Op deze pagina:
De Europese Unie is op verschillende terreinen bevoegd tot extern optreden. De EU-verdragen beogen een zo coherent mogelijk extern optreden te verzekeren. Dit komt met name tot uitdrukking in artikel 3, lid 5, artikel 21 en artikel 22 van het EU-verdrag. Toch zijn de externe bevoegdheden van de EU soms lastig af te bakenen. Bij het externe optreden van de Europese Unie (met name overeenkomsten met internationale organisaties en met derde-landen) ontstaat regelmatig de vraag over welke onderwerpen Nederland zelf bevoegd is en voor welke onderwerpen de Europese Unie (mede) bevoegd is.
Dergelijke vragen kunnen niet alleen rijzen op het moment van totstandkoming van internationaal beleid (bij het onderhandelen), maar ook bij de voorbereiding (meestal in Brussel) en bij de tenuitvoerlegging van internationaal beleid. In dit dossier wordt het algemene juridische kader geschetst waarbinnen de externe betrekkingen van de EU gestalte krijgen. Daarbij wordt ingegaan op de verschillende typen bevoegdheden: zo kan een externe bevoegdheid impliciet of expliciet, exclusief of gemengd zijn. Ook wordt het sluiten van verdragen in nader detail bekeken.
Naar boven
04-09-2025
De Europese Commissie heeft bij de Raad voorstellen ingediend voor de ondertekening en sluiting van de partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Mercosur (EMPA) en de gemoderniseerde algemene overeenkomst tussen de EU en ...
11-08-2025
De Europese Commissie heeft op 28 juli 2025 een voorstel voor een Raadsbesluit tot gedeeltelijke opschorting van de deelname van Israël aan Horizon Europa gepresenteerd. Het besluit zal gevolgen hebben voor de deelname van ...
03-07-2025
Met het nieuwe type garantieovereenkomst kan onder meer tot 5 miljard euro worden vrijgemaakt om Global Gateway investeringen in partnerlanden minder risicovol te maken en om de activiteiten van de Europese Investeringsbank ...