C-97/15 Sprengen/Pakweg Douane

Contentverzamelaar

C-97/15 Sprengen/Pakweg Douane

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   27 april 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   13 mei 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   13 juni 2015
Trefwoorden: Communautair douanewetboek (CDW); Gecombineerde Nomenclatuur (GN)

Onderwerp
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (Pb L 256, blz I)

Verzoekster heeft in 2007 en 2008 aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van ‘screenplays’ onder GN-post 8471 7050 (‘hardeschijfeenheid’, tarief nihil). Na onderzoek door de douane bepaalt deze dat indeling moet plaatsvinden onder 8521 9000 (‘videoweergave-apparaat’) waarvoor het tarief 13,9% bedraagt. Verzoekster krijgt een naheffing en gaat in bezwaar. Het gaat om apparaten met een hard disk waarop door middel van usb-sticks of via een verbindingskabel vanaf een pc multimediabestanden (films, foto’s) kunnen worden opgeslagen. Deze bestanden kunnen dan, na aansluiting op een tv of videomonitor, daarop worden afgespeeld.
HofAms oordeelde dat indeling in beide GN-posten mogelijk is maar dat videoweergave de hoofdfunctie is zodat het hogere tarief moet worden toegepast.
Verzoekster voert in cassatie aan dat indeling onder post 8521 is uitgesloten; HofAms heeft  de draagwijdte van post 8521 te ruime uitgelegd, met name het begrip ‘videoweergaveapparaten’ en de indeling naar hoofdfunctie. Verzoekster stelt ook dat op grond van door de ITA (Information Technology Agreement van 13-12-1996) voorgestelde indeling de apparaten vrij van douanerechten in de EU moeten kunnen worden ingevoerd. Maar HofAMS heeft gewezen op vaste rechtspraak van het HvJEU dat de ITA voor particulieren geen rechten in het leven roept, maar dat de GN wel zoveel mogelijk moet worden uitgelegd overeenkomstig de ITA.
De verwijzende NL rechter (HR) vraagt zich af of indeling ‘in alle gevallen’ uit aantekening SC op hoofdstuk 84 GN betekent dat bij indeling van schijvengeheugeneenheden zonder meer kan worden voorbijgegaan aan elke andere functie dan het opslaan van gegevens. En ook of de ‘vrij van rechten’-bepaling van de ITA hier mogelijk toch een rol speelt gezien de bepalingen in bijlage A bij de ITA waarin de externe hardeschijvengeheugeneenheden onder post 8471 70 worden ingedeeld. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU:
1. Dient aantekening SC, laatste alinea, op hoofdstuk 84 van de GN - al dan niet met inachtneming van de bijlagen A en B van de Information Technology Agreement - zo te worden uitgelegd dat apparaten als de in dit arrest beschreven screenplays als 'eenheden voor harde schijven' in postonderverdeling 8471 70 50 van de GN moeten worden ingedeeld, ofschoon de apparaten zodanige kenmerken en eigenschappen hebben dat deze in staat zijn om op de harde schijven opgeslagen multimediabestanden na omzetting van de bestanden in analoge signalen op een televisietoestel of een videomonitor weer te geven?
2. Indien vraag 1 ontkennend moet worden beantwoord, moet post 8521 van de GN dan zo worden uitgelegd dat daaronder apparaten als de screenplays kunnen worden ingedeeld, ook al is de videoweergavefunctie daarvan niet de enige functie, maar wel de hoofdfunctie?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-288/09 en C-289/09 British Sky Broadcasting Group e.a.; C-320/11, C-330/11, C-382/11 en C-383/11 DIGITALNET e.a.
Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten