A t/m E

Banner - EU begrippen - A tot E

© Rijksoverheid

A t/m E

Op deze pagina:

A

A-punt

Punt op de agenda van een vergadering van de Raad waarover volledige overeenstemming bestaat en dat de Raad dus zonder debat kan goedkeuren. Wel kunnen stemverklaringen worden afgelegd en verklaringen in de notulen worden vastgelegd. Wanneer naar aanleiding daarvan alsnog debat ontstaat, wordt het punt van de agenda afgevoerd, tenzij de Raad anders beslist.

Aanbeveling

Niet-verbindende verklaring van de EU-instellingen. Degene tot wie een dergelijke aanbeveling wordt gericht, wordt tot een bepaald gedrag aangespoord zonder hiertoe wettelijk verplicht te zijn.

Aansprakelijkheid van de EU

De EU kan aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door haar instellingen of personeelsleden in de uitoefening van hun functies. Voor aansprakelijkheid wegens een onrechtmatige gedraging moet voldaan zijn aan de volgende drie (cumulatieve) voorwaarden:

• Er moet een schending zijn van een voorschrift van Unierecht dat ertoe strekt aan particulieren rechten toe te kennen; en

• De schending moet voldoende gekwalificeerd zijn, dat wil zeggen dat de instelling de grenzen die aan zijn oordeel zijn gesteld duidelijk en aanzienlijk moet hebben overschreden; en

• Er moet een direct causaal verband bestaan tussen de schending en de door de particulier geleden schade.

Voor aansprakelijkheid wegens een rechtmatige gedraging van de EU-instellingen moet sprake zijn van schade, een causaal verband tussen de schade en de gedraging, en de schade moet een abnormaal en bijzonder karakter hebben.

Aansprakelijkheid van de lidstaten

Lidstaten kunnen aansprakelijk worden gesteld voor aan particulieren veroorzaakte schade als gevolg van schending van het EU-recht. Dit geldt

voor alle organen van een lidstaat, met inbegrip van de rechterlijke macht. Dit is door het Hof van Justitie vastgesteld in de arresten ‘Brasserie du Pecheur’ (C-46/93) en ‘Factortame’ (C-48/93). Voor aansprakelijkheid moet voldaan zijn aan dezelfde drie voorwaarden die gesteld zijn aan aansprakelijkheid van de EU (zie aansprakelijkheid van de EU).

Absorptiecapaciteit

Het vermogen van een land of een organisatie om steun te ontvangen en efficiënt te gebruiken. In het kader van de toetreding van nieuwe lidstaten ziet het begrip op het vermogen van de EU om een nieuwe lidstaat op te nemen, in het bijzonder met het oog op het vrij verkeer van personen.

ACP-landen (Nederlands: ACS)

African, Carribean and Pacific Group of States. Tot de ACP horen 79 landen uit Afrika (48), het Caraibisch gebied (16) en de Stille Oceaan (15) waarmee de EU afspraken maakt over handel en ontwikkelingshulp. Bekende akkoorden zijn die van Lome (1975) en Cotonou (2000). Op basis van de Cotonou-overeenkomst sluit de EU Economische Partnerschapsovereenkomsten met deze landen.

Acte clair/acte éclairé

De hoogste nationale rechter is verplicht prejudiciële vragen te stellen aan het EU-Hof indien een vraag van EU-recht voor deze rechter wordt opgeworpen (artikel 267 EU-Werkingsverdrag). Een uitzondering op deze plicht geldt wanneer geen twijfel mogelijk is over de juiste uitleg van de rechtsregel (acte clair) of wanneer het EU-Hof die regel al een keer heeft uitgelegd (acte éclairé).

Acquis (communautaire)

Franse uitdrukking voor “de verworvenheden van de EU”. De verzameling verdragen, wetgeving (bijvoorbeeld richtlijnen en verordeningen) en jurisprudentie van het EU-Hof. Samen vormen zij het geheel van regels waaraan de instellingen en de lidstaten zich moeten houden. “Het acquis aanvaarden” betekent: zich aanpassen aan de EU in de juridische toestand waarin deze verkeert. Kandidaat-lidstaten moeten het “acquis” aanvaarden voordat zij tot de EU kunnen toetreden. De aanduiding ‘acquis communautaire’ (gemeenschapsacquis) is sinds het Verdrag van Lissabon vervangen door ‘acquis van de Unie'.

Additionaliteit

Additionaliteit is een van de beginselen die ten grondslag liggen aan het functioneren van de Europese structuur- en investeringsfondsen. Dit beginsel bepaalt dat de bijdragen van de fondsen niet als vervanging mogen dienen van de structurele overheidsuitgaven of daarmee gelijk te stellen structurele uitgaven van een lidstaat in de regio´s waarop het beginsel betrekking heeft. Anders gezegd, de financiële toewijzingen uit de structuur- en investeringsfondsen dienen er niet toe te leiden dat de nationale structurele uitgaven in die regio´s worden teruggeschroefd, maar dienen enkel een aanvulling te zijn op de nationale overheidsuitgaven. Vanwege de schaal van de financiële middelen die eraan worden toegewezen, wordt het beginsel van additionaliteit geverifieerd in lidstaten waar minder ontwikkelde regio´s ten minste 15 % van de bevolking beslaan.

Aan het begin van de programmeringsperiode wordt de hoogte van de uitgaven die de lidstaat gedurende de programmeringsperiode aanhoudt, vastgelegd in de partnerschapsovereenkomst (ex-anteverificatie). Tijdens de tussentijdse beoordeling van de programmeringsperiode in 2018 en aan het einde van de periode, in 2022, verifieert de Commissie of elk van de lidstaten het beginsel van additionaliteit heeft nageleefd.

Advies

Niet-verbindende rechtshandeling van de EU-instellingen. Wordt uitgebracht wanneer de EU-instellingen of organen een oordeel willen geven over een bepaalde situatie of gebeurtenis. Bijvoorbeeld: als een Europese staat verzoekt lid te worden van de EU, wordt de Commissie door de Raad gevraagd een advies uit te brengen. Dit advies is belangrijk voor het verdere toetredingsproces. Ander voorbeeld: het EU-Hof kan op verzoek van een andere instelling advies uitbrengen over de vraag of een voorgenomen internationale overeenkomst waarbij de EU partij wordt in overeenstemming is met het Europese recht. Als het Hof negatief adviseert, kan de overeenkomst niet zonder de noodzakelijke wijzigingen worden gesloten.

