Europese Unie stelt schending en omzeiling van EU-sancties strafbaar
Nieuwsbericht | 29-04-2024
Achtergrond
De Europese Unie kan beperkende maatregelen (sancties) opleggen aan derde landen, entiteiten, rechtspersonen of natuurlijke personen. Deze maatregelen omvatten gerichte individuele maatregelen, dat wil zeggen gerichte financiële sancties (bevriezing van vermogensbestandsdelen) en inreisbeperkingen (reisverboden), alsmede sectorale maatregelen, zoals wapenembargo’s of economische en financiële maatregelen (bv. invoer- en uitvoerbeperkingen en beperkingen op de levering van bepaalde diensten).
Momenteel zijn er in de EU meer dan 40 regelingen voor beperkende maatregelen van kracht. Sommige daarvan dienen tot uitvoering van beperkende maatregelen van de Verenigde Naties (VN) en andere worden autonoom door de EU aangenomen. Naast regelingen voor landspecifieke situaties heeft de EU ook algemene regelingen vastgesteld die gericht zijn tegen de proliferatie en het gebruik van chemische wapens, cyberaanvallen, mensenrechtenschendingen en terrorisme. Beperkende maatregelen zijn bindend voor de lidstaten en voor alle personen of entiteiten die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen (EU-marktdeelnemers).
De Raad heeft naar aanleiding van een voorstel van de Europese Commissie van 25 mei 2022 (zie het ECER-bericht daarover) besloten de schending van beperkende maatregelen van de EU aan te merken als een vorm van criminaliteit die voldoet aan de criteria van artikel 83, lid 1 van het EU-Werkingsverdrag. De EU-wetgever werd daardoor bevoegd om een richtlijn vast te stellen op het gebied van de strafbaarstelling van schendingen van beperkende maatregelen, en de sanctionering daarvan. De Europese Commissie presenteerde op 2 december 2022 een voorstel voor een dergelijke richtlijn.
Na onderhandelingen over het voorstel is de richtlijn door de Raad en het Europees Parlement aangenomen. De richtlijn is op 29 april 2024 in het EU-Publicatieblad verschenen (Richtlijn (EU) 2024/1226). De richtlijn treedt op 19 mei 2024 in werking, en moet uiterlijk op 20 mei 2025 door de EU-lidstaten zijn omgezet in hun nationale recht.
Belangrijkste elementen van de richtlijn
De EU-lidstaten moeten ervoor zorgen dat schendingen van EU-sancties worden bestraft met doeltreffende en evenredige strafrechtelijke maatregelen. Opzettelijke schending van sancties kan leiden tot een gevangenisstraf. Daarnaast kunnen boetes worden opgelegd.
Rechtspersonen (dat wil zeggen ondernemingen) kunnen ook aansprakelijk worden gesteld wanneer een strafbaar feit is gepleegd door een persoon met een leidinggevende positie in de organisatie. Dat kan leiden tot uitsluiting van bedrijfsactiviteiten en intrekking van vergunningen en machtigingen voor de uitoefening van economische activiteiten.
Meer informatie: