Europese Commissie stuurt Nederland aanmaning inzake aanbestedingsplichten openbaar vervoer per spoor

Contentverzamelaar

Europese Commissie stuurt Nederland aanmaning inzake aanbestedingsplichten openbaar vervoer per spoor

Nederland wordt door de Europese Commissie verzocht om te reageren op het besluit van eind 2023 tot rechtstreekse gunning van een concessieovereenkomst voor passagiersvervoer per spoor voor de periode 2025-2034 aan de NS. Volgens de Commissie had een concurrerende gunningsprocedure moeten plaatsvinden.

De Europese Commissie heeft op 13 maart 2024 besloten om Nederland een aanvullende aanmaningsbrief te sturen (INFR(2023)4011) wegens onjuiste toepassing van Verordening (EG) nr. 1370/2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (de PSO-verordening). Deze verordening voert gereguleerde concurrentie op de spoorwegmarkt in. Dergelijke concurrentie is van essentieel belang om reizigers tegen lagere kosten aantrekkelijker en innovatiever diensten te bieden, met behoud van de openbare dienstverleningstaak.

Op 14 juli 2023 stuurde de Commissie al een eerste aanmaningsbrief omdat Nederland had besloten de concessieovereenkomst voor passagiersvervoersdiensten per spoor van 2025 tot en met 2033 rechtstreeks te gunnen aan de gevestigde exploitant Nederlandse Spoorwegen (NS). Dit terwijl Nederland gebruik had moeten maken van een concurrerende gunningsprocedure. Ondanks de bezorgdheid van de Commissie is de opdracht op 21 december 2023 gegund.

Een extra punt van zorg van de Commissie betreft de reikwijdte van de openbare dienstverplichtingen die in dat contract zijn uiteengezet. Volgens de verordening zijn openbare dienstverplichtingen door een bevoegde instantie opgelegde verplichtingen om ervoor te zorgen dat een exploitant openbaar personenvervoer in het algemeen belang op zich neemt ook al is dit niet in zijn eigen commercieel belang. Volgens de Commissie heeft Nederland onvoldoende geanalyseerd welke vervoersdiensten door marktdeelnemers onder commerciƫle, open toegangsvoorwaarden kunnen worden verleend. Dit is in strijd met artikel 2, punt a), juncto artikel 2, punt e), van de PSO-Verordening.

Nederland krijgt nu twee maanden de tijd om te reageren en de tekortkomingen aan te pakken die de Commissie in de aanvullende aanmaningsbrief aan de orde heeft gesteld. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Meer informatie:
Inbreukenpakket Europese Commissie maart
ECER-EU-essentieel: Inbreukprocedures
ECER-dossier: Aanbestedingen
ECER-dossier: Vervoer