Europees Parlement neemt standpunt in over voorstel voor een EU-Natuurherstelwet

Contentverzamelaar

Europees Parlement neemt standpunt in over voorstel voor een EU-Natuurherstelwet

Medio juli heeft het Europees Parlement na een plenaire stemming besloten om verdere onderhandelingen aan te gaan met de betrokken Europese instellingen en de lidstaten omtrent het eerdere voorstel van de Europese Commissie voor een EU-Natuurherstelwet.

Het besluit kwam tot stand met een krappe meerderheid van 336 stemmen voor, 300 stemmen tegen en 13 onthoudingen. Er werd eveneens gestemd over een voorstel tot het geheel verwerpen van het wetsvoorstel, maar ook dit werd afgewezen met een nauwe meerderheid.

Achtergrond
De stemmingen binnen het Europees Parlement op 12 juli 2023 volgden op het voorstel van de Europese Commissie van 22 juni 2022 inzake een EU-Verordening over Natuurherstel (COM (2022) 304) (zie ook dit ECER bericht).

Omdat 80 procent van de natuurgebieden van de EU in slechte staat zijn, beoogt het wetsvoorstel om tegen 2023 bepaalde herstelmaatregelen te hebben genomen voor ten minste 20 procent van alle betreffende land- en zeegebieden van de EU. Tegen 2050 moeten de lidstaten met 90 procent van de betreffende bedreigde natuurgebieden aan de slag zijn. De EU-Natuurherstelwet is een essentieel onderdeel van de Europese Green Deal en speelt ook een cruciale rol in het nastreven van de internationale doelstellingen omtrent het klimaat en biodiversiteit.

Behandeling van het voorstel in het Europees Parlement
Het Europees Parlement benadrukt het belang van de Natuurherstelwet door er onder meer op te wijzen dat het herstel van het ecosysteem en het bestrijden van klimaatverandering essentieel zijn. Ook is dit cruciaal voor het verminderen van risico’s voor voedselzekerheid. Het Europees Parlement geeft tot slot aan dat het wetsvoorstel moet helpen om internationale verbintenissen na te komen.

Tijdens de behandeling van het voorstel in het Europees Parlement werd benadrukt dat het wetsontwerp geen (aanwijzing van) nieuwe beschermde gebieden in de EU oplegt. Ook werd de zorg weggenomen dat er geen nieuwe infrastructuren voor hernieuwbare energie zullen worden geblokkeerd door het voorstel. Dit is bewerkstelligd doordat EP-leden een nieuw artikel in het voorstel voor de EU-Verordening hebben toegevoegd waarin wordt benadrukt dat dergelijke infrastructuren overwegend in het openbaar belang zijn.

Volgens het Europees Parlement zal de wet alleen toepasbaar zijn wanneer de lidstaten een natuurgebied hebben aangewezen dat herstel nodig heeft, en zij vervolgens ook doelstellingen vaststellen voor elk type natuurgebied. De wet zal ook alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie gegevens zal verstrekken over de benodigde voorwaarden omtrent voedselzekerheid op lange termijn. Ook vraagt het Europees Parlement om de mogelijkheid om bepaalde doelstellingen uit te stellen op grond van uitzonderlijke sociaaleconomische gevolgen.

De kloof tussen de financiële behoeften voor natuurherstel en de beschikbare EU-financiering zou pas beoordeeld kunnen worden door de Europese Commissie binnen een jaar na de inwerkingtreding van de verordening. De mogelijke oplossingen om de kloof de dichten moeten tegen die tijd bepaald worden door de Commissie. Volgens de Commissie zal het nieuwe wetsvoorstel resulteren in economische voordelen doordat elke geïnvesteerde euro tussen de 8 en 38 euro zal opleveren.

De volgende stap in het proces is nu de aanvang van onderhandelingen tussen de lidstaten en de Europese Commissie, en het Europees Parlement en de Raad over de definitieve vorm van het voorstel voor de EU-Natuurherstelwet. Deze onderhandelingen zullen plaats vinden in het najaar. Wanneer de Natuurherstelwet definitief wordt aangenomen, worden de lidstaten geacht rond 2027 hun natuurherstelplannen op nationaal niveau in lijn te hebben met de EU-Natuurherstelwet.

Meer informatie:
Nieuwsbericht Europees Parlement
ECER-dossier: Klimaat en Milieu