Inbreukenpakket december: Nederland in drietal kwesties aangeschreven door Europese Commissie
Nieuwsbericht | 18-12-2024
Richtlijn beroepskwalificaties De Europese Commissie heeft op 16 december 2024 besloten een inbreukprocedure in te leiden door een aanmaningsbrief te sturen aan België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slovenië, Finland en Zweden wegens niet-nakoming van de EU-regels inzake beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG).
Met deze regels wordt het voor beroepsbeoefenaren gemakkelijker om hun diensten tijdelijk en incidenteel aan te bieden in verschillende lidstaten, terwijl consumenten en burgers toch de nodige bescherming genieten.
Bij wijze van uitzondering mogen lidstaten voor beroepen met implicaties voor de volksgezondheid of de veiligheid kwalificaties controleren voordat diensten mogen worden verricht. Die voorafgaande controles kunnen het opstarten van activiteiten aanzienlijk vertragen. Daarom mogen dit soort controles alleen onder strikte voorwaarden worden opgelegd, met name wanneer een gebrek aan beroepskwalificaties ernstige schade kan berokkenen aan de gezondheid of de veiligheid van de ontvangers van diensten. De Commissie is van oordeel dat deze 22 lidstaten ten onrechte voorafgaande controles eisen voor diverse beroepen die niet voldoen aan de voorwaarden om dit soort controles te mogen uitvoeren. Bij de handhaving heeft zij zich geconcentreerd op drie sectoren die van bijzonder belang zijn: de bouw, het vervoer en de zakelijke diensten.
Daarom heeft de Commissie een aanmaningsbrief aan de 22 lidstaten gestuurd. Deze landen hebben nu twee maanden de tijd om te reageren en de door de Commissie aan de orde gestelde tekortkomingen aan te pakken. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.
Vuurwapenrichtlijn De Europese Commissie heeft ook besloten een inbreukprocedure in te leiden door Malta (INFR(2024)2264) en Nederland (INFR(2024)2265) een aanmaningsbrief te sturen wegens het niet correct omzetten van de bepalingen van de vuurwapenrichtlijn (Richtlijn (EU) 2021/555). Nederland heeft Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2019/69 van de Commissie niet correct omgezet. De vuurwapenrichtlijn stelt gemeenschappelijke minimumnormen vast voor de verwerving, het voorhanden hebben en de commerciële uitwisseling van civiele vuurwapens, zoals vuurwapens die worden gebruikt voor sportschieten en de jacht. De regels maken het legale gebruik en verkeer van vuurwapens, essentiële onderdelen en munitie voor civiel gebruik binnen de EU mogelijk. Tegelijkertijd handhaaft de richtlijn hoge normen op het gebied van veiligheid en bescherming tegen strafbare feiten en illegale handel in vuurwapens. Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2019/68 van de Commissie bevat regels betreffende de markering van vuurwapens en essentiële onderdelen, zodat deze beter te traceren zijn en ze gemakkelijker veilig overbrengen te zijn. Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2019/69 van de Commissie stelt technische specificaties vast voor alarm- en seinwapens (die alleen losse munitie of irriterende stoffen afgeven) om te voorkomen dat deze illegaal worden omgebouwd tot dodelijke vuurwapens.
Malta en Nederland hadden tot 14 december 2019 de tijd om de vuurwapenrichtlijn om te zetten. De termijn voor de omzetting van de beide uitvoeringsrichtlijnen was 17 januari 2020. Daarom stuurt de Commissie Malta en Nederland een aanmaningsbrief. Deze landen hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden op de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.
Digitale dienstenverordening (DSA) De Europese Commissie heeft medio december besloten een aanmaningsbrief te sturen aan Bulgarije en een met redenen omkleed advies aan België , Spanje , Nederland (INFR(2024)2163) en Polen omdat deze landen in het kader van de digitale dienstenverordening (DSA) geen nationale digitale dienstencoördinatoren (DSC's) hebben aangesteld of hun de nodige bevoegdheden hebben verleend.
De lidstaten moesten tegen 17 februari 2024 een DSC aanwijzen en deze de nodige bevoegdheden verlenen. Een DSC is belast met het monitoren van de toepassing en de handhaving van de DSA bij dienstverrichters op hun grondgebied.
De Commissie stuurt Spanje en Nederland een met redenen omkleed advies voor het niet verlenen van de nodige bevoegdheden aan DSC's.
De lidstaten hebben nu twee maanden tijd om te reageren en de door de Commissie geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten Bulgarije een met redenen omkleed advies te sturen en België, Spanje, Nederland en Polen voor het EU-Hof te dagen.
Meer informatie: Inbreukenpakket december Europese Commissie ECER-EU-essentieel: Inbreukprocedures ECER-dossier: Erkenning beroepskwalificaties ECER-dossier: Buitenlands en Veiligheidsbeleid ECER-dossier: Digitalisering