C-830/21 Syngenta Agro
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 18 februari 2022 Schriftelijke opmerkingen: 4 april 2022
Trefwoorden : gewasbeschermingsmiddelen, etikettering, parallelimport
Onderwerp :
Verordening (EU) nr. 547/2011 van de Commissie van 8 juni 2011 ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad [van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad] wat betreft de etiketteringsvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen.
Feiten:
Verzoekster is het Duitse distributiebedrijf van Syngenta Group, die in Duitsland en in andere lidstaten van de Europese Unie onder meer gewasbeschermingsmiddelen produceert en distribueert. Verweerster is een handelsonderneming in de landbouwsector die onder meer gewasbeschermingsmiddelen distribueert, in het bijzonder parallel ingevoerde gewasbeschermingsmiddelen. Zij importeert onder andere ook gewasbeschermingsmiddelen van verzoekster. Zij distribueert deze gewasbeschermingsmiddelen in Duitsland in de ongeopende oorspronkelijke jerrycans van verzoekster, waarbij zij het originele etiket vervangt door een eigen sticker. Op die sticker staat onder andere informatie over verweerster in haar hoedanigheid van importeur en distributeur, maar staat geen informatie over de houder van de toelating van het gewasbeschermingsmiddel in de lidstaat van oorsprong. Verzoekster beschouwt dit als een inbreuk op artikel 1 van verordening 547/2011, gelezen in samenhang met punt 1, onder b) en f), van bijlage I bij deze verordening.
Overweging:
Er is sprake van schending door verweerster van artikel 1 van verordening 547/2011, gelezen in samenhang met punt 1, onder b), van bijlage I bij deze verordening, wanneer zij als parallelimporteur op grond van deze bepaling verplicht was om de houder van de toelating van het ingevoerde gewasbeschermingsmiddel in de lidstaat van oorsprong ook te vermelden wanneer het gewasbeschermingsmiddel wordt gedistribueerd in Duitsland. Verzoekster is van mening dat de etiketteringsvoorschriften van verordening nr. 547/2011 ook onverkort gelden voor de parallelimporteur. Verweerster is van mening dat verordening nr. 547/2011 dienaangaande geen duidelijke regeling bevat. Volgens haar moet in aanmerking worden genomen dat het ingevoerde product geen eigen toelating bezit in de lidstaat van invoer en dat er voor dit middel dus geen houder van een toelating in de zin van de verordening is. Er is daarnaast ook sprake van schending door verweerster van artikel 1 van verordening 547/2011, gelezen in samenhang met punt 1, onder f), van bijlage I bij deze verordening, wanneer zij als parallelimporteur op grond van deze bepaling verplicht was het oorspronkelijke partijnummer ongewijzigd op de jerrycans te laten staan. Er bestaan twijfels over de juiste uitlegging van punt 1, onder b) en f), van bijlage I bij verordening 547/2011, omdat deze verordening niet voorziet in aparte regelingen voor de specifieke situatie van de etikettering van parallel ingevoerde gewasbeschermingsmiddelen. Terwijl de bewoordingen van deze bepalingen volgens verzoeksters uitlegging erop zouden kunnen wijzen dat op het etiket van het ingevoerde product zowel de houder van de toelating in de lidstaat van oorsprong als het oorspronkelijke partijnummer moeten worden vermeld, zouden de strekking en het doel van de bepalingen in het licht van de situatie van parallelhandel ook ruimer kunnen worden opgevat, zoals verweerster stelt.
Prejudiciële vragen:
1. Moet artikel 1 van verordening (EU) nr. 547/2011, gelezen in samenhang met punt 1, onder b), van bijlage I bij deze verordening, aldus worden uitgelegd dat bij parallelimport van een gewasbeschermingsmiddel de naam en het adres van de houder van de toelating uit de lidstaat van oorsprong waaruit het gewasbeschermingsmiddel is geïmporteerd, op de verpakking moeten worden vermeld wanneer het gewasbeschermingsmiddel in een andere lidstaat wordt gedistribueerd?
2. Moet artikel 1 van verordening (EU) nr. 547/2011, gelezen in samenhang met punt 1, onder f), van bijlage I bij deze verordening, aldus worden uitgelegd dat bij parallelimport van een gewasbeschermingsmiddel het oorspronkelijk door de fabrikant toegekende partijnummer ongewijzigd op de verpakking moet zijn vermeld, of is het met de genoemde bepaling verenigbaar dat de parallelimporteur het oorspronkelijke partijnummer verwijdert en een eigen identificatienummer op de verpakking aanbrengt, voor zover hij een register bijhoudt waaruit blijkt dat de door hem gebruikte partijnummers overeenkomen met die van de houder van de toelating van het parallel in te voeren gewasbeschermingsmiddel?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie:
Specifiek beleidsterrein: LNV, EZK