vrijstelling geldt niet voor een activiteit die geen verband houdt met de religieuze doelstellingen van de katholieke kerk. Verzoekster stelt op 21 mei 2014 bestuursrechtelijk beroep in bij de verwijzende rechter. Volgens verzoekster houdt de SPA regeling geen staatssteun in en is zij voldoende duidelijk en nauwkeurig, er behoeven geen vragen aan het HvJEU te worden gesteld. Verweerster haalt eerdere arresten aan van de hoogste SPA rechter waarin is geoordeeld dat de ICIO-vrijstelling uitsluitend geldt voor gebouwen die vrijgesteld zijn van de OZB wegens hun bestemming, namelijk gebouwen waarin activiteiten plaatsvinden die verband houden met de eigenlijke doelen van de katholieke kerk. Zij wijst erop dat de gemeente rekening moet houden met mogelijke staatssteun, gelet op de omvang van de economische activiteiten die de kerk uitoefent. Zij stelt voor een prejudiciële vraag aan het HvJEU voor te leggen

De verwijzende SPA rechter (Admin Rb Madrid) concludeert dat uitleg moet worden gegeven aan de SPA/VAT overeenkomst. ICIO is een indirecte, zakelijke gemeentebelasting die voor de SPA gemeentes veel geld heeft opgeleverd. De vraag rijst dan of de uitzondering (niet betalen ICIO) ook geldt voor activiteiten van de katholieke kerk waarbij het niet gaat om strikt religieuze (maar economische) bedrijvigheid. Het SPA Hooggerechtshof heeft in twee ‘cassatie in het belang der wet’-zaken geoordeeld dat de ICIO niet mocht worden geheven wanneer het duidelijk om gebouwen voor religieuze doeleinden ging. Er volgde een verordening die echter de rechtspraak op alle gebouwen van toepassing verklaarde (waardoor de onduidelijkheid voortduurde). In 2009 is de SPA Vo. gewijzigd: toen werd de OZB erbij betrokken. Maar in een procedure voor het Nationaal Gerechtshof is bepaald dat dit in strijd was met de SPA/VAT overeenkomst; deze uitspraak is in cassatie bevestigd (november 2014).
De vraag is of artikel 107 (staatssteun) van toepassing is in onderhavige zaak. Die vraag legt hij voor aan het HvJEU:
“Verzet artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zich ertegen dat de katholieke kerk wordt vrijgesteld van betaling van de Impuesto sobre Construcciones, Instalaciones y Obras [(ICIO), belasting op gebouwen, installaties en bouwwerkzaamheden] voor werkzaamheden aan gebouwen die bestemd zijn voor economische activiteiten die geen strikt religieus doel hebben?”
Aangehaalde jurisprudentie: C-522/13 Navantia
Specifiek beleidsterrein: EZ

Gerelateerde documenten