Advocaat-Generaal (A-G)

Adviseur van het EU-Hof. De negen advocaten-generaal hebben tot taak in het openbaar in volkomen onpartijdigheid en onafhankelijkheid met redenen omklede adviezen uit te brengen (conclusies te nemen) in rechtszaken. In veel gevallen volgt het EU-Hof de conclusie van de A-G. (zie ook conclusie)

AETR-doctrine

Vaste rechtspraak van het EU-Hof op grond waarvan de EU exclusief bevoegd is een internationale overeenkomst te sluiten indien dat noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen, of indien die sluiting gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen. (Voor het eerst ontwikkeld in het arrest van het Hof van Justitie over het ‘Accord Europeen sur les Transport Routiers’ (AETR), zaak 22/70). Deze rechtspraak is sinds het Verdrag van Lissabon gecodificeerd in het EU-Werkingsverdrag (artikel 3, lid 2).

Afgeleide rechtsgrondslag

Rechtsgrondslag voor de vaststelling van maatregelen die is opgenomen in een maatregel (verordening, richtlijnen) die op basis van een rechtsgrondslag in de EU-verdragen is vastgesteld.

Afgeleid recht

Ook: secundair recht. Maatregelen zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten, die door de EU-instellingen zijn vastgesteld op basis van de EU-verdragen. De verdragen zelf worden aangeduid met de term primair recht.

Agendapunten

De punten op de agenda van de Raad worden verdeeld in een deel “wetgevingsberaadslagingen” en een deel “niet-wetgevingswerkzaamheden”. Elk van deze delen worden weer verdeeld in A-punten (geen debat) en B-punten (wel debat) (zie daar).

Agentschappen van de Europese Unie

Instanties die door de EU worden opgericht om een specifiek technische, wetenschappelijke of beheerstaak te verrichten binnen de EU. Zij zijn gevestigd in verschillende EU-landen. Bekende agentschappen zijn Europol en Eurojust (Den Haag), Frontex (Warschau), EFSA (Parma) en EASA (Keulen).

ALDE

Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa. Groepering in het Europees Parlement.

Algemene oriëntatie

Informeel besluit van de Raad over politieke overeenstemming in een dossier op een moment waarop het Europees Parlement nog geen standpunt heeft bepaald.

Algemene rechtsbeginselen

Ongeschreven bronnen van EU-recht die elementaire opvattingen over recht en rechtvaardigheid weerspiegelen en een van de belangrijkste rechtsbronnen van de EU. Deze beginselen zijn hoofdzakelijk ontwikkeld door het EU-Hof op basis van de rechtsbeginselen die de lidstaten gemeen hebben. Tot deze beginselen behoren onder andere de waarborging van de grondrechten, het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel en het discriminatieverbod. Een aantal is nu gecodificeerd in het Handvest van de Grondrechten van de EU.

Algemene strekking

Niet gericht tot een bepaalde welomschreven groep (besluit van algemene strekking).

Antitrust

Mededingingsregels voor ondernemingen, onderdeel van het bredere mededingingsrecht van de EU. Het antitrust-beleid bestaat uit het verbod op kartelvorming door bedrijven, het verbod op misbruik van machtspositie en het toezicht op fusies.

Antidumping

Als producten onder de kostprijs worden afgezet is sprake van dumping. Dit gebeurt bijvoorbeeld om een bepaalde markt te veroveren of om producten te lozen. De EU kan maatregelen nemen om dumping van producten uit derde landen in de EU tegen te gaan. Antidumping is een onderdeel van de handelspolitiek van de EU.

Antici

De Antici-groep, vernoemd naar de grondlegger Paolo Massimo Antici, is een werkgroep, van assistenten van de Permanente Vertegenwoordigers, waarin het werk wordt voorbereid van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers, en wel het COREPER-II. Het werk van de Antici-groep bestaat voornamelijk uit politieke kwesties, het externe beleid van de EU en JBZ-onderwerpen. De evenknie van Antici is de Mertensgroep, die het werk voorbereidt van COREPER-I.

AOB

Agenda-term: Any other business (wat verder ter tafel komt – wvttk). Onder dit punt doet het Voorzittterschap in de vergadering van de Raad mededelingen of brengt het verslag uit. Inbreng van ministers of discussie is niet toegestaan.

ASEM

Asia-Europe Meeting (ontmoeting Azie-Europa). Forum voor dialoog tussen Europese en Aziatische landen. Dit vindt met name plaats door iedere twee jaar een top te organiseren. Er zijn vier ASEM-coördinatoren. Aan Europese zijde zijn dat de Europese Commissie en de lidstaat die op dat moment voorzitter van de Raad van de EU is.

Associatieovereenkomsten

Overeenkomsten met derde landen waarmee de Unie een bijzondere relatie tot stand wil brengen. Associaties worden gekenmerkt door wederkerige rechten en verplichtingen, gemeenschappelijk optreden en bijzondere procedures.

Associatieraad

Een associatieovereenkomst voorziet doorgaans in de oprichting van een associatieraad bestaande uit vertegenwoordigers van de partijen op ministerieel niveau. Vaak kan de associatieraad op grond van de associatieovereenkomst bindende besluiten nemen. Deze besluiten maken onderdeel uit van het EU-recht.

Attributiebeginsel

Ook wel het beginsel van bevoegdheidstoedeling genoemd. Op grond van dit beginsel handelt de EU enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in de Verdragen zijn verleend (artikel 5, lid 2 VEU).

Avis

Zie advies.

B

B-punt

Punt op de agenda van een vergadering van de Raad waarover in de voorbereiding door Coreper nog geen overeenstemming werd bereikt. Er kan dus nog een debat in de Raad over plaatsvinden. Zie ook: Vals B-punt.

Bankenunie
Samenwerking tussen de eurolanden bij het toezicht op de bankensector.

Barcelona-proces

Samenwerking van de EU met de niet-EU-landen rond de Middellandse Zee, gericht op verbetering van de economie en financiële ondersteuning.

Begrotingsprocedure

Bijzondere besluitvormingsprocedure ter goedkeuring van de begroting (artikel 314 EU-Werkingsverdrag). De Commissie dient een voorstel in bij de Raad, het Europees Parlement neemt in een lezing een standpunt in. Zo nodig wordt een bemiddelingscomité bijeengeroepen. Het EU-Werkingsverdrag bevat voorzieningen voor het geval geen overeenstemming wordt bereikt.

Behandelvoorbehoud, parlementair

Het parlementair behandelvoorbehoud is een bijzondere informatieprocedure tussen de Nederlandse regering en het parlement, ingesteld bij de Rijkswet houdende Goedkeuring van het Verdrag van Lissabon (ook wel: Goedkeuringswet). Wanneer deze procedure door de Tweede of Eerste Kamer formeel wordt gestart, kan de regering geen onomkeerbare standpunten innemen, voordat met de Kamer overleg is gevoerd. Het voorbehoud verbiedt de regering niet om mee te onderhandelen in Brussel. Als gevolg van een parlementair behandelvoorbehoud van de Kamer dient de Regering in Brussel melding te maken van een parlementair voorbehoud. Zie voor meer informatie ook deze ECER-EU-essentieel-webpagina.

Bemiddelingscomité

Ook: conciliatiecomité. Comité bestaande uit vertegenwoordigers van Raad, Europees Parlement en Commissie, dat tot taak heeft een impasse in de ‘gewone wetgevingsprocedure’ te doorbreken.

Benchmarking

Het meten hoe goed een bepaald land, een bepaald bedrijf of sector presteert in vergelijking met andere landen, bedrijven en sectoren. De ‘benchmark’ is de norm waaraan de prestaties worden getoetst. Benchmarking is een van de technieken in de ‘open methode van coördinatie’ bijvoorbeeld in het ‘Lissabon-proces’ en EU2020 (zie aldaar).

Berlaymont

Hoofdgebouw van de Europese Commissie in Brussel.

Beroep tot nietigverklaring

Verzoek aan het EU-Hof om een EU-maatregel ongeldig te verklaren wegens onbevoegdheid, schending van wezenlijke vormvoorschriften, schending van het Verdrag of van enige uitvoeringsregeling daarvan of misbruik van bevoegdheid (artikel 263 EU-Werkingsverdrag).

Beroep wegens nalaten

Verzoek aan het EU-Hof om vast te stellen dat een instelling in strijd met een verdragsverplichting nalaat een bepaalde maatregel vast te stellen.

Beschikking

Oude term uit EG-Verdrag. Nu: ‘besluit’ van een van de instellingen van de EU (meestal Commissie of Raad) waarin het EU-recht in concrete, individuele gevallen wordt toegepast. Een beschikking kan gericht zijn tot lidstaten, ondernemingen, rechtspersonen en particulieren en is verbindend in al haar onderdelen. Zie ook ‘besluit’.

Besluit

Een rechtshandeling van de EU die verbindend is in al haar onderdelen. In beginsel van algemene strekking, tenzij het besluit uitdrukkelijk is gericht tot bepaalde adressaten (de voormalige ‘beschikking’), dan is het besluit alleen voor hen verbindend.

Besluitvormingsprocedures

De besluitvormingsprocedures in de Europese Unie zijn opgenomen in het EU-Verdrag, het EU-Werkingsverdrag en het Euratom-Verdrag. Daarin wordt voor de diverse besluiten voorgeschreven welke procedures moeten worden gevolgd en wie daarbij betrokken zijn. De belangrijkste besluitvormingsprocedures zijn de gewone wetgevingsprocedures en bijzondere wetgevingsprocedures, de goedkeuringsprocedure en de begrotingsprocedure.

Best practice

Deze term wordt gebruikt voor het uitwisselen van ervaringen met de praktische aanpak van problemen in de zgn. open methode van coördinatie. De bedoeling van het uitwisselen van best practices is dat lidstaten van elkaar kunnen leren. Het uitwisselen van best practices is vrijblijvend.

Bevoegdheden van de EU

De EU heeft bevoegdheden voor zover daar een basis voor is in de EU-verdragen (zie ook attributiebeginsel). Deze bevoegdheden strekken tot uitvoering van de taken van de EU. Voor elke genomen maatregel moet dus een duidelijk aanwijsbare rechtsbasis zijn. De bevoegdheden van de EU worden onderscheiden in exclusieve bevoegdheden, gedeelde bevoegdheden en aanvullende of ondersteunende bevoegdheden. Deze staan omschreven in de artikelen 3 t/m 6 van het EU-Werkingsverdrag.Indien geen uitdrukkelijke bevoegdheid aanwijsbaar is in de verdragen, kan een beroep worden gedaan op artikel 352 van het EU-Werkingsverdrag onder de daar omschreven voorwaarden (het zgn. flexibiliteitsartikel).

Blokkerende minderheid

Aantal stemmen dat bij stemming met gekwalificeerde meerderheid nodig is om een besluit te voorkomen (dertien lidstaten, of ten minste vier lidstaten die 35 % van de EU-bevolking vertegenwoordigen - zie voor meer bijzonderheden onder Besluitvormingprocedures.

BNC (-fiche)

Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen. Interdepartementaal overlegorgaan onder voorzitterschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Verricht eerste inhoudelijke beoordeling van alle nieuwe Europese regelgevende voorstellen en deelt verdere behandeling daarvan toe aan de beleidsverantwoordelijke departementen. De beoordeling wordt vastgelegd in het zogenaamd BNC-fiche, dat onder meer aan de Eerste en Tweede Kamer verzonden wordt.

Burgerinitiatief

Procedure in het Verdrag van Lissabon om burgers meer invloed te geven op het beleid van de EU-instellingen: Ten minste een miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, kunnen de Europese Commissie verzoeken een voorstel te doen voor een bepaald besluit. De precieze voorwaarden voor de toepassing van het burgerinitiatief zijn vastgesteld in een verordening van de Raad en het Europees Parlement.

Burgerschap van de Unie

Iedere persoon die de nationaliteit bezit van een lidstaat is burger van de Unie en heeft het recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en verblijven, heeft passief en actief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen, en heeft recht op consulaire bescherming in derde landen. Verder heeft een EU-burger het recht een verzoekschrift te richten tot het Europees Parlement en de Europese Ombudsman en de instellingen of organen van de Unie aan te schrijven in de eigen taal. De status van burger van de Unie is geregeld in de artikelen 20 tot en met 25 van het EU-Werkingsverdrag.

C

CAP

Common Agricultural Policy: gemeenschappelijk landbouwbeleid (zie ook GLB).

CATS

Comité gebaseerd op het voormalige artikel 36 EU-Verdrag (Comité de l’Article Trente-Six). Het comité is gehandhaafd na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het coordineert werkzaamheden van Raadswerkgroepen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking en bereidt de werkzaamheden van COREPER-II op dit gebied voor.

