Europese Commissie publiceert jaarverslag 2020 over uitvoering van het EU-recht op nationaal niveau

Contentverzamelaar

Europese Commissie publiceert jaarverslag 2020 over uitvoering van het EU-recht op nationaal niveau

In het door de Europese Commissie goedgekeurde jaarverslag wordt beschreven hoe de Commissie in 2020 de toepassing van het EU-recht heeft gemonitord en dat recht heeft gehandhaafd. Ook beschrijft het verslag hoe de lidstaten op verschillende beleidsterreinen hebben gepresteerd en hoeveel nieuwe inbreukprocedures door de Commissie zijn ingeleid. Het verslag houdt ook rekening met de uitbraak van de COVID-19-pandemie. Er wordt uitgelegd welke maatregelen de Commissie heeft genomen om de rechten, vrijheden en bestaanszekerheid van mensen en bedrijven in de hele Europese Unie te beschermen.

Het gaat om het jaarverslag 2020 over de controle op de toepassing van het EU-recht (EN) en de bijlagen met een statistisch overzicht alsmede een factsheet over de monitoring van de 28 EU-lidstaten (EN). In het verslag wordt ook melding gemaakt van het feit dat de Europese Commissie in 2020 in totaal 903 nieuwe inbreukprocedures heeft ingeleid tegen EU-lidstaten. Dit is een stijging van 13 procent ten opzichte van 2019. Wat de lijst van het aantal nieuwe procedures wegens onjuiste omzetting of verkeerde toepassing van het EU-recht betreft, stonden Denemarken, Finland, Ierland en Nederland in 2020 onderaan en Bulgarije, Italië, Malta en Griekenland bovenaan. Met de term ‘lidstaten’ in het verslag wordt ook het Verenigd Koninkrijk bedoeld, nu tijdens de overgangsperiode als bedoeld in het Terugtrekkingsakkoord en die tot 31 december 2020 liep, het recht van de Europese Unie- met inbegrip van inbreukprocedures- van toepassing bleef op het VK.

Achtergrond

Naar aanleiding van een verzoek van het Europees Parlement brengt de Commissie sinds 1984 jaarlijks verslag uit over de controle op de toepassing van het EU-recht in het voorgaande jaar. Na het uitbrengen van dat verslag door de Commissie, neemt het Europees Parlement vervolgens een resolutie aan over het verslag van de Commissie.

De Europese Commissie geeft prioriteit aan problemen waarbij haar handhavingsmaatregelen werkelijk een verschil kunnen maken en voordelen opleveren voor burgers en bedrijven. Gezien de bevoegdheidsverdeling tussen de Europese instellingen is het de Commissie die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor het initiëren van het wetgevingsproces. De Raad en het Europees Parlement beslissen over de voorstellen van de Commissie. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de tijdige en correcte toepassing, uitvoering en handhaving van het EU-recht in hun nationale rechtsorde. De Commissie sluit de cirkel: zodra haar voorstellen zijn goedgekeurd en EU-recht zijn geworden, ziet zij erop toe dat de lidstaten dit recht correct toepassen en neemt zij maatregelen indien dit niet het geval is.

Het jaarverslag 2020

Het jaarverslag besteedt speciale aandacht aan het implementeren en handhaven van EU-recht tijdens een pandemie. Daarnaast besteed het verslag in vier speciale hoofdstukken aandacht aan: de Europese Green Deal, een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk, een economie die werkt voor mensen en het promoten van een Europese levenswijze

Handhaving van EU-recht tijdens de pandemie

Het verslag vermeldt dat doeltreffende handhaving van het EU-recht van belang is voor de Europese burgers omdat zij mede daardoor gebruik kunnen maken van de rechten en voordelen die het EU-recht biedt. Dit is nog duidelijker geworden tijdens de uitbraak van de COVID-19-pandemie, die een duidelijke impact had op de toepassing van het EU-recht. Zo voerden veel lidstaten unilateraal uitvoerbeperkingen in voor geneesmiddelen, beschermingsmiddelen en andere voor COVID-19 relevante producten. Waar nodig pakte de Commissie deze beperkingen aan met spoedeisende inbreukprocedures. Ook leidde de Commissie inbreukprocedures in tegen 11 lidstaten wegens het niet beschermen van de rechten van consumenten die pakketreizen kochten en geen passende compensatie ontvingen na annulering van hun reis wegens COVID-19. 

