C-776/18 Eurowings
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 12 februari 2019
Schriftelijke opmerkingen: 29 maart 2019
Trefwoorden : compensatie luchtreizigers;
Onderwerp :
- Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91;
Feiten:
Verzoekers (UB en TV) hadden een bevestigde boeking voor de vlucht op 06.04.2017 van de luchthaven van München naar de luchthaven van Keulen/Bonn. Volgens de dienstregeling zou de vlucht om 21.00 uur opstijgen en om 22.10 uur landen op de luchthaven van Keulen/Bonn. De vlucht werd op de dag van het geplande vertrek onverwacht geannuleerd. Verzoekers vorderen daarom elk een compensatie van 250,00 EUR. Verweerster (Eurowings) betwist de vordering. Zij beroept zich op artikel 5(1)c)iii) van de verordening. Verweerster heeft verzoekers een alternatieve vlucht voor dezelfde dag aangeboden. Verzoekers zijn omgeboekt naar deze alternatieve vlucht, die volgens de geplande dienstregeling de luchthaven van Keulen/Bonn om 21.40 uur diende te bereiken. De vlucht is echter omgeleid en het vliegtuig is dus niet op de luchthaven van Keulen/Bonn geland, maar om 22.30 uur op de naburige luchthaven van Düsseldorf. De verzoekers dienden de voortzetting van hun reis naar Keulen zelf te organiseren. Verweerster heeft slechts in het algemeen gesteld dat het traject tussen de luchthavens van Keulen/Bonn en Düsseldorf – met gebruikmaking van de diensten van de Deutsche Bahn – ongeveer 1 uur en 3 minuten duurt. Verzoekers zijn het daar niet mee eens. Volgens de verwijzende rechter is deze bewering van verweerster overeenkomstig §138 van het Duitse wetboek van burgerlijke rechtsvordering niet ter zake dienend. De verwijzende rechter is van oordeel dat de luchthaven van Düsseldorf geografisch en economisch gezien in dezelfde regio ligt als de luchthaven van Keulen/Bonn.
Overweging:
Volgens de verwijzende rechter is van beslissend belang, of het in artikel 5(1)c)iii) van de verordening bedoelde recht op compensatie ook vervalt wanneer passagiers alternatief vervoer wordt aangeboden naar een luchthaven in dezelfde regio als de geboekte luchthaven. Het begrip “eindbestemming” wordt gedefinieerd in artikel 2h) van de verordening. Volgens deze definitie is de eindbestemming de bestemming op het ticket (dus niet de regio, maar de specifieke luchthaven van bestemming). De verwijzende rechter leidt hieruit af dat de eindbestemming moet worden bereikt zonder verdere persoonlijke organisatie door de passagiers, zoals het boeken van een trein of een bustransfer door de passagiers zelf. Aangezien het antwoord op de onderhavige vraag een uitlegging van artikel 5(1)c) van verordening vereist, heeft de verwijzende rechter de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële vragen:
Moet in geval van annulering als bedoeld in artikel 5 van verordening (EG) nr. 261/2004 ook worden aangenomen dat er sprake is van een aanbod van een alternatieve vlucht die de passagiers in staat stelt hun eindbestemming minder dan twee uur na de geplande aankomsttijd te bereiken, wanneer deze alternatieve vlucht wordt uitgevoerd naar een andere dan de in de boekingsbevestiging vermelde luchthaven, wanneer deze luchthaven in dezelfde regio is gelegen?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: flightright/Eurowings C-130/18;
Specifiek beleidsterrein: IenW