Staat van de Europese Unie 2021: debat met Tweede Kamer over Europese actualiteiten en prioriteiten
Nieuwsbericht | 02-07-2021
Dit jaar vond het jaarlijkse debat over de Staat van de Europese Unie 2021 plaats op 17 juni. Het debat ging tussen de Tweede Kamerleden, Nederlandse Europarlementariërs en demissionair minister-president Rutte en minister van Buitenlandse Zaken Kaag.
Voorafgaand aan het kamerdebat vond een Ronde Tafel discussie tussen de Tweede Kamer- en Europees Parlements-leden plaats. Dit initiatief volgde op het Staat van de EU-debat van vorig jaar, waar onder meer behoefte bleek aan enige afstemming voorafgaand aan het plenaire debat. Tijdens het ronde tafel gesprek werd nader kennisgemaakt tussen de vaste Kamercommissie voor Europese zaken en de deelnemende Europarlementariërs en kwamen onder meer het Herstelfonds, Sociaal Europa, klimaat, en de Conferentie over de toekomst van Europa aan de orde.
Tijdens het debat met de Tweede Kamer kwamen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde (zie onder ‘meer informatie’ het woordelijke verslag):
Aan het einde van het debat werd een aantal moties ingediend (genummerd 355663-13 tot en met 355663-29; zie het verslag voor de letterlijke tekst van de moties). Onder meer om het OESO-voorstel voor een minimumwinstbelastingtarief zo snel mogelijk om te zetten in een EU-richtlijn, over het in Europa pleiten voor een winstbelastingtarief van ten minste 21%, over het opheffen van de unanimiteit voor het Europese buitenlandbeleid en over het verzoek aan de regering om zich uit te spreken tegen de recente anti-lhbti-wetgeving van de Hongaarse regering.
Meer informatie: