EU-Hof: Ierland heeft Apple onrechtmatige steun verleend die moet worden teruggevorderd en vernietigt het eerdere arrest van het Gerecht over de tax-rulings

Contentverzamelaar

EU-Hof: Ierland heeft Apple onrechtmatige steun verleend die moet worden teruggevorderd en vernietigt het eerdere arrest van het Gerecht over de tax-rulings

Door de definitieve uitspraak van het EU-Hof in deze zaak bevestigt het EU-Hof het eerdere besluit van de Europese Commissie uit 2016 waarbij de Commissie aangaf dat Ierland onrechtmatige steun had verleend via de tax-rulings en dat deze steun aan Apple teruggevorderd moest worden. Dat is de uitspraak van het EU-Hof naar aanleiding van een door de Europese Commissie ingestelde hogere voorziening tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 10 september 2024  in zaak C-465/20 P (Commissie / Ierland e.a.).

Achtergrond

In 1991 en 2007 heeft Ierland twee advance tax rulings (kortweg: „rulings”) afgegeven ten gunste van twee vennootschappen van de Apple-groep (Apple Sales International (ASI) en Apple Operations Europe (AOE)), die waren opgericht als vennootschappen naar Iers recht maar voor belastingdoeleinden niet in Ierland waren gevestigd. Met deze rulings werden de methoden goedgekeurd die ASI en AOE gebruikten om hun belastbare winst in Ierland vast te stellen met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten van hun respectieve Ierse vestigingen.


In 2016 was de Europese Commissie van mening dat die Ierse rulings, door de winsten uit het gebruik van intellectuele eigendomslicenties van ASI en AOE van de belastinggrondslag uit te sluiten, in de periode 1991-2014 aan die vennootschappen onrechtmatige staatssteun hadden verleend die onverenigbaar was met de interne markt en die de Apple-groep als geheel profijt had opgeleverd. De Commissie kwam voornamelijk tot die vaststelling op grond van het feit dat de hoofdkantoren van deze vennootschappen zich buiten Ierland bevonden en dat het beheer van deze licenties afhing van beslissingen die op het niveau van de Apple-groep in de Verenigde Staten werden genomen. Het ging dus om
steun die de fiscale behandeling van de winsten uit de activiteiten van Apple buiten de Verenigde Staten betrof.

Daarom gelastte de Commissie Ierland om de steun terug te vorderen (zie Besluit (EU) 2017/1283 van de Commissie van 30 augustus 2016 betreffende steunmaatregel SA.38373) die Ierland ten gunste van Apple ten uitvoer heeft gelegd). Volgens schattingen van de Commissie heeft Ierland 13 miljard euro aan onrechtmatige belastingvoordelen aan Apple toegekend.
 

In 2020 hebben Ierland, ASI en AOE beroepen ingesteld bij het Gerecht, dat het besluit van de Commissie eerder in 2020 nietig heeft verklaard, omdat het van oordeel was dat de Commissie niet had aangetoond dat er sprake was van een selectief voordeel dat voortvloeide uit de vaststelling van de rulings in kwestie en dat leidde tot een preferentiële vermindering van de belastinggrondslag in Ierland (zie arrest van het Gerecht van 15 juli 2020, Ierland/Commissie, T-778/16 en T-892/16).
 

De Commissie heeft tegen die beslissing van het Gerecht een hogere voorziening ingesteld bij het EU-Hof.

EU-Hof
Het EU-Hof vernietigt in de uitspraak van 10 september in hogere voorziening he t eerdere arrest van het Gerecht . Het EU-Hof doet hierbij definitief uitspraak over het geschil en handhaaft het besluit van de Commissie.

Volgens het EU-Hof heeft het Gerecht ten onrechte geoordeeld dat de Commissie onvoldoende had bewezen dat de intellectuele-eigendomslicenties van ASI en AOE en de daarmee verband houdende winsten uit de verkoop van Apple-producten buiten de Verenigde Staten, voor belastingdoeleinden aan de Ierse vestigingen hadden moeten worden toegerekend.
In het bijzonder heeft het Gerecht volgens het EU-Hof ten onrechte geoordeeld, ten eerste, dat de primaire redenering van de Commissie was gebaseerd op onjuiste beoordelingen van de normale belastingheffing krachtens de op dit geval toepasselijke Ierse belastingwetgeving en, ten tweede, dat de bezwaren van zowel Ierland als ASI en AOE tegen de feitelijke beoordelingen van de Commissie aangaande de activiteiten van de Ierse vestigingen van ASI en AOE en van de activiteiten buiten die vestigingen, gegrond waren.

 

Het EU-Hof vernietigt het bestreden arrest en is van oordeel dat de beroepen in staat van wijzen zijn en dat het deze zelf dient af te doen binnen de grenzen van het geding waarover het nog dient te beslissen. In deze context bevestigt het EU-Hof met name de benadering van de Commissie dat de activiteiten van de vestigingen ASI en AOE in

Ierland, op grond van de relevante bepaling van de Ierse wet inzake de berekening van de belasting van niet ingezeten vennootschappen, niet moesten worden vergeleken met de activiteiten van andere vennootschappen binnen de Apple-groep, bijvoorbeeld een moedermaatschappij in de Verenigde Staten, maar wel met die van andere entiteiten binnen deze vennootschappen, met name hun hoofdkantoren buiten Ierland.

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER-dossier: Staatssteun
ECER-bericht: A-G: advies om het eerdere arrest van het EU-Gerecht inzake staatssteun bij Ierse tax-rulings te vernietigen (17 november 2023)