EU-Hof: beschikkingen waarbij de Europese Commissie verzoeken van nationale mededingingsautoriteiten om onderzoek van voorgenomen concentratie heeft aanvaard zijn nietig
Contentverzamelaar
EU-Hof: beschikkingen waarbij de Europese Commissie verzoeken van nationale mededingingsautoriteiten om onderzoek van voorgenomen concentratie heeft aanvaard zijn nietig
Nieuwsbericht | 05-09-2024
Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 3 september 2024 in de zaken C-611/22 P (Illumina -Commissie) en C-625/22 P (Grail- Commissie en Illumina).
Achtergrond
Op 21
september 2020 hebben Grail LLC, een Amerikaanse
onderneming die bloedtesten ontwikkelt voor de
vroegtijdige opsporing van kanker, en Illumina Inc, een
Amerikaanse onderneming die gespecialiseerd is in
oplossingen voor genetische analyse, een voorstel openbaar
gemaakt voor de verwerving door Illumina van de
uitsluitende zeggenschap over Grail.
Aangezien de
concentratie geen Europese dimensie had, met name gezien
het feit dat Grail geen omzet had in de Europese Unie of
elders in de wereld, werd zij niet bij de Europese
Commissie aangemeld. Bovendien werd zij niet aangemeld in
de lidstaten of in de staten die partij zijn bij de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
(EER), aangezien zij de relevante nationale drempels niet
bereikte.
Nadat de
Europese Commissie een klacht over deze concentratie had
ontvangen, verzocht zij de lidstaten om haar
overeenkomstig de EU-concentratieverordening (artikel 22
van Verordening
(EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op
concentraties van ondernemingen) verzoeken te doen
toekomen om deze voorgenomen concentratie toch te
onderzoeken omdat zij de handel tussen de lidstaten
ongunstig kan beïnvloeden en de mededinging op hun
grondgebied in significante mate dreigt te
beïnvloeden.
De Commissie heeft vervolgens een
dergelijk verzoek ontvangen van de Franse
mededingingsautoriteit, waarbij de Griekse, Belgische,
Noorse, IJslandse en Nederlandse mededingingsautoriteiten
zich hebben aangesloten.
In het arrest
Illumina/Commissie (arrest van 13 juli 2022, T-227/21)
heeft het Gerecht het beroep verworpen dat Illumina had
ingesteld tegen de besluiten waarbij de Commissie het
hoofdverzoek en de verzoeken om zich daarbij aan te
sluiten, had aanvaard. Illumina en Grail hebben elk hogere
voorziening ingesteld tegen dit arrest.
EU-Hof
Het EU-Hof
vernietigt het arrest van het Gerecht en verklaart de
litigieuze beschikkingen van de Commissie nietig.
Het EU-Hof oordeelt dat het Gerecht ten onrechte heeft geconcludeerd dat een letterlijke, historische, contextuele en teleologische uitlegging van de concentratieverordening de nationale mededingingsautoriteiten toestaat de Europese Commissie te verzoeken een concentratie te onderzoeken die niet alleen geen Europese dimensie heeft, maar ook buiten hun bevoegdheid valt om een dergelijke concentratie te onderzoeken omdat zij de toepasselijke nationale drempels niet bereikt. In het bijzonder heeft het Gerecht volgens het EU-Hof ten onrechte vastgesteld dat deze verordening voorziet in een “correctiemechanisme” voor de doeltreffende controle van alle concentraties met significante gevolgen voor de mededingingsstructuur in de Europese Unie.
Volgens het EU-Hof kan de uitleg van het Gerecht het evenwicht tussen de verschillende door deze verordening nagestreefde doelstellingen verstoren. Dienaangaande stelt het EU-Hof vast dat de drempels die zijn vastgesteld om te bepalen of een transactie al dan niet moet worden aangemeld, een belangrijke waarborg voor de voorzienbaarheid en de rechtszekerheid van de betrokken ondernemingen vormen. Deze ondernemingen moeten immers gemakkelijk kunnen nagaan of hun voorgenomen transactie aan een voorafgaand onderzoek moet worden onderworpen en, zo ja, door welke autoriteit en met inachtneming van welke procedurevoorschriften.
Meer informatie:
Persbericht
Curia
ECER-dossier:
Mededinging – Misbruik van machtspositie