CFSP

Common Foreign and Security Policy (Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid - GBVB).

CIM

Interdepartementale commissie voor de Coördinatie van het Internationaal Milieubeleid onder voorzitterschap van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

CM

Afkorting wordt gebruikt op documenten van de Raad. Betreft communicatie naar de lidstaten, zoals agenda's en nadere informatie over vergaderingen.

COB

Close of Business (Deadline: einde van de werkdag).

CoCo

Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen. Interdepartementaal ambtelijk overlegorgaan onder voorzitterschap van de minister van Buitenlandse Zaken. Stelt instructies op voor besluitvorming in de diverse Brusselse Raden door middel van conclusies. De conclusies worden ter goedkeuring aan de ministerraad voorgelegd.

Codecisie

Zie medebeslissingsprocedure.

Codificatie

Het intrekken van verschillende reeds bestaande wetteksten en vervanging daarvan door een enkele officiele wettekst die geen enkele inhoudelijke wijziging van de betrokken wetteksten bevat.

College (van Commissarissen)

De leden van de Europese Commissie vormen samen het College van Commissarissen. Het college bestaat uit 27 Commissarissen, voor elke lidstaat één, waarbij wordt uitgegaan van gelijkheid van de leden. Zij werken op basis van het collegialiteitsbeginsel. Dit betekent dat de besluiten in gezamenlijk overleg worden genomen en dat alle leden collectief verantwoordelijk zijn.

Comités

Voorbereidende instanties van de Raad of ter ondersteuning van de Commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten.

Comité van de Regio’s

Adviesorgaan ingesteld door de EU-verdragen. Samengesteld uit vertegenwoordigers van regionale en lokale overheden. Het wordt geraadpleegd in de door de EU-verdragen voorgeschreven gevallen en in de gevallen waarin de Raad of de Commissie dit wenselijk achten. Het kan bovendien door het Europees Parlement worden geraadpleegd en op eigen initiatief een advies uitbrengen.

Comité van Permanente Vertegenwoordigers

Zie COREPER

Comitologie

Het systeem van comités die de Commissie ondersteunen bij de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden die in verordeningen of richtlijnen aan de Commissie zijn toebedeeld. Deze comités bestaan uit afgevaardigden van de lidstaten. De Commissie zit de comités voor. De comités kennen verschillende vormen en bevoegdheden. Lees meer...

Communautaire methode

De werkwijze van de EU bij de besluitvorming, meestal in contrast met de intergouvernementele methode: de Commissie dient een voorstel in bij de Raad en het Europees Parlement die erover debatteren, wijzigingen voorstellen en ten slotte gezamenlijk tot besluitvorming komen. De Raad besluit in de regel met gekwalificeerde meerderheid en slechts bij uitzondering met unanimiteit. Sinds het Verdrag van Lissabon is de term Uniemethode geschikter.

Conciliatieprocedure

Bemiddelingsprocedure die wordt gestart wanneer in tweede lezing van de gewone wetgevingsprocedure geen overeenstemming kan worden bereikt tussen Raad en Europees Parlement. Zie ook bemiddelingscomité.

Concordantietabel

Tabel waarin wordt aangegeven welke oude bepalingen inhoudelijk overeenstemmen met nieuwe bepalingen, bijvoorbeeld na een hernummering.

Concurrentievermogen (Raad)

Formatie van de Raad van de Europese Unie die bevoegd is op de gebieden interne markt, industrie en onderzoek.

Confidentiel

Rubricering van EU-documenten. Wordt toegepast op gegevens en materiaal waarvan de openbaarmaking zonder machtiging nadelige gevolgen zou kunnen hebben voor de wezenlijke belangen van de Europese Unie of van een of meer van haar lidstaten. Zie ook gerubriceerde documenten.

Consensus

Besluitvorming bij consensus betekent dat alle deelnemers zich kunnen vinden in het besluit. Er hoeft geen stemming plaats te vinden. Verschil met unanimiteit: daar wordt wel gestemd, maar deelnemers kunnen zich onthouden van stemming wanneer zij zich niet kunnen vinden in het besluit en het besluit ook niet willen blokkeren door een veto. Onthouding van stemmen verhindert niet dat het besluit met unanimiteit wordt aangenomen.

Coreper (I en II)

Het Comité des Répresentants Permanents (Comite van Permanente Vertegenwoordigers) is het voorportaal van de Raad en de hoogste ambtelijke groep binnen de Raad. Het coördineert de werkzaamheden van de Raad en bereidt die voor. Komt wekelijks meermaals bijeen. Er zijn twee samenstellingen van Coreper. Coreper I bestaat uit plaatsvervangers van de Permanente Vertegenwoordigers van de lidstaten bij de Europese Unie. Bespreekt doorgaans de meer technische dossiers en terreinen als Interne markt, transport, onderzoek en ontwikkeling. Coreper II bestaat uit de Permanente Vertegenwoordigers zelf en bespreekt o.a. ‘horizontale’ kwesties, politieke aangelegenheden, het externe beleid, JBZ-beleid, financiele kwesties en de begroting.

COREU

CORrespondance EUropeenne. Telexnetwerk tussen lidstaten van de EU om informatie uit te wisselen, met name in het kader van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Ook aanduiding voor de telexberichten zelf, gevolgd door het kenmerk.

COSI

Permanent comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid. Onder toezicht van Coreper belast met de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

Cotonou

De overeenkomst van Cotonou is een verdrag tussen de Europese Unie en landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ook wel ACS-landen), gericht op armoedebestrijding en het meedoen van de ACS-landen in de wereldeconomie.

CVM

Coöperatie- en Verificatiemechanisme in het kader van de toetreding van Roemenië en Bulgarije tot de EU. Dit mechanisme wordt ingezet om na te gaan of Roemenië en Bulgarije voldoende vooruitgang maken met hervorming van het rechtsstelsel, bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad.

D

DAB

Dienst van algemeen belang. Is uitgezonderd van de mededingingsregels van het EU-Werkingsverdrag. Voorbeelden: openbaar onderwijs, politie, rechtspraak.

DAEB

DAEB staat voor dienst van algemeen economisch belang. Een DAEB kan worden uitgezonderd van de gewone mededingingsregels van het EU-Werkingsverdrag als dat nodig is voor het functioneren ervan. De diensten van algemeen economisch belang zijn de activiteiten op het gebied van commerciële dienstverlening waarbij taken van algemeen belang worden vervuld. Daarvoor gelden van overheidswege specifieke verplichtingen inzake openbare dienstverlening. Dit is bijvoorbeeld het geval met de dienstverlening via vervoer-, energie- en communicatienetwerken en vaak in de gezondheidszorg. Het EU-Werkingsverdrag kent een aantal bijzondere regels voor DAEB’s. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bepaalt dat de Unie de toegang tot diensten van algemeen economisch belang erkent en eerbiedigt teneinde de sociale en territoriale samenhang van de Unie te bevorderen.

De minimis

De ‘de minimis-regel’ houdt in dat als een bedrag onder een bepaald plafond blijft, de markt daardoor niet ongunstig beïnvloed wordt. Het is een belangrijk criterium voor de Europese Commissie om te beoordelen of sprake is van een merkbare verstoring van de mededinging, bijvoorbeeld in onderzoeken naar staatssteun.

Delegatie

Op grond van artikel 290 EU-Werkingsverdrag kan de wetgever (Raad/EP of Raad) aan de Commissie de bevoegdheid overdragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen. Zie ook gedelegeerde handelingen.

Derde landen

Aanduiding voor andere landen dan de landen die lid zijn van de Europese Unie.

DG

Directoraat-Generaal (zie ook daar) of directeur-generaal.

DGES

Directoraat-Generaal Europese Samenwerking of de directeur-generaal Europese Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

DIE

Directie Integratie Europa van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Directoraat-Generaal (Commissie)

Het ambtelijk apparaat van de Europese Commissie is opgedeeld in directoraten-generaal (DG’s), die elk een eigen beleidsterrein bestrijken. De DG’s zijn genoemd naar dit beleidsterrein (bijvoorbeeld DG Interne Markt of DG Concurrentie).

Discretionaire bevoegdheid (beoordelingsvrijheid)

De bevoegdheid om zelfstandig een oordeel te vellen over een bepaalde situatie en daarin bindende besluiten te nemen. Als de Verdragen, richtlijnen of verordeningen beoordelingsruimte laten, zal de rechter beslissingen slechts marginaal toetsen. Dat betekent dan dat die beslissingen zijn toegestaan tenzij ze kennelijk onredelijk zijn.

Discriminatieverbod

Binnen de werkingssfeer van de EU-verdragen mag geen onderscheid gemaakt worden op basis van nationaliteit (zie artikel 18 EU-Werkingsverdrag). De meer specifieke bepalingen met betrekking tot goederen, diensten en kapitaal vormen een uitwerking van dit algemene beginsel. Maatregelen ter bestrijding van discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid kunnen binnen de grenzen van de bevoegdheden van de EU worden getroffen op basis van artikel 19 EU-Werkingsverdrag. Het beginsel van gelijke behandeling is volgens vaste rechtspraak ook een algemeen beginsel van Unierecht. Het houdt in dat gelijke gevallen niet ongelijk behandeld mogen worden en dat ongelijke gevallen niet gelijk behandeld mogen worden zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestaat.

Distorsie

Verstoring van de werking van de interne markt waardoor de concurrentie tussen ondernemingen of bedrijfstakken wordt vervalst. Vaak veroorzaakt door verschillen tussen nationale regelgeving van de lidstaten.

DJZ/ER

Afdeling Europees Recht van de Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze afdeling is belast met de advisering van BZ en de departementen over alle aspecten van het Europees recht. Voorts verzorgt de afdeling de procesvoering van de Nederlandse regering bij de Europese Hoven in Luxemburg. Van deze afdeling maakt ook het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) deel uit. DJZ/ER verzorgt mede het secretariaat van de ICER en coordineert de EU-Hof-praktijk in het kader van de ICER-H.

DME

Directie Klimaat, Energie, Milieu en Water van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Doeltreffendheidsbeginsel (ook effectiviteitsbeginsel)

Verplichting van elke lidstaat om bij de inrichting van de interne rechtsorde ervoor te zorgen dat de uitoefening door justitiabelen van de door de EU-rechtsorde verleende rechten in de praktijk niet onmogelijk of uiterst moeilijk wordt gemaakt.

DWM

Directie West-en Midden-Europa van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze directie onderhoudt de bilaterale betrekkingen van Nederland met de landen die lid zijn van de Europese Unie.

E

EASA

European Aviation Safety Agency. EU-agentschap, belast met de bevordering van gemeenschappelijke normen voor veiligheid en milieubescherming in de burgerluchtvaart.

ECB

Zie Europese Centrale Bank.

ECER

Het Expertisecentrum Europees Recht (ECER) wordt beheerd door de afdeling Europees Recht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ECER stelt kennis over Europees recht en de praktische aspecten van Europa beschikbaar aan alle medewerkers van de Haagse kerndepartementen die in hun werkzaamheden met ‘Europa’ te maken krijgen. (zie website voor meer informatie: (www.ecer.minbuza.nl).

ECLI
De European Case Law Identifier of ECLI is een unieke codering (uniform resource identifier) voor gerechtelijke uitspraken in de Europese Unie en haar lidstaten.

ECOFIN

De raadsformatie Economische en Financiele Zaken bestaat uit de ministers van economische zaken en/of financiën van de lidstaten van de Europese Unie. De Ecofin-raad vergadert formeel een keer per maand.

Economisch en Sociaal Comité

Dit adviescomité van de EU is samengesteld uit vertegenwoordigers uit de diverse sectoren van het maatschappelijk leven, waaronder producenten, landbouwers, vervoerders, werknemers, handelaren, ambachtslieden en consumenten. Het wordt geraadpleegd in de door de EU-Verdragen voorgeschreven gevallen en in de gevallen waarin de Raad of de Commissie dit wenselijk achten. Het kan bovendien door het Europees Parlement worden geraadpleegd en op eigen initiatief een advies uitbrengen.

ECR

European Conservatives and Reformists Group (Europese Conservatieven en Hervormers). Deze fractie in het Europees Parlement bestaat onder andere uit het Nederlandse SGP en FvD.

EDEO

De Europese dienst voor extern optreden (Engels: EEAS of European External Action Service). Deze dienst staat de Hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van de Europese Unie ter beschikking bij de vervulling van zijn ambt. De dienst bestaat uit ambtenaren van de Raad, de Commissie en de lidstaten.

Eenparigheid van stemmen

Zie unanimiteit.

EER

Zie Europese Economische Ruimte.

Effectiviteitsbeginsel

Zie doeltreffendheidsbeginsel

EFSA

European Food Safety Authority. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid is een agentschap van de Europese Unie dat onafhankelijke wetenschappelijke adviezen verstrekt over alle aangelegenheden die direct of indirect van invloed zijn op de voedselveiligheid van mens en dier. De EFSA is gevestigd in Parma (Italië).

EFSF
Europese Financiële Stabilisatie Faciliteit: Noodfonds in de vorm van een Luxemburgse vennootschap, waaraan alle Eurozone-staten deelnemen.

EFTA

European Free Trade Association. Zie EVA.

EFTA-SA

European Free Trade Association Surveillance Authority. Dat is de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsorganisatie, belast met het toezicht op de naleving van de EER-overeenkomst door de deelnemende EVA-staten.

EG

Europese Gemeenschap. Voorheen de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in 2009 is de EG vervangen door de EU.

EGKS

Zie Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

EMSA

European Maritime Safety Organisation (Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid). Het Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid is een van de agentschappen van de Europese Unie. Het Agentschap, gevestigd in Lissabon, verleent technische assistentie aan de Europese Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van EU-wetgeving inzake maritieme veiligheid. Het is ook belast met operationele taken op het gebied van de bestrijding van olieverontreiniging, monitoring met satellieten en de identificatie en het volgen van schepen op lange afstand.

EPA’s

EPA’s (Economische Partnerschapsakkoorden) zijn akkoorden van de Europese Unie met de ACS-landen (de landen van Afrika, de Caraiben en de Stille Oceaan).

EPA

Europese Politieacademie of European Police College. Meestal aangeduid met de afkorting CEPOL (Collège européen de police). CEPOL is een agentschap van de Europese Unie, belast met opleiding van senior police officers om de politiesamenwerking tussen de lidstaten te bevorderen. CEPOL is gevestigd in Boedapest (Hongarije).

EPP

European Peoples Party. Zie EVP.

ESA

European Space Agency ofwel de Europese Ruimtevaartorganisatie. ESA is een onafhankelijke Europese organisatie, gevestigd in Parijs, die zich richt op de ontwikkeling van de ruimtevaart in Europa.

ESF

Het Europees Sociaal Fonds. Het ESF is een belangrijk financieel instrument van de EU voor de ondersteuning van werkgelegenheid in de lidstaten en het stimuleren van economische en sociale samenhang. Het ESF is een van de Structuurfondsen van de EU, bestemd voor het verbeteren van de sociale samenhang en economische welvaart in alle regio’s van de Unie.

ESM
Europees Stabilisatie Mechanisme: noodfonds voor de verstrekking van leningen aan Eurolanden in moeilijkheden, gebaseerd op een apart verdrag tussen de lidstaten van de Eurozone en andere lidstaten.

EU

Zie: Europese Unie.

EU2020

De opvolger van de Lissabon-strategie (zie aldaar) voor de periode tot 2020. De EU moet een slimme, duurzame en inclusieve economie worden. De speerpunten van deze strategie zijn werkgelegenheid, innovatie, klimaatverandering/energie, onderwijs en armoedebestrijding/sociale inclusie. De Commissie publiceert ieder jaar een voortgangsrapport, dat door de Europese Raad in het voorjaar beoordeeld wordt.

EU-Pilot

Een project van de EU gericht op een doelmatige afhandeling van klachten over (vermeende) inbreuken van de lidstaten op het EU-recht.

EU-Verdrag

Verdrag betreffende de Europese Unie. Zie Verdrag van Maastricht en Verdrag van Lissabon.

EU-Werkingsverdrag

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Zie Verdrag van Lissabon.

Eur-Lex

Databank met regelgeving en rechtspraak van de Europese Unie (http://eur-lex.europa.eu/nl/index.htm).

Euratom

Zie: Europese gemeenschap voor Atoomenergie (EGA).

Eurogroep

De Eurogroep bestaat uit ministers van Financien van de EU-lidstaten die de Euro als munteenheid hebben. Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te bevorderen en zaken te bespreken die de Eurozone aangaan. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.

Eurojust

Orgaan van de EU voor justitiële samenwerking. Eurojust stimuleert en verbetert de coördinatie van onderzoeken en vervolgingen, en staat de lidstaten bij om ervoor te zorgen dat onderzoek en vervolging doeltreffender worden. Eurojust bestaat uit officieren van justitie, rechters en politieambtenaren. Eurojust is gevestigd in Den Haag.

European Free Trade Association (EFTA)

Europese Vrijhandelsorganisatie. Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland zijn lid. De EFTA heeft een overeenkomst gesloten met de EU, de zogenaamde EER-overeenkomst (met uitzondering van Zwitserland).

Zie EER.

Europees Correspondent

Functie bij de nationale ministeries van Buitenlandse Zaken, belast met de communicatie tussen de lidstaten en de Raad en Commissie via het telexnetwerk COREU.
European Mechanism for emergency response

Europees Parlement

Het Europees Parlement (EP) is een instelling van de Europese Unie. Het EP bestaat uit 750 leden plus een voorzitter. De voornaamste bevoegdheden van het Europees Parlement zijn:

• Besluitvormend: beraadslaging over regelgevende voorstellen van de Commissie. Is samen met de Raad betrokken bij het wetgevingsproces, vaak zelfs als medewetgevende instantie, via verschillende procedures (medebeslissingsprocedure, goedkeuringsprocedure, raadplegingsprocedure).

• Controlerend: Controle op de benoeming van de (leden van de) Europese Commissie (en de mogelijkheid om deze te ‘weigeren’). Kan de Commissie gedurende de zittingstermijn van vijf jaar als geheel tot aftreden dwingen (NB: geen individuele leden). Mogelijkheid schriftelijke en mondelinge vragen te stellen aan Commissie en Raad over hun beleid.

• Budgettair: Het EP deelt met de Raad volledige begrotingsbevoegdheid door het goedkeuren van de jaarlijkse begroting, door deze executoir te maken door middel van de handtekening van de voorzitter van het Parlement en door toe te zien op de uitvoering daarvan. Daarnaast kiest het EP een ombudsman die eventuele klachten in ontvangst neemt van burgers van de Unie over het optreden van instellingen en organen van de EU. Tenslotte kan het EP een tijdelijke enquêtecommissie aanstellen. De bevoegdheden van zo een commissie zijn niet beperkt tot de activiteiten van de communautaire instellingen, maar kunnen zich ook uitstrekken tot het optreden van de lidstaten bij de uitvoering van het EU-beleid.

Europees Hof van Justitie

Zie Hof van Justitie van de Europese Unie. Ook wel aangeduid als EU-Hof.

Europees Semester

Het Europees Semester is een cyclus voor de coordinatie van het beleid inzake economie, begroting, werkgelegenheid en sociale zaken in de EU. Het is een onderdeel van het Europese kader voor economisch bestuur en bestrijkt de eerste periode van 6 maanden van ieder jaar. Lidstaten stemmen hun begrotings- en economisch beleid af op de regels die op EU-niveau zijn overeengekomen. Zie meer informatie hier.

Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB)

Belast met de bepaling van het monetair beleid van de EU. De Europese Centrale Bank (ECB) en de 27 nationale centrale banken maken deel uit van dit stelsel. Het hoofddoel van het ESCB is het handhaven van prijsstabiliteit. Het ondersteunt bovendien het algemene economische beleid in de EU om hiermee bij te dragen tot de doelstellingen van de EU. Niet te verwarren met: Eurosysteem (zie daar).

Europese Akte

Een op 1 juli 1987 in werking getreden aanpassing van het EEG-Verdrag uit 1957. De akte had betrekking op de besluitvorming, de inrichting van de interne markt uiterlijk 1 januari 1993, het monetaire beleid en de Europese Politieke Samenwerking (voorloper van het GBVB).

Europese Centrale Bank

EU-instelling. Heeft rechtspersoonlijkheid en het alleenrecht machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de EU. De ECB kan, ter uitvoering van aan het ESCB opgedragen taken, verordeningen vaststellen, beschikkingen geven, aanbevelingen doen en adviezen uitbrengen. Het is onafhankelijk van lidstaten, andere instellingen van de EU en andere organen. Hoofddoel van de ECB is het handhaven van de koopkracht van de euro en daarmee prijsstabiliteit in het eurogebied.

Europese Commissie (EC)

Deze instelling van de Europese Unie is onafhankelijk van de lidstaten en behartigt het algemeen belang van de EU. Zij heeft vaak het alleenrecht om EU-regelgeving te initiëren en controleert de lidstaten op de juiste toepassing van de Europese regelgeving. Daarnaast heeft zij tot taak Europese regelgeving uit te voeren.

Europese Conventie

(ook: Conventie). De Conventie wordt bijeengeroepen als de Europese Raad besluit dat een gewone verdragswijziging besproken moet worden. De Conventie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de nationale parlementen, staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, Europees Parlement en de Commissie. De Conventie neemt het voorstel tot herziening van het verdrag in overweging en neemt bij consensus een aanbeveling aan over de verdragswijziging. Indien het geen grote wijziging betreft kan de Europese Raad, na advies het EP, besluiten geen Conventie bijeen te roepen.

Europese Economische Ruimte (EER)

De EER is in 1992 opgericht bij een verdrag tussen de landen van de EU, de EU en de toenmalige landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA of EFTA), met uitzondering van Zwitserland. Het akkoord bevordert vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal tussen de deelnemende landen. Ook wordt er samengewerkt op economisch gebied. De EER is opgericht om de landen van de EVA die niet zouden toetreden tot de Europese Unie toch te laten profiteren van het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in de Europese Unie. Hiervoor moest wetgeving van de EU worden ingevoerd in de EER-staten.

Europese Gemeenschap (EG)

Voorheen Europese Economische Gemeenschap (EEG). Opgericht in 1957 bij het Verdrag van Rome. Sinds het Verdrag van Maastricht (1992) hernoemd tot Europese Gemeenschap. Het EG-Verdrag is het Verdrag van Rome (1957) zoals gewijzigd door de verdragen van Maastricht (1992), Amsterdam (1997), Nice (2000). Door het Fusieverdrag van 1965 kregen de E(E)G, de EGKS (zie aldaar) en de EGA (zie aldaar) een gezamenlijke institutionele structuur (een Raad, een Commissie, etc.). Bij het Verdrag van Lissabon (2007) is de Europese Gemeenschap volledig opgegaan in de EU en bestaat dus als zodanig niet meer. Het EG-Verdrag heet sindsdien Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (EU-Werkingsverdrag of VWEU).

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

Opgericht in 1951. Was de eerste van de drie Europese Gemeenschappen, met als doel verzoening in Europa (voornamelijk tussen Frankrijk en Duitsland) door de productie van kolen en staal onder gezag van een Hoge Autoriteit (internationale controle) te brengen. Dit Verdrag is de basis voor de Europese Unie zoals we die vandaag kennen. In juli 2002 is het EGKS-Verdrag van rechtswege beëindigd (het kende een looptijd van 50 jaar). De EGKS-sectoren vielen sindsdien onder het EG-Verdrag en sinds december 2009 onder het EU-Werkingsverdrag.

Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA, ook Euratom)

Opgericht in 1957. Opgericht om de onderzoeksprogramma’s voor ontwikkeling en vreedzaam gebruik van kernenergie van de lidstaten op elkaar af te stemmen. Ziet op de controle op de productie van kernenergie en de daartoe benodigde grondstoffen. Maakte sinds 1992 deel uit van de eerste pijler (zie pijlerstructuur) van de Europese Unie. Is sinds het Verdrag van Lissabon weer een aparte Gemeenschap, maar maakt wel gebruik van de instellingen van de EU.

Europese Investeringsbank

Financieel orgaan van de EU. Heeft tot taak om met een beroep op de kapitaalmarkten en op haar eigen middelen bij te dragen tot een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de interne markt. Hiertoe vergemakkelijkt zij onder meer de financiering van projecten tot ontwikkeling van minder ontwikkelde gebieden. De Europese Investeringsbank bezit rechtspersoonlijkheid en de leden ervan zijn de lidstaten.

Europese Ombudsman

Verkozen door het Europees Parlement, bij wie Europese burgers, bedrijven of instellingen een klacht over wanbeheer van een Europese instelling kunnen indienen. Deze stelt naar aanleiding van de klacht een onderzoek in en brengt verslag uit aan de betrokken instelling en aan het Europees Parlement.

Europees Ontwikkelingsfonds

Ingesteld bij de overeenkomsten van Rome, nu de Overeenkomst van Cotonou. Besluitvorming over het fonds en de voeding ervan vindt plaats door de lidstaten in intergouvernementeel verband, niet door de EU.

Europese Raad

Instelling van de EU, bestaande uit de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten van de Europese Unie, zijn voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. De Europese Raad komt minstens vier keer per jaar bijeen om de algemene politieke beleidslijnen vast te stellen. Wordt voorgezeten door een gekozen ‘vaste’ voorzitter, niet door het roulerend voorzitterschap.

Europese Rekenkamer

De Rekenkamer is een instelling van de EU, gevestigd in Luxemburg. De Rekenkamer controleert of de EU-middelen, die afkomstig zijn van de belastingbetaler, op legale en zuinige wijze en voor het doel waarvoor ze waren bestemd, worden besteed. Zij zorgt ervoor dat de belastingbetaler zoveel mogelijk waar voor zijn geld krijgt en heeft het recht om iedere persoon of organisatie die EU-gelden hanteert te controleren. De Rekenkamer telt een lid uit elke lidstaat.

Europees Stabilisatie Mechanisme
ESM: noodfonds voor de verstrekking van leningen aan Eurolanden in moeilijkheden.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

Ziet erop toe dat alle instellingen en organen van de EU de EU-regels op het gebied van privacybescherming respecteren. Engels: European Data Protection Supervisor (EDPS).

Europese Unie

De Europese Unie (EU) is opgericht bij het Verdrag van Maastricht (1993) en heeft in de loop der jaren vergaande bevoegdheden gekregen op het terrein van buitenlandse zaken, defensie, justitie en binnenlandse zaken. Bij het Verdrag van Lissabon (2009) volgde de EU ook de Europese Gemeenschap op, waarvan de uitgebreide bevoegdheden overgingen op de EU. De EU heeft eigen instellingen waaraan de lidstaten een deel van hun soevereiniteit hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Europese Raad, de Raad en het Hof van Justitie. Sinds 1 februari 2020 telt de EU 27 lidstaten.

Europol

Europol, de Europese Politiedienst, werd in 1992 opgericht om informatie over criminaliteit in Europa te verwerken. Europol is een agentschap van de EU. Europol is in Den Haag gevestigd en het personeel bestaat onder meer uit vertegenwoordigers van de nationale rechtshandhavingsdiensten (politie, douane, immigratiediensten, enz.). De raad van bestuur van Europol bestaat uit een vertegenwoordiger per EU-lidstaat.

Eurostat

Bureau voor de statistiek van de Europese Unie. Verzamelt en publiceert statistische informatie ten behoeve van de taken van de EU.

Eurosysteem

De Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de landen die de euro als munt hebben, vormen het Eurosysteem.

Eurowob

De Eurowob is de in Nederland populaire benaming van EU-verordening 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de
Commissie. De naam refereert aan de Wob, de afkorting voor de Nederlandse Wet openbaarheid van bestuur.

EVA

Europese Vrijhandelsassociatie, een organisatie die in 1960 is opgericht om de vrije handel in goederen tussen de aangesloten landen te bevorderen. Er waren oorspronkelijk zeven EVA-landen: Oostenrijk, Denemarken, Noorwegen, Portugal, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk (VK). Finland trad in 1961 toe, IJsland in 1970 en Liechtenstein in 1991. In 1973 verlieten het Verenigd Koninkrijk en Denemarken de EVA om toe te treden tot de EEG (zie hierboven). Zij werden gevolgd door Portugal in 1986 en door Oostenrijk, Finland en Zweden in 1995. Thans zijn de EVA-leden IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.

Evenredigheidsbeginsel

Algemeen beginsel van EU-recht, op grond waarvan de inhoud en vorm van het optreden van de EU niet verder mag gaan dan wat nodig is om het beoogde doel te verwezenlijken. Ook: proportionaliteitsbeginsel.

Zie ook: proportionaliteitstoets.

EVDB

Europees Veiligheids en Defensiebeleid.

EVF (Europees Visserijfonds)

Het EVF is een door de EU ingesteld fonds. Het Europees Visserijfonds (EVF) moet bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), met name de instandhouding en de duurzame exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van de zee. Het fonds kan in het kader daarvan financiële steun verlenen.

EVP

Europese Volkspartij (Engels: EPP). Deze grote fractie in het Europees Parlement en bestaat voornamelijk uit conservatieve partijen, zoals de Franse UMP, het Duitse CDU/CSU en het Nederlandse CDA.

EVRM

Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. Het EVRM is een verdrag in het kader van de Raad van Europa. Het EVRM is dus geen EU-verdrag. Ook is de EU geen partij bij het EVRM, maar de normen ervan moeten wel worden geeerbiedigd door de EU-instellingen. In het EU-Verdrag is vastgelegd dat de EU formeel zal toetreden tot het EVRM.

EWS

Europese Werkgelegenheidstrategie. De EWS is een jaarlijks programma van de EU dat erop gericht is het beleid van de lidstaten te plannen, te volgen, te onderzoeken en bij te stellen en hun instrumenten voor werkloosheidsbestrijding te coördineren.

Exclusieve bevoegdheid

Als de Europese Unie exclusief bevoegd is, is het een lidstaat niet toegestaan zelf op te treden op dat terrein. Artikel 3 van het EU-Werkingsverdrag beschrijft de gebieden waarop de EU exclusief bevoegd is op te treden: de douane-unie; de vaststelling van mededingingsregels die voor de werking van de interne markt nodig zijn; het monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben; de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid; de gemeenschappelijke handelspolitiek. Op deze gebieden is de EU ook exclusief bevoegd verdragen te sluiten met derde landen en internationale organisaties. Ook is de Unie exclusief bevoegd verdragen te sluiten als een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, als de sluiting noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit de oefenen of als de sluiting gevolgen gevolgen kan hebben voor regels van de Unie of de strekking daarvan kan wijzigen.

Expertcomité (ook expertgroep)

Een Expertcomité wordt door de Europese Commissie vaak belegd om in de aanloop naar een regelgevend voorstel de kennis en expertise van de lidstaten in te roepen. Bijvoorbeeld omdat er sprake is van een gecompliceerd of politiek gevoelig beleidsterrein. Deelnemers aan Expertcomités spreken in principe op persoonlijke titel; lidstaten kunnen op verzoek van de Commissie ambtelijke of onafhankelijke experts afvaardigen (bijvoorbeeld hoogleraren of vertegenwoordigers van belangenorganisaties).

Externe bevoegdheden

In EU-verband wordt hiermee gedoeld op de bevoegdheid van de EU om extern op te treden, dat wil zeggen samenwerkingsafspraken te maken en verdragen te sluiten met derde landen en internationale organisaties.