Politiek akkoord bereikt over verordening verstorende buitenlandse subsidies
Contentverzamelaar
Nieuwsbericht | 01-07-2022
Het gaat om het voorstel van de Europese Commissie uit mei 2021 voor een Verordening betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren (COM (2021) 223) (zie ook dit ECER-bericht). Die verordening heeft betrekking op concentraties, inschrijvingen bij openbare aanbestedingen en alle andere marktsituaties, en zal bijdragen tot het oplossen van een lacune in de regelgeving op de EU-interne markt. Tot nu toe worden door overheden buiten de EU verstrekte subsidies nog grotendeels niet gecontroleerd, terwijl door de lidstaten toegekende subsidies nauwlettend worden gecontroleerd. De verordening vormt een aanvulling op de internationale inspanningen van de EU om in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) de subsidieregels te moderniseren.
Achtergrond
In maart
2019 verzocht de Europese Raad de Commissie om nieuwe
instrumenten te identificeren om verstorende effecten van
buitenlandse subsidies op de EU-interne markt aan te pakken.
In februari
2020 verzocht het Europees Parlement de Commissie om de
mogelijkheid te onderzoeken om een pijler toe te voegen aan
het EU-mededingingsrecht, waarin aan de Commissie passende
onderzoeksmiddelen worden gegeven ingeval een bedrijf
verstorend gedrag zou hebben vertoond ten gevolge van
overheidssubsidies of buitensporige winst zou hebben gemaakt
dankzij een dominante marktpositie in eigen land.
Vervolgens keurde de Commissie in juni 2020 een witboek over het tot stand brengen van een gelijk speelveld wat betreft buitenlandse subsidies goed. In mei 2021 kwam het voorstel voor de Verordening buitenlandse subsidies van de Commissie uit. Begin mei 2022 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan het voorstel.
De
Verordening buitenlandse subsidies
Volgens deze
verordening zal de Commissie bevoegd zijn om een onderzoek
in te stellen naar financiële bijdragen van
overheidsinstanties van niet-EU-landen (derde landen) die
ten goede komen aan ondernemingen die een economische
activiteit in de EU uitoefenen om de verstorende effecten
van die bijdragen ongedaan te maken. De Commissie krijgt
daarvoor drie nieuwe instrumenten: twee instrumenten die
gebaseerd zijn op aanmelding en een algemeen marktonderzoeksinstrument.
Meer specifiek bevat de verordening een aanmeldingsplicht voor ondernemingen betreffende:
- concentraties waarbij de overgenomen onderneming, een van de partijen bij de concentratie of de joint venture een EU-omzet van 500 miljoen euro of meer heeft en de transactie een buitenlandse financiële bijdrage ten minste 50 miljoen euro omvat;
- inschrijvingen bij openbare aanbestedingen waarbij de geraamde contractwaarde ten minste 250 miljoen euro bedraagt en de inschrijving een buitenlandse financiële bijdragen van ten minste 4 miljoen euro per derde land omvat.
Een dergelijke concentratie kan onder de verordening niet worden voltooid en het contract kan pas aan een onderzochte inschrijver worden gegund na goedkeuring door de Commissie. De Commissie kan aan ondernemingen die deze verplichting niet nakomen, boetes opleggen tot 10 procent van hun totale omzet. Tot slot kan de Commissie een gesubsidieerde concentratie of de gunning van de overheidsopdracht aan de gesubsidieerde inschrijver verbieden.
Daarnaast geeft de verordening de Commissie de bevoegdheid om op eigen initiatief alle andere marktsituaties te onderzoeken en een ad hoc-aanmelding te vragen voor kleinere concentraties en openbare aanbestedingen, als zij vermoedt dat er sprake kan zijn van een verstorende buitenlandse subsidie.
Onder de
verordening heeft de Commissie ruime bevoegdheden om de
nodige informatie voor haar onderzoek te vergaren, waaronder
het:
i) versturen van informatieverzoeken aan
ondernemingen;
ii) uitvoeren van feitenonderzoeken en
inspecties; en
iii) inleiden van marktonderzoeken naar
specifieke sectoren of soorten subsidies.
De Commissie
kan ook afgaan op marktinformatie die is verstrekt door
lidstaten, natuurlijke personen, rechtspersonen of verenigingen.
Als de Commissie van mening is dat er sprake is van een buitenlandse subsidie en dat die de EU-interne markt verstoort, kan zij indien nodig een afwegingstoets uitvoeren om ook rekening te houden met de positieve effecten van de subsidie. Als de negatieve effecten van de marktverstoring zwaarder wegen dan de positieve, kan de Commissie ondernemingen structurele of niet-structurele herstelmaatregelen opleggen om de verstoring te verhelpen, of deze aanvaarden als toezeggingen (bijvoorbeeld het afstoten van bepaalde activa of het verbod op een bepaald marktgedrag).
Hoe verder?
De
verordening treedt in werking zodra zij formeel door de Raad
en het Parlement is aangenomen en in het Publicatieblad is
bekendgemaakt. Zes maanden na de inwerkingtreding wordt zij
rechtstreeks toepasselijk in de hele EU. Negen maanden na de
inwerkingtreding van de verordening worden ook de
aanmeldingsverplichtingen van toepassing.
Meer informatie:
- Persbericht Europese Commissie
- Website van de Europese Commissie - overzichtspagina over buitenlandse subsidies
- ECER-dossier – Mededinging
- ECER-dossier – Staatssteun
- ECER-dossier - Aanbestedingen