Commissie publiceert jaarverslag over comitologiecomités in 2022

Contentverzamelaar

Commissie publiceert jaarverslag over comitologiecomités in 2022

De Commissie heeft haar jaarlijkse verslag gepubliceerd over de werkzaamheden van de comités. In het verslag gaat de Commissie zoals gebruikelijk in op de cijfers over het aantal comités dat actief is geweest, hoe vaak zij hebben vergaderd, hoeveel schriftelijke procedures er gevolgd zijn, en hoeveel adviezen zij hebben uitgebracht. Ook gaat de Commissie in op een aantal algemene ontwikkelingen.

Achtergrond

In beginsel voeren de EU-lidstaten zelfstandig EU-wetgevingshandelingen uit. Soms is het echter nodig dat eenvormige voorwaarden worden vastgesteld ter uitvoering van EU-wetgeving, omdat anders het risico bestaat op uiteenlopende uitvoering van EU-wetgeving in de EU-lidstaten. In dat geval kunnen aan de Commissie bevoegdheden worden toegekend om uitvoeringshandelingen vast te stellen (artikel 291 EU-Werkingsverdrag).

Bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen wordt de Commissie bijgestaan door comité(s) van vertegenwoordigers uit de EU-lidstaten. De wijze waarop de EU-lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren, is geregeld in de zogenoemde Comitologieverordening. Op grond van artikel 10, lid 2, van de Comitologieverordening moet de Commissie elk jaar een jaarverslag presenteren over de werking van de comités.

Op 26 oktober 2023 heeft de Europese Commissie het jaarverslag over 2022 gepresenteerd. Het jaarverslag bevat een samenvatting van de activiteiten van de comités en gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie met nadere statistieken over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités per beleidssector.

Het jaarverslag over 2022

De Commissie vermeldt in het verslag onder meer dat in 2022 verder is gesproken over het aanpassen van handelingen die nog naar de regelgevingsprocedure met toetsing (PRAC) verwijzen aan het bij het Verdrag van Lissabon ingevoerde rechtskader (zie het ECER-dossier over de PRAC). In 2019 bereikten de Raad en het Europees Parlement reeds gedeeltelijk akkoord over het algemene aanpassingsvoorstel uit 2016. Het resterende deel dat nog akkoord behoeft heeft op 104 handelingen betrekking. De gesprekken daarover worden voortgezet. De Commissie vermeldt verder dat er geen vooruitgang geboekt is bij het voorstel tot wijziging van de comitologieverordening betreffende het comité van beroep. De Commissie wijst erop dat de standpunten van de medewetgevers (Raad en Europees Parlement) te ver uiteen liggen.

De Commissie gaat ook in op het mechanisme in artikel 11 van de Comitologieverordening. Op grond van dat artikel kunnen zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie te kennen geven dat een ontwerpuitvoeringshandeling zijns inziens de bij de basishandeling verleende uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt. De Raad maakte van dit toetsingsrecht geen gebruik in 2022. Het Europees Parlement deed dat wel: het nam tien resoluties aan die betrekking hadden op handelingen van het Directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie (DG SANTE).

Meer informatie: