Rapport Europese Rekenkamer concludeert dat Europese klimaatdoelstellingen niet gehaald gaan worden
Nieuwsbericht | 27-06-2023
Het gaat om het Speciaal verslag 18/2023 “De klimaat- en energiedoelstellingen van de EU — De streefcijfers voor 2020 zijn verwezenlijkt, maar weinig wijst erop dat de maatregelen voor het bereiken van de streefcijfers voor 2030 volstaan” van de Europese Rekenkamer (ERK) dat sinds 26 juni 2023 beschikbaar is via de website van de ERK . Achtergrond Als antwoord op de klimaatverandering heeft de EU zich steeds ambitieuzere doelen gesteld om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, het gebruik van hernieuwbare energie uit te breiden en energie-efficiëntie te bevorderen. Volgens de EU-regels moesten de lidstaten hun nationale energie- en klimaatplannen indienen voor de periode 2021-2030.Uiterlijk 30 juni 2023 moeten de lidstaten bijgewerkte ontwerpplannen voorleggen waarin de ambitieuzere EU-doelstellingen worden weerspiegeld, die vervolgens medio 2024 volledig moeten zijn uitgewerkt. Dit controleverslag zal naar verwachting de Commissie helpen bij het beoordelen van de ontwerpplannen en de lidstaten ondersteunen bij de volledige uitwerking ervan. De EU heeft zich ertoe verbonden ten minste 30 procent van haar begroting voor de periode 2021-2027 aan klimaatactie te besteden, wat goed is voor zo’n 87 miljard euro per jaar. Het rapport In oktober 2022 meldde de Commissie dat de EU haar drie klimaat- en energiedoelstellingen voor 2020 had gehaald. Dit succes was volgens de auditors van de ERK niet alleen te danken aan de klimaatactie van de EU. Zij merken bijvoorbeeld op dat de EU-27 haar energie-efficiëntiestreefcijfer voor 2020 hoogstwaarschijnlijk niet zou hebben gehaald zonder het lagere energieverbruik als gevolg van de financiële crisis van 2009 en de coronapandemie. Toch geeft de beoordeling van de EU van haar groene prestaties geen duidelijkheid over de impact van externe factoren.
De auditors stellen een gebrek aan transparantie vast over de wijze waarop de EU-lidstaten hun bindende nationale doelstellingen bereikten via flexibele regelingen. Sommige EU-landen droegen minder bij dan verwacht en gebruikten andere middelen om hun doelstellingen te behalen, zoals het kopen van emissieruimte of aandelen hernieuwbare energie van andere lidstaten die hun streefcijfers hadden overschreden. De auditors vonden weinig informatie over de werkelijke kosten van het behalen van de doelstellingen voor de EU-begroting, de nationale begrotingen en de particuliere sector, noch over de acties die succesvol bleken. Dit maakt het volgens de auditors voor burgers en belanghebbenden moeilijk om te bepalen of de EU haar algemene doelen op een kosteneffectieve manier nastreeft en om lessen te trekken voor de komende doelstellingen voor 2030.
De auditors bevestigen dat de EU op het gebied van vermindering van broeikasgasemissies goed presteert in vergelijking met andere geïndustrialiseerde landen. De EU houdt volgens de auditors echter niet met al haar emissies rekening; deze zouden ongeveer een tiende hoger liggen als de door handel en de internationale lucht- en scheepvaart veroorzaakte uitstoot zou worden meegerekend.
Wat de toekomst betreft, stelt het rapport dat het zorgwekkend is dat er geen tekenen zijn dat er voldoende financiering beschikbaar zal worden gesteld om de ambitieuzere doelstellingen voor 2030 te halen, met name door de particuliere sector, die naar verwachting een aanzienlijke bijdrage zal leveren. De Commissie heeft ook gemeld dat het de EU-landen collectief aan ambitie ontbreekt bij het bereiken van het energie-efficiëntiestreefcijfer voor 2030. Sommige voorstellen om de streefcijfers voor 2030 verder te verhogen (met name de voorstellen Fit for 55 en REPowerEU) zullen leiden tot nog meer financieringsbehoeften. De voorstellen zijn ook gebaseerd op aannames die niet genoeg rekening houden met bekende problemen, zoals de energieafhankelijkheid van Rusland, of die uiteindelijk niet uitkomen zoals verwacht. Dit laatste is ook in eerdere controles al aan het licht gekomen. Een voorbeeld hiervan is de veronderstelling dat de EU-lidstaten bestaande maatregelen volledig zullen uitvoeren, wat vervolgens niet het geval blijkt te zijn.
Meer informatie: Nieuwsbericht Europese Rekenkamer ECER-dossier: Klimaat en Milieu