Europese Commissie geeft startschot voor 2024 cyclus van het Europees Semester

Contentverzamelaar

Europese Commissie geeft startschot voor 2024 cyclus van het Europees Semester

Uit het gepresenteerde najaarspakket van het Europees Semester blijkt onder meer dat de economie van de EU veerkrachtig blijft ondanks de verschillende schokken van afgelopen jaren. Wel is de groeidynamiek in 2023 afgezwakt door de hoge inflatie en strengere financieringsvoorwaarden, terwijl in 2024 slechts een bescheiden toename van de groei wordt verwacht.

Het gaat om de op 20 november 2023 door de Europese Commissie gegeven startschot voor de cyclus 2024 van het Europees semester voor de coördinatie van het economisch beleid. Het gepresenteerde najaarspakket is gebaseerd op de economische najaarsprognoses 2023 . De bijbehorende, op 21 november uitgebrachte documenten rondom het najaarspakket, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse duurzamegroeianalyse, adviezen en een aanbeveling over de eurozone, het waarschuwingsmechanismeverslag en een voorstel voor een gezamenlijk verslag over werkgelegenheid, zijn hier terug te vinden. Daarnaast bracht de Commissie ook een Q&A over het najaarspakket uit.

Uit het pakket blijkt dat de EU voor een aantal belangrijke structurele uitdagingen staat, zoals zwakke productiviteitsgroei, de groene en de digitale transitie, vergrijzing en sociale inclusie. Die moeten worden aangepakt om op koers te blijven naar een duurzaam concurrentievermogen. Door ontwrichtende geopolitieke gebeurtenissen is ook duidelijk geworden dat de EU concurrerend moet blijven op de mondiale markt, maar dat niemand buiten de boot mag vallen.

Economische beleidscoördinatie via het Europees Semester moet de lidstaten helpen om deze doelstellingen te bereiken door prioriteiten te stellen en duidelijke, goed gecoördineerde beleidsadviezen te geven voor het komende jaar.

De Europese Commissie verzoekt de Eurogroep en de Raad om het najaarspakket 2024 te bespreken en de voorgelegde richtsnoeren te bekrachtigen. De Commissie zal ook de dialoog met het Europees Parlement over de inhoud van dit pakket aangaan en over elke volgende stap in de cyclus van het Europees Semester, waarbij eveneens verder overleg met de sociale partners en belanghebbenden plaatsvindt.

Achtergrond
Het Europees Semester biedt een raamwerk voor de coördinatie van het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. Zie voor meer informatie over het Europees Semester deze Commissiewebsite en deze ECER-webpagina. Sinds de invoering van het Europees Semester in 2011 is het uitgegroeid tot een forum waarin EU-landen binnen een gemeenschappelijke jaarlijkse tijdlijn overleggen over hun beleidsuitdagingen op het gebied van begroting, economie en werkgelegenheid.

De herstel- en veerkrachtfaciliteit , het programma NextGenerationEU , het cohesiebeleid en het REPowerEU -programma spelen ook een belangrijke rol in het kader van het Europees Semester. Tot dusver gaf de Europese Commissie goedkeuring aan 21 door de lidstaten ingediende herziene nationale herstel- en veerkrachtplannen (inclusief REPowerEU-hoofdstukken om de energieafhankelijkheid van Rusland te verminderen en de groene transitie te versnellen). De Raad heeft al 13 van deze herziene plannen goedgekeurd en neemt naar verwachting voor eind 2023 een besluit over de resterende plannen.

Jaarlijkse duurzamegroeianalyse
De Mededeling over de jaarlijkse duurzamegroeianalyse (COM(2023) 901) schetst de agenda voor een verdere versterking van de gecoördineerde beleidsrespons van de EU, die het concurrentievermogen van de EU moet bevorderen via een groene en digitale transitie en tegelijkertijd moet zorgen voor sociale rechtvaardigheid en territoriale samenhang.

De vier prioriteiten in het kader van het Europees Semester blijven: het bevorderen van ecologische duurzaamheid, productiviteit, billijkheid en macro-economische stabiliteit. Hiermee kan concurrerende duurzaamheid worden gestimuleerd. De aanpak spoort met de duurzame ontwikkelings- doelen van de VN, die deel uitmaken van het Europees Semester.

Een speerpunt van de cyclus 2024 is de aanpak van structurele en opkomende uitdagingen om het concurrentievermogen van elke lidstaat ten volle te benutten. Dit betekent onder meer: knelpunten voor private en publieke investeringen wegnemen, een gunstig ondernemingsklimaat bevorderen en zorgen voor de ontwikkeling van vaardigheden die nodig zijn voor de groene en de digitale transitie. Synergie en complementariteit tussen de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen en de cohesiebeleidsprogramma's en het in kaart brengen van gebieden waar behoefte is aan verdere investeringen en hervormingen op nationaal en regionaal niveau is hierbij van belang.

