T-569/25 X-GmbH
Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 8 oktober 2025 Schriftelijke opmerkingen: 24 november 2025
Trefwoorden: belastingaangifte, billijkheidsprocedure, goede trouw, winstmargeregeling, doeltreffendheidsbeginsel
Onderwerp: Richtlijn 2006/112 (btw-richtlijn): artikel 314.
Deze zaak draait om verzoekende vennootschap, die horloges koopt van een andere vennootschap, en deze daarna verder verkoopt. Na een belastingcontrole bleek dat de eerste verkoper van de horloges ten onrechte gebruikt had gemaakt van een winstmargeregeling. Hierdoor krijgt ook verzoeker een naheffing van de belastingdienst. Verzoeker stelt dat hij op grond van artikel 314 van de btw-richtlijn er op mocht vertrouwen dat aan de voorwaarden van de winstmargeregeling was voldaan. De goede trouw wordt in Duitsland in een afzonderlijke billijkheidsprocedure getoetst, in plaats van die beoordeling te doen bij de aanslagvaststelling. De Duitse rechter vraagt of artikel 314 btw-richtlijn en het doeltreffendheidsbeginsel zich tegen die praktