Op deze pagina:
Artikel 21, lid 1, tweede volzin van het EU-Verdrag bepaalt dat de Europese Unie ernaar streeft betrekkingen te ontwikkelen en partnerschappen aan te gaan met landen die geen lid zijn van de EU ('derde landen'). Het sluiten van associatieovereenkomsten vormt één van de manieren waarop de EU beoogt uitvoering te geven aan die doelstelling. Op grond van artikel 217 van het EU-Werkingsverdrag kan de EU namelijk met derde landen (en internationale organisaties) akkoorden sluiten, waarbij een associatie wordt ingesteld die gekenmerkt wordt door wederkerige rechten en verplichtingen, gemeenschappelijk optreden en bijzondere procedures.
De EU heeft diverse soorten associatieakkoorden gesloten met derde landen. Hieronder worden de verschillende soorten akkoorden beschreven.
Associatieovereenkomsten hebben tot doel om de politieke associatie en de economische integratie tussen de EU en het derde land of de derde landen te bevorderen. De politieke associatie wordt onder meer verwezenlijkt door de deelname van het derde land of de derde landen aan EU-beleid, EU-programma's of EU-agentschappen te vergroten. De economische integratie wordt bereikt door het opzetten van een diepe en brede vrijhandelsruimte tussen de EU en het derde land of de derde landen, waarbij wordt voorzien in een verregaande aanpassing van de regelgeving en de liberalisering van de markttoegang. Om het economisch potentieel van het derde land of de derde landen te ondersteunen beogen associatieovereenkomsten ook de aanpassing van de wetgeving van het derde land of de derde landen aan die van de EU.
De EU heeft op dit moment associatieovereenkomsten met de volgende landen of regio's: Chili, Georgië, Midden-Amerika (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama), Moldavië, Oekraïne en Turkije.
Meer informatie:
Gerelateerde ECER-dossiers:
Naar boven
De Partnerschapsovereenkomst tussen de EU en haar lidstaten, enerzijds, en de leden van de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, anderzijds, vormt het overkoepelende kader voor de betrekkingen van de EU met 47 Afrikaanse, 16 Caribische en 15 Pacifische landen, en de Malediven. Op 20 juli 2023 nam de Raad het Besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de nieuwe partnerschapsovereenkomst aan, waardoor de overeenkomst door de EU kon worden ondertekend. De ondertekeningsceremonie vond vervolgens op 15 november 2023 plaats. Vlak voor deze ceremonie werd ook de benaming van de overeenkomst overeengekomen: de Overeenkomst van Samoa. De Overeenkomst van Samoa wordt sinds 1 januari 2024 voorlopig toegepast.
De Overeenkomst van Samoa komt in de plaats van de Overeenkomst van Cotonou uit 2000. De Overeenkomst van Cotonou werd gesloten voor een periode van twintig jaar, en zou aanvankelijk op 29 februari 2020 aflopen. Besluit nr. 3/2019 van het ACS-EU Comité van ambassadeurs, zoals herhaaldelijk gewijzigd, voorzag in de (uiteindelijke) verlenging van de toepassing van de bepalingen van de Overeenkomst van Cotonou tot en met 31 december 2023.
De Europese Unie sluit stabilisatie-en associatieovereenkomsten met landen die door de EU zijn aangemerkt als (potentiële) kandidaten voor het lidmaatschap van de EU. Het doel van deze stabilisatie- en associatieovereenkomsten is de uiteindelijke toetreding van de landen tot de Europese Unie. De stabilisatie-en associatieovereenkomsten hebben verder de volgende doelstellingen:
De EU heeft op dit moment stabilisatie- en associatieovereenkomsten met de volgende landen: Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Servië, Montenegro, Noord-Macedonië en Albanië.
De Europese Unie heeft euromediterrane associatieovereenkomsten gesloten met een aantal landen die deel uitmaken van het Zuidelijke Nabuurschap van de EU. Het gaat om derde landen die hun ligging hebben aan de Mediterraanse Zee. De overeenkomsten kunnen de volgende doelstellingen hebben:
De EU heeft op dit moment euromediterrane associatieovereenkomsten met de volgende landen: Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Israël, Marokko, Tunesië en Palestina (interim).
In de vorige paragraaf werd verwezen naar het Zuidelijke Nabuurschap van de EU. In tegenstelling tot andere landen die zijn aangesloten bij het Zuidelijk Nabuurschap, is met Syrië (nog) geen euromediterrane associatieovereenkomst gesloten. De betrekkingen tussen de EU en Syrië vinden plaats in het kader van een samenwerkingsovereenkomst uit 1977. De samenwerkingsovereenkomst moet bijdragen aan de economische en sociale ontwikkeling van Syrië. Naar aanleiding van de oorlog in Syrië heeft de Raad in 2011 besloten om de toepassing van een gedeelte van de samenwerkingsovereenkomst op te schorten (Besluit 2011/523).
De Europese Unie heeft een Overeenkomst over handel, ontwikkeling en samenwerking met Zuid-Afrika gesloten. De overeenkomst bevat een preferentiële handelsregeling tussen de EU en Zuid-Afrika, inclusief de geleidelijke totstandbrenging van een vrijhandelszone. De ontwikkelingsbijstand van de EU ten gunste van Zuid-Afrika wordt voornamelijk gefinancierd uit de EU-begroting, Daarnaast strekken de bepalingen van de overeenkomst zich uit tot de samenwerking op uiteenlopende gebieden, zoals:
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-overeenkomst) uit 1992 brengt IJsland, Liechtenstein en Noorwegen (dit zijn drie van de vier Europese Vrijhandelsassociatie (EVA (of EFTA)) landen) op de interne markt van de EU, waarbij het vrije verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal wordt gewaarborgd. Behalve de vier vrijheden en bepaalde aspecten van andere, verwante beleidsgebieden (bijvoorbeeld onderwijs, onderzoek, sociale zaken, consumentenbescherming, vennootschapsrecht en het milieu), bestrijkt de overeenkomst regels over mededinging en staatssteun.
13-09-2024
Het pakket overeenkomsten en protocollen brengt onder meer nieuwe financiële middelen voor projecten in de begunstigde staten van de Europese Economische Ruimte, die de economische en sociale verschillen in de EER moeten ...
31-07-2024
Een regeling van een lidstaat die voor Turkse werknemers voorziet in strengere voorwaarden voor de verkrijging van een permanente verblijfsvergunning dan die welke in die lidstaat golden bij de inwerkingtreding van Besluit ...