Naar verwachting zal de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact in 2024 worden gedeactiveerd. Daarnaast moet het begrotingsbeleid het monetaire beleid ondersteunen bij het terugdringen van de inflatie en het waarborgen van de houdbaarheid van de begroting, maar tegelijkertijd voldoende ruimte bieden voor extra investeringen en ondersteuning van groei op lange termijn.

Adviezen over ontwerpbegrotingsplannen 2024 van de lidstaten van de eurozone
De Commissie heeft onderzocht in hoeverre de ontwerpbegrotingsplannen voor 2024 stroken met de begrotingsaanbevelingen van de Raad van juli 2023 en daarover een analyse uitgebracht in de vorm van een Mededeling (COM(2023) 900). De Commissie vindt dat de ontwerpbegrotingsplannen van Cyprus, Estland, Griekenland, Spanje, Ierland, Slovenië en Litouwen stroken met de aanbevelingen van de Raad. Ontwerpbegrotingsplannen van Oostenrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Portugal en Slowakije zijn daarmee niet geheel in overeenstemming. De ontwerpbegrotingsplannen van België, Finland, Frankrijk, en Kroatië dreigen niet in overeenstemming te zijn met de aanbevelingen.

Aanbeveling voor het economisch beleid van de eurozone voor 2024
De gepresenteerde Aanbeveling voor het economisch beleid van de eurozone 2024 (COM(2023) 903) (EN) bevat beleidsadvies voor de lidstaten van de eurozone over onderwerpen die van invloed zijn op het functioneren van de eurozone als geheel. Zo zouden de lidstaten van de eurozone onder meer:

  • Een gecoördineerd prudent begrotingsbeleid moeten voeren en energiesteunmaatregelen afbouwen om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren;
  • voor een aanhoudend hoog niveau van overheidsinvesteringen moeten zorgen en particuliere investeringen stimuleren door middel van een snellere uitvoering van de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de cohesiebeleidsprogramma's;
  • loonontwikkelingen moeten steunen die het koopkrachtverlies van werknemers beperken;
  • risico's in verband met een verslechterend financieringsklimaat in het oog moeten houden en de bankenunie voltooien; en
  • het concurrentievermogen moeten versterken door de toegang tot financiering te verbeteren, vooruitgang boeken met de kapitaalmarktenunie en zorgen voor gerichte en niet verstorende overheidssteun.

Waarschuwingsmechanismeverslag
Het Mededeling over het waarschuwingsmechanismeverslag (COM(2023) 902) (EN) betreft een screeninginstrument om mogelijke macro-economische onevenwichtigheden op te sporen. Het geeft aan voor welke lidstaten diepgaande evaluaties nodig zijn om na te gaan of ze te maken hebben met onevenwichtigheden die beleidsoptreden vergen. Bij de vorige ronde van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden werd geconcludeerd dat Cyprus, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Portugal, Roemenië, Spanje en Zweden te maken hadden met onevenwichtigheden. Voor deze landen zullen ook in de cyclus 2023-2024 diepgaande evaluaties worden voorbereid.

Voorstel voor een gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid
Het voorstel voor het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid (COM(2023) 904) (EN) bevestigt dat de arbeidsmarkt van de EU veerkrachtig is. De arbeidsparticipatie in de EU bedroeg in 2022 74,6 procent. In het tweede kwartaal 2023 steeg deze tot 75,4 procent. Tegelijkertijd daalde de werkloosheid in de EU in 2022 tot het laagste niveau ooit (6,2 procent), en in het tweede kwartaal 2023 verder (6 procent). Wel zijn er verschillen tussen lidstaten, regio's en sectoren.

Ondanks nominale loonstijgingen zijn de reële lonen in 2022 in bijna alle lidstaten gedaald. Hieruit blijkt het belang van uitgebalanceerde loonvormingsmechanismen, waaronder degelijk sociaal overleg en doeltreffende collectieve onderhandelingen, overeenkomstig de nationale gebruiken. Toereikende minimumlonen kunnen bijdragen aan bescherming van koopkracht van mensen met een laag inkomen en de afname van armoede onder werkenden, terwijl tegelijkertijd de vraag wordt ondersteund en de prikkels om te werken worden versterkt. Aanzienlijke tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden zijn een knelpunt voor economische groei. Zonder adequate aanpak kunnen zij de groene en de digitale transitie belemmeren.

Deze uitgave van het gezamenlijke verslag over de werkgelegenheid is de eerste die ingaat op de vooruitgang naar de doelstellingen van de EU en de lidstaten voor 2030 inzake werkgelegenheid, vaardigheden en op sociaal gebied. Vooruitgang moet nog worden geboekt op het gebied van volwassenenonderwijs en armoedebestrijding. Ook heeft dit verslag een sterkere landspecifieke focus overeenkomstig de beginselen van een kader voor sociale convergentie.

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-bericht: Europese Commissie presenteert najaarspakket van het Europees semester 2022 (26 november 2021)