Europese Commissie en nationale autoriteiten voor consumentenbescherming ondernemen actie tegen misleidende greenwashing door vliegmaatschappijen

Contentverzamelaar

Europese Commissie en nationale autoriteiten voor consumentenbescherming ondernemen actie tegen misleidende greenwashing door vliegmaatschappijen

De actie heeft tot doel ervoor te zorgen dat de handelspraktijken in de sector luchtvervoer op het gebied van milieumarketingclaims in overeenstemming zijn met de consumentenwetgeving van de EU, door ervoor te zorgen dat milieuclaims voldoende worden onderbouwd en gecommuniceerd.

Na een eerdere waarschuwing van het Europees Bureau van Consumentenverenigingen (BEUC), hebben de Europese Commissie en de consumentenautoriteiten van de EU (CPC; het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming) op 30 april 2024 brieven gestuurd naar twintig luchtvaartmaatschappijen waarin zij hen wijzen op verschillende soorten mogelijk misleidende groene claims. De maatschappijen worden verzocht om hun praktijken binnen 30 dagen in overeenstemming te brengen met het EU-consumentenrecht en om een uiteenzetting te geven van de maatregelen die zij voorstellen om de bezorgdheid over hun milieumarketingclaims weg te nemen. Na beantwoording zal de Europese Commissie, samen met het CPC en de luchtvaartmaatschappijen, de voorgestelde oplossingen verder bespreken. De Commissie zal ook toezien op de uitvoering van de overeengekomen aanpassingen. Indien de betrokken luchtvaartmaatschappijen niet de nodige stappen ondernemen om de nu aan de orde gestelde problemen op te lossen, kunnen de consumentenbeschermingsautoriteiten besluiten verdere handhavingsmaatregelen te nemen, waaronder sancties.

Het CPC, dat onder meer onder leiding van de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM) werkt, focuste op claims van luchtvaartmaatschappijen waarbij de CO2-emissies van een vlucht kunnen worden gecompenseerd door klimaatprojecten of door het gebruik van duurzame brandstoffen, waaraan de consumenten zouden kunnen bijdragen door extra vergoedingen te betalen. De bij de CPC betrokken autoriteiten maken zich zorgen over het feit dat de praktijken kunnen worden beschouwd als misleidende handelingen/omissies, hetgeen verboden is uit hoofde van de artikelen, 5, 6 en 7 van de EU-richtlijn oneerlijke handelspraktijken (richtlijn 2005/29). De richtsnoeren van de Europese Commissie voor de interpretatie en toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken (Mededeling 2021/C 526/01) bevatten daarnaast specifieke informatie over de milieuclaims die als misleidend moeten worden beschouwd. Luchtvaartmaatschappijen zouden nog dienen te verduidelijken of dergelijke claims op basis van degelijk wetenschappelijk bewijs kunnen worden onderbouwd.

Kernpunten
De Europese Commissie en het CPC hebben verschillende soorten potentieel misleidende praktijken vastgesteld bij twintig luchtvaartmaatschappijen. Het gaat onder meer om:

  • de onjuiste indruk wekken dat het betalen van een extra vergoeding voor de financiering van klimaatprojecten of ter ondersteuning van het gebruik van alternatieve luchtvaartbrandstoffen de CO2-uitstoot kan doen afnemen of volledig kan compenseren;
  • de term “duurzame luchtvaartbrandstoffen” gebruiken zonder duidelijk aan te tonen dat dergelijke brandstoffen een gunstig effect hebben op het milieu;
  • de termen “groen”, “duurzaam” of “verantwoord” op absolute wijze gebruiken of andere impliciete groene claims gebruiken;
  • beweren dat de luchtvaartmaatschappij evolueert naar broeikasgasneutraliteit of andere toekomstige milieuprestaties, zonder duidelijke en verifieerbare verbintenissen, doelstellingen en een onafhankelijk monitoringsysteem;
  • consumenten een “calculator” aanbieden om de CO2-emissies van een specifieke vlucht te berekenen, zonder voldoende wetenschappelijk bewijs te verstrekken over de betrouwbaarheid van die berekening en zonder informatie te geven over de elementen die voor die berekening zijn gebruikt;
  • consumenten een vergelijking tussen de CO2-emissies van vluchten voorstellen, zonder voldoende en nauwkeurige informatie te verstrekken over de elementen waarop die vergelijking is gebaseerd.

Achtergrond
Het CPC bestaat uit autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van EU-wetgeving op het gebied van consumentenbescherming. In het kader van de EU-verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (2017/2394) kunnen zij actie ondernemen om grensoverschrijdende kwesties op EU-niveau aan te pakken en kunnen consumentenorganisaties zoals het BEUC waarschuwingen over opkomende marktdreigingen sturen.

Met de Europese Green Deal en de nieuwe consumentenagenda (Mededeling COM(2020) 696) wordt onder meer prioriteit gegeven aan de groene transitie. Consumenten dienen duidelijke en betrouwbare informatie te ontvangen over de milieueffecten van een product of dienst en zij moeten beter worden beschermd tegen misleidende klimaatgerelateerde claims (ook wel “greenwashing” genoemd).

Ook de EU-richtlijn inzake het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie (richtlijn 2024/825) bevat maatregelen om consumenten beter te beschermen tegen misleidende groene claims. Tot slot heeft de Commissie in maart 2023 een voorstel voor een richtlijn betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieuclaims (richtlijn groene claims) (COM(2023) 166) gedaan, waarin bepaald is dat de lidstaten erop moeten toezien dat handelaren een beoordeling uitvoeren om uitdrukkelijke milieuclaims te staven.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Consumenten
ECER-dossier: Vervoer - Luchtvaart
ECER-dossier: Klimaat en milieu