C-910/24 Calmit Hungaria Meszmuvek

Contentverzamelaar

C-910/24 Calmit Hungaria Meszmuvek

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     5 maart 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     19 april 2025

Trefwoorden: belasting, broeikasgasemissierechten, indirecte discriminatie

Onderwerp: 
-    Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt: artikel 16, lid 1;
-    Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap: artikel 1 en artikel 10 ter, lid 1;
-    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: artikelen 49, 54, 56, 57 en 63;
-    Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: artikelen 16, 17, 20 en 21.

Feiten:
Verzoekende partij ‘Calmit Hungária Mészművek Kft’ is lid van de Oostenrijkse financiële groep ‘Schmid Holding’ en houdt zich bezig met de vervaardiging en verkoop van kalkproducten in Hongarije. Zij is in Hongarije onderworpen aan de CO2-quotabelasting. In 2023 heeft zij een gecorrigeerde belastingaangifte gedaan met een vermindering van de verschuldigde belasting, en gesteld dat de nationale rechtsregel waarop haar belastingplicht was gebaseerd ongrondwettelijk en in strijd met het Unierecht is omdat het onrechtmatige staatssteun oplevert. De belastingautoriteit heeft geweigerd de aangiften te behandelen.

Overweging:
In 2022 heeft Hongarije een noodsituatie afgekondigd vanwege de oorlogssituatie in Oekraïne. De nationale rechtsregel waarop de betrokken belasting is gebaseerd is aangenomen in het kader van deze bijzondere rechtsorde. De CO2-quotabelasting lijkt enkel de Hongaarse dochterondernemingen te treffen van in een andere lidstaat dan Hongarije gevestigde vennootschappen. De verwijzende rechter stelt dat het regeringsbesluit tot gevolg heeft dat alleen deze dochterondernemingen aan de belasting worden onderworpen, en dat er daarmee sprake is van indirecte discriminatie, een beperking van de vrijheid van vestiging en een beperking van het vrij verkeer van diensten. 

Prejudiciële vragen:
[1] Moeten artikelen 49 VWEU, 54 VWEU en 56 VWEU en artikel 16, lid 1, van richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt aldus worden uitgelegd dat een wettelijke regeling van een lidstaat die, zich beroepend op een noodsituatie, voorziet in de verplichting om CO2- quotabelasting te betalen op basis van het jaarlijkse gemiddelde van CO2- emissies en de kosteloze toewijzing van emissierechten die overeenkomt met ten minste 50 % van het gemiddelde van de totale CO2-emissies, zodat enkel de dochterondernemingen – die in Hongarije kalkproducten vervaardigen en verkopen – van in andere lidstaten van de Europese Unie gevestigde vennootschappen worden belast, met die bepalingen verenigbaar is? 

[2] Moeten artikel 1 en artikel 10 ter, lid 1, van richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad en de artikelen 16 en 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat een wettelijke regeling van een lidstaat die, zich beroepend op een noodsituatie, voorziet in de verplichting om CO2-quotabelasting te betalen op basis van, onder meer, een kosteloze toewijzing van emissierechten die overeenkomt met ten minste 50 % van het gemiddelde van de totale CO2-emissies, waardoor enkel de dochterondernemingen – die in Hongarije kalkproducten vervaardigen en verkopen – van in andere lidstaten van de Europese Unie gevestigde vennootschappen verlies lijden en winst derven, met die bepalingen verenigbaar is?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-323/18 Tesco-Global Áruházak; C-236/16 en C-237/16 ANGED; C-80/12 Felixstowe Dock and Railway Company e.a.; C-385/12 Hervis Sport- és Divatkereskedelmi; C-482/18 Google Ireland; C-591/17 Oostenrijk/Duitsland; C-42/07 Liga Portuguesa de Futebol Profissional y Bwin International; C-555/19 Fussl Modestraße Mayr; C-105/12 a C-107/12 Essent e. a.; C-244/11 Commissie/Griekenland; C-566/11, C-567/11, C-580/11, C-591/11, C-620/11 en C-640/11 Iberdrola e. a.; C-43/14 ŠKO–Energo; C-302/17 PPC Power.

Specifiek beleidsterrein: EZ; FIN

Gerelateerde documenten