C-808/24 Zalecta

Contentverzamelaar

C-808/24 Zalecta

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    24 januari 2025
Schriftelijke opmerkingen:                    10 maart 2025

Trefwoorden: arbeidstijdenrichtlijn, wachtdiensten, schadevergoeding

Onderwerp: Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd


Feiten: Verzoeker is als ambtenaar in dienst van het korps van brandweerlieden en reddingswerkers van Lučenec (Slowakije). Hij vordert vergoeding van immateriële schade omdat zijn wachtdiensten, in strijd met artikel 2, punt 1 van richtlijn 2033/88/EG, ten onrechte niet als arbeidstijd zijn aangemerkt. Dit vormt volgens hem een schending van zijn recht op privéle-, familie- en gezinsleven

Overweging: De verwijzende rechter meent dat voor de beoordeling of verzoeker immateriële schade heeft geleden in de vorm van een inbreuk op zijn rechten, moet worden bepaald wanneer en of er sprake was van een rechtstreekse schending jegens verzoeker van artikel 6, onder b, van de richtlijn. Slechts voor wachttijd die de grens van artikel 6, onder b, van de richtlijn overschrijdt kan, volgens de verwijzende rechter, schadevergoeding worden toegekend. Deze schadevergoeding heeft de verwijzende rechter berekend en toegekend aan verzoeker. 

In hoger beroep is dat vonnis echter vernietigd en is de zaak terugverwezen naar de verwijzende rechter. De verwijzende rechter stelt dat, gelet op de uitspraak van de appelrechter, verzoeker recht heeft op vergoeding van immateriële schade die voortvloeit uit de schending van het Unierecht op de enkele grond dat de wachtdienst van verzoeker niet in de arbeidstijd is opgenomen, overeenkomstig artikel 2, punt 1 van de richtlijn. Dat recht is gebaseerd op het bestaan van een met de richtlijn strijdige nationale bepaling, ongeacht of ook artikel 6, onder b, van de richtlijn is geschonden doordat verzoeker gedurende de referentieperiode langer dan volgens de richtlijn is toegestaan, op het werk aanwezig was. De verwijzender rechter meent dat dit een onjuiste interpretatie van het Unierecht is en legt daarom de onderstaande prejudiciële vragen voor aan het Hof.


Prejudiciële vragen:
1. „Geeft het feit dat wachtdiensten van een werknemer op grond van een nationale regeling niet als arbeidstijd worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met artikel 2, punt 1, van richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, aanleiding tot een recht op schadevergoeding jegens de lidstaat wegens schending van het Unierecht, zonder dat hoeft te worden aangetoond dat artikel 6, onder b), van die richtlijn tegelijkertijd is geschonden ten aanzien van de werknemer? 

2. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, moet de nationale rechter bij de vaststelling van het passende bedrag van de vergoeding, rekening houden met het aantal uren wachtdienst dat volgens de nationale regeling niet als arbeidstijd van de werknemer is aangemerkt, of moet het bedrag van de door de lidstaat verschuldigde vergoeding worden vastgesteld voor de duur van de onrechtmatige situatie die voortvloeit uit de nationale regeling die toestaat dat de wachtdienst in strijd met richtlijn 2003/88 niet als arbeidstijd van de werknemer wordt aangemerkt? 

3. Indien de vorige vraag ontkennend wordt beantwoord, moet de nationale rechter bij de vaststelling van het passende bedrag van de vergoeding, rekening houden met het aantal uren gedurende welke artikel 6, onder b), van richtlijn 2003/88 is geschonden, of moet het bedrag van de door de lidstaat verschuldigde vergoeding worden vastgesteld voor de duur van de onrechtmatige situatie die voortvloeit uit de nationale regeling die toestaat dat de wachtdienst in strijd met deze richtlijn niet als arbeidstijd van de werknemer wordt aangemerkt?” 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: 

Specifiek beleidsterrein: SZW

Gerelateerde documenten