Raad geeft groen licht voor Natuurherstelwet

Contentverzamelaar

Raad geeft groen licht voor Natuurherstelwet

De EU-verordening waarin de Europese Natuurherstelwet is vastgelegd omvat herstelmaatregelen die ervoor moeten zorgen dat in 2030 ten minste 20 procent van de land- en zeegebieden van de EU hersteld is, en in 2050 alle aangetaste ecosystemen.

Op 17 juni 2024 heeft de Raad de verordening natuurherstel formeel aangenomen. De verordening legt juridisch bindende streefcijfers en verplichtingen voor natuurherstel vast voor alle ecosystemen die op de bijbehorende lijst staan: van terrestrische systemen over mariene en zoetwater tot stedelijke ecosystemen. De verordening heeft tot doel de klimaatverandering en de gevolgen van natuurrampen te verzachten en moet de EU gaan helpen haar internationale milieutoezeggingen na te komen, in het bijzonder het mondiaal biodiversiteitskader van Kunming-Montreal dat is overeengekomen tijdens de VN-biodiversiteitsconferentie van 2022 (COP15) , en Europese natuur te herstellen.

Achtergrond
Op 22 juni 2022 stelde de Europese Commissie een verordening betreffende natuurherstel voor in het kader van de EU-biodiversiteits­strategie voor 2030 (COM(2022) 304, zie ook dit ECER-bericht)). Het voorstel maakte onderdeel uit van de Europese Green Deal. Meer dan 80 procent van de Europese habitats is er slecht aan toe en inspanningen uit het verleden hebben nog niet voldoende geholpen. Daarom bevat het voorstel voor de verordening niet alleen voor het eerst maatregelen om de natuur in stand te houden, maar ook te herstellen.

Nu de Raad de verordening heeft aangenomen, zal deze binnenkort

in het Publicatieblad van de EU worden bekendgemaakt en in werking treden. De verordening zal rechtstreeks toepasselijk zijn in alle lidstaten.

De Europese Commissie heeft aangegeven in 2033 de toepassing van de verordening en de gevolgen ervan voor de landbouw-, visserij- en bosbouwsector te zullen evalueren, evenals de bredere sociaal-economische effecten ervan.

De verordening natuurherstel
De verordening kent diverse doelstellingen:

De nieuwe regels zullen helpen de aangetaste ecosystemen in de land- en zeehabitats van de lidstaten te herstellen, de overkoepelende EU-doelstellingen op het gebied van klimaatmitigatie en -adaptatie te halen, en de voedsel­zekerheid te verbeteren.

De verordening vereist dat de lidstaten maatregelen nemen en uitvoeren om gezamenlijk, als EU-streefcijfer, tegen 2030 ten minste 20 procent van de land- en zeegebieden van de EU te herstellen.

De verordening gaat over verschillende terrestrische, kust-, zoetwater­, bos‑, landbouw‑ en stadsecosystemen, waaronder wetlands, grasland, bossen, rivieren en meren, en over mariene ecosystemen, waaronder zeegras-, spons- en koraalvelden.

Tot 2030 zullen de lidstaten bij de uitvoering van de herstelmaatregelen prioriteit geven aan Natura 2000-gebieden.

Met betrekking tot habitats die niet in goede toestand verkeren (zie de lijst in de verordening), zullen de lidstaten herstelmaatregelen nemen (minimaal 30 procent van de oppervlakte in 2030 en 90 procent in 2050).

EU-lidstaten moeten zich gaan inspannen om een aanzienlijke verslechtering van gebieden te voorkomen die een goede toestand hebben bereikt dankzij herstel en die de in de verordening opgenomen terrestrische en mariene habitats herbergen.


De verordening legt specifieke maatregelen op om de afname van de bestuiver­populaties tegen 2030 terug te draaien.

De verordening bevat specifieke eisen voor verschillende soorten ecosystemen, waaronder landbouw‑, bos‑ en stadsecosystemen.

De lidstaten zullen maatregelen nemen om 2 van 3 indicatoren te verbeteren: populatie van grasland­vlinders, voorraad organische koolstof in minerale bodems onder bouwland, en percentage landbouwgrond met landschaps­elementen met grote diversiteit. Andere belangrijke maatregelen zijn het vergroten van de populatie bosvogels en het vermijden van nettoverlies aan stedelijke groene ruimte en boomkroon­bedekking tot eind 2030.

De lidstaten moeten maatregelen nemen om ontwaterde veengebieden te herstellen en tegen 2030 op EU-niveau ten minste 3 miljard extra bomen te planten. Om tegen 2030 ten minste 25 000 km rivieren om te vormen tot vrij stromende rivieren, moeten lidstaten maatregelen nemen om door de mens veroorzaakte barrières voor de verbindingen van oppervlaktewateren weg te nemen.

Lidstaten moeten gaan vooruitplannen en nationale herstelplannen bij de Commissie indienen waarin ze uitleggen hoe ze de doelstellingen gaan verwezenlijken. Ze moeten ook toezicht houden op en verslag uitbrengen over hun vorderingen, op basis van EU-brede biodiversiteits­indicatoren.

Meer informatie:
Persbericht Raad
ECER-dossier: Klimaat en Milieu
ECER-bericht: Europees Parlement stemt in met voorstel voor nieuwe natuurherstelwet (6 maart 2024)