De Commissie heeft gezocht naar manieren om de lasten voor de lidstaten bij de behandeling van inbreukprocedures te verlichten, bijvoorbeeld door langere antwoordtermijnen toe te passen, maar benadrukt dat de correcte toepassing van het EU-recht van het allergrootste belang is, óók in tijden van crisis.

Prioritering van belangrijke beleidsterreinen voor Europeanen

De Commissie is blijkens het verslag ook in 2020 op alle beleidsterreinen strikt blijven waken over de toepassing van de EU-regels. In de eerste plaats op gebieden waar de impact op het dagelijks leven van burgers en bedrijven het grootst is, zoals milieu, mobiliteit en vervoer, en energie. De helft van alle nieuwe zaken speelde op deze beleidsterreinen. Zo ondernam de Commissie actie tegen lidstaten vanwege niet-naleving van het EU-recht op het gebied van schone lucht en schoon drinkwater, het recht van reizigers op terugbetaling van geannuleerde reizen en veilig vervoer.

Omdat samenwerking van belang is bij de handhaving van het EU-recht biedt de Europese Commissie de lidstaten door middel van sturing en dialoog actieve ondersteuning bij de uitvoering van het EU-recht. In dat kader publiceerde de Commissie in 2020 een aantal specifieke richtsnoeren voor de verschillende beleidsterreinen. Het jaarverslag noemt bijvoorbeeld die over EU-noodhulp bij grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van gezondheidszorg, gezondheid en veiligheid op het werk, passagiersrechten, luchtvaartveiligheid en een gecoördineerde economische respons op de COVID-19-uitbraak.

Terugdringing van te late omzetting van EU-richtlijnen door lidstaten

De Europese Commissie vindt het belangrijk dat de lidstaten Europese richtlijnen binnen de afgesproken termijnen in nationaal recht omzetten. Op die manier kunnen burgers en bedrijven ten volle gebruikmaken van de voordelen van het EU-recht.

Uit het verslag blijkt dat meer dan de helft van alle inbreukprocedures in 2020 te maken had met de te late omzetting van richtlijnen. Dat aantal is toegenomen van 406 in 2019 tot 599 in 2020. In de afgelopen vijf jaar was tot dusver 2016 het jaar met de meeste nieuwe zaken wegens te late omzetting (namelijk 847). De Commissie blijft lidstaten helpen bij de tijdige en correcte omzetting aan de hand van richtsnoeren, speciale websites en de uitwisseling van best practices tijdens vergaderingen van deskundigengroepen en workshops.

In de lijst van het aantal nieuwe zaken wegens te late omzetting in 2020 stonden het Verenigd Koninkrijk, Portugal, België en Cyprus bovenaan en Denemarken, Zweden, Ierland, Litouwen, Malta en Nederland onderaan.

Meer informatie
 

  • Persbericht Europese Commissie
  • Website Europese Commissie: achtergrondinformatie over jaarverslag 2020 en bijlagen
  • ECER-EU-essentieel: Inbreukprocedures
  • ECER-bericht: Europese Commissie onderstreept in jaarverslag de belangrijke rol van het EU-mededingingsbeleid tijdens het coronavirus (9 juli 2021)
  • ECER-bericht: Raad voor de Regelgevingstoetsing brengt jaarrapport 2020 uit (26 april 2021)
  • ECER-bericht: Aantal nieuwe inbreukprocedures in 2019 met meer dan 20 procent gestegen ten opzichte van 2018 (4 augustus 2020)