Europese Commissie presenteert wetgevingsvoorstel voor een noodinterventie op de Europese elektriciteitsmarkt
Nieuwsbericht | 16-09-2022
Achtergrond
De Commissie heeft het probleem van de stijgende energieprijzen in het afgelopen jaar aangepakt, en de lidstaten hebben op nationaal niveau vele maatregelen genomen die de Commissie heeft verschaft via de toolbox voor energieprijzen die in oktober 2021 is goedgekeurd (zie het ECER-bericht over de toolbox) en in het voorjaar van 2022 is uitgebreid met de mededeling over marktinterventies op korte termijn en verbeteringen op lange termijn van de opzet van de elektriciteitsmarkt (zie het ECER-bericht over de mededeling) en het REPowerEU-plan.
De situatie op de energiemarkt is aanzienlijk verslechterd sinds de Russische invasie in Oekraïne. De Commissie heeft al nieuwe minimumverplichtingen voor gasopslag en doelstellingen voor terugdringing van de vraag voorgesteld om het evenwicht tussen vraag en aanbod in Europa te vergemakkelijken, en de lidstaten hebben deze voorstellen snel aangenomen vóór de zomer (zie het ECER-bericht over de minimumverplichtingen voor gasopslag en het ECER-bericht over de terugdringing van de vraag).
De energieprijzen zijn verder gestegen in de zomermaanden, die ook werden gekenmerkt door extreme weersomstandigheden. Met name de droogte en extreme warmte hebben gevolgen gehad voor de elektriciteitsopwekking door waterkracht en kernenergie, waardoor de energievoorziening verder is afgenomen. Daarom presenteerde de Commissie op 14 september 2022 een wetgevingsvoorstel voor een noodinterventie op de elektriciteitsmarkt, met gemeenschappelijke Europese instrumenten om de hoge prijzen en onevenwichtigheden in het systeem tussen leveranciers en eindgebruikers van elektriciteit aan te pakken, waarbij de algemene werking van de interne energiemarkt in stand wordt gehouden en risico's voor de voorzieningszekerheid worden voorkomen.
Inhoud van het wetgevingsvoorstel
Verminderen van de vraag
De eerste reactie van de Commissie om de hoge energieprijzen aan te pakken is het verminderen van de vraag. Dit kan van invloed zijn op de elektriciteitsprijzen en een algemeen kalmerend effect op de markt hebben. Om de duurste uren van elektriciteitsverbruik aan te pakken, wanneer de elektriciteitsopwekking op gas een aanzienlijk effect heeft op de prijs, stelt de Commissie een verplichting voor om het elektriciteitsverbruik tijdens bepaalde piekuren met ten minste 5 procent te verminderen. De lidstaten worden dan verplicht de 10 procent van de uren aan te wijzen waarin de verwachte prijs het hoogst is, en de vraag tijdens die piekuren te verminderen.
De Commissie stelt ook voor dat de lidstaten zich als doel stellen de totale vraag naar elektriciteit tussen nu en 31 maart 2023 met ten minste 10 procent te verminderen. Zij kunnen passende maatregelen kiezen om tot deze vermindering van de vraag te komen, met inbegrip van financiële compensatie. Een vermindering van de vraag op piekmomenten zou leiden tot een vermindering van het gasverbruik met 1,2 miljard m³ in de winter.
Tijdelijk inkomstenplafond
De Commissie stelt ook een tijdelijk inkomstenplafond voor ”inframarginale” elektriciteitsproducenten voor, namelijk technologieën met lagere kosten, zoals hernieuwbare energiebronnen, kernenergie en bruinkool, die elektriciteit aan het net leveren voor een prijs die lager is dan het prijsniveau dat door de duurdere “marginale” producenten is vastgesteld. Deze inframarginale producenten hebben uitzonderlijk hoge inkomsten gerealiseerd, met relatief stabiele operationele kosten, aangezien dure gascentrales de groothandelsprijs voor elektriciteit hebben opgedreven.
De Commissie stelt voor het inkomstenplafond voor de inframarginale producenten vast te stellen op 180 EUR/MWh. Daarmee kunnen producenten hun investerings- en exploitatiekosten dekken zonder afbreuk te doen aan investeringen in nieuwe capaciteiten die in overeenstemming zijn met de Europese energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050. De inkomsten boven het plafond zullen door de regeringen van de lidstaten worden geïnd en worden gebruikt om energieconsumenten te helpen hun rekeningen te verlagen.
De lidstaten die elektriciteit verhandelen, worden aangemoedigd om, in een geest van solidariteit, bilaterale overeenkomsten te sluiten om een deel van de door de producerende staat geïnde inframarginale inkomsten te delen ten behoeve van eindgebruikers in de lidstaat met een lage elektriciteitsproductie. Dergelijke overeenkomsten moeten uiterlijk op 1 december 2022 worden gesloten wanneer de netto-invoer van elektriciteit uit een buurland ten minste 100 procent bedraagt.
Solidariteitsbijdrage
Ten derde doet de Commissie een voorstel voor een tijdelijke solidariteitsbijdrage voor de overwinsten uit activiteiten in de olie-, gas-, steenkool- en raffinaderijsectoren waarop het inkomstenplafond voor de inframarginale producenten niet van toepassing is. Door deze in de tijd beperkte bijdrage zouden de investeringsstimulansen voor de groene transitie behouden blijven.
De bijdrage zou door de lidstaten worden geïnd op winsten van 2022 die met ten minste 20 procent zijn gestegen ten opzichte van de gemiddelde winst van de voorgaande drie jaar. De inkomsten zouden door de lidstaten worden geïnd en worden doorgeleid naar energieverbruikers, en vooral kwetsbare huishoudens, zwaar getroffen bedrijven en energie-intensieve industrieën. De lidstaten kunnen ook grensoverschrijdende projecten financieren in overeenstemming met de REPowerEU-doelstellingen, of een deel van de inkomsten gebruiken voor de gemeenschappelijke financiering van maatregelen om de werkgelegenheid te beschermen of investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie te bevorderen.
Uitbreiding toolbox voor energieprijzen
Als verdere interventie in de regels voor de elektriciteitsmarkt stelt de Commissie ook voor om de toolbox voor energieprijzen uit te breiden om consumenten te helpen. De voorstellen zouden voor het eerst de mogelijkheid bieden om onder de kostprijs gereguleerde elektriciteitsprijzen te hanteren en de gereguleerde prijzen uit te breiden tot kleine en middelgrote ondernemingen.
Meer informatie: