Europese Commissie presenteert verslag over de toepassing van de richtlijn procedurele rechten van minderjarige verdachten

Contentverzamelaar

Europese Commissie presenteert verslag over de toepassing van de richtlijn procedurele rechten van minderjarige verdachten

Uit het verslag komt naar voren dat er in sommige lidstaten nog steeds sprake is van nalevingskwesties met betrekking tot kernbepalingen van de richtlijn. Dit is met name het geval met betrekking tot de reikwijdte van de nationale maatregelen ter uitvoering van de richtlijn en de omzetting van materiële kernbepalingen, onder meer inzake het recht op informatie, bijstand door een advocaat, het recht op een individuele beoordeling en de regels voor het opleggen van een vrijheidsstraf en de behandeling in geval van vrijheidsbeneming. Op basis van de voor het verslag verzamelde informatie blijkt ook dat er nalevingskwesties bestaan met betrekking tot de regels inzake uitstel van het verhoor en het recht om voorafgaand aan het verhoor een advocaat te ontmoeten en te raadplegen.

Richtlijn (EU) 2016/800 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure (hierna: de richtlijn) heeft tot doel procedurele waarborgen vast te stellen om te verzekeren dat kinderen, dat wil zeggen personen die jonger zijn dan 18 jaar, die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure, deze procedure kunnen begrijpen en volgen en hun recht op een eerlijk proces doeltreffend kunnen uitoefenen. Deze richtlijn heeft ook tot doel recidive te voorkomen en de sociale integratie te bevorderen van kinderen die een wetsovertreding hebben begaan.

Op grond van artikel 25 van de richtlijn moet de Europese Commissie een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad waarin wordt beoordeeld in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben genomen om aan deze richtlijn te voldoen. Met het oog op het verzamelen van informatie over de praktische toepassing van artikel 6 en om onder meer informatie te verzamelen over de uitvoering van bepalingen van de richtlijn die praktische uitvoeringsmaatregelen in plaats van wettelijke omzetting vereisen, is een vragenlijst naar de lidstaten gestuurd. Van 20 van de 25 deelnemende lidstaten zijn antwoorden ontvangen.

Op 24 oktober 2024 heeft de Europese Commissie een verslag gepresenteerd. Het verslag is gebaseerd op de informatie die de lidstaten aan de Commissie hebben verstrekt in het kader van de kennisgeving van nationale maatregelen tot omzetting van de richtlijn en de bijbehorende toelichtende stukken, alsmede op de aanvullende informatie die in antwoord op de vragenlijst is verstrekt, voor zover die aanvullende informatie inderdaad is verstrekt. De informatie is ook gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en op door de Commissie gefinancierde studies van externe belanghebbenden.  In het verslag worden ook bepalingen van de richtlijn belicht die de vaststelling van praktische uitvoeringsmaatregelen vereisen en wordt een overzicht gegeven van de door de lidstaten verstrekte informatie over de vaststelling van dergelijke maatregelen.

Meer informatie:

  • ECER-dossier - Rechten van minderjarige verdachten en beklaagden