Raad actualiseert aanbeveling voor screening op kanker
Nieuwsbericht | 23-12-2022
Op 9 december 2022 heeft de Raad een aanbeveling vastgesteld die betrekking heeft op een nieuwe EU-aanpak van kankerscreening. De vorige aanbeveling voor kankerscreening dateert uit 2003 en was beperkt tot borst-, baarmoederhals- en darmkanker. De focus wordt nu uitgebreid tot:
Wat baarmoederhalskanker betreft moet bij screening rekening worden gehouden met de individuele vaccinatiegeschiedenis tegen het humaan papillomavirus (HPV). HPV kan baarmoederhalskanker (en andere vormen van kanker) veroorzaken.
Bij borstkanker wordt, naast de mammografie voor vrouwen van 50 tot 69 jaar, voorgesteld de screening uit te breiden naar vrouwen tussen de 45 en 74 jaar.
Nadruk op uitvoering
Screening op kanker is één ding, maar die screening moet vergezeld gaan van adequate, tijdige en aanvullende diagnostiek en behandelingen voor personen met een positieve uitslag. Landen moeten ook rekening houden met de personele en financiële middelen en met hun capaciteiten op het gebied van gezondheidszorg.
Door de coronapandemie zijn programma's voor gezondheidsbevordering en -preventie en dus ook screening verstoord, wat negatieve gevolgen heeft gehad voor vroegtijdige diagnose en behandeling van kanker.
Voor- en nadelen van screening
Door screening kan kanker in een vroeg stadium, mogelijk zelfs voordat deze invasief wordt, worden opgespoord. Bepaalde laesies kunnen dan effectiever worden behandeld en de kans dat patiënten kunnen worden genezen, neemt toe.
Maar er zijn ook beperkingen en nadelen. Er kan sprake zijn van fout-positieve of fout-negatieve resultaten, van overdiagnose en overbehandeling en risico's die voortkomen uit de screening- en testmethoden.
Meer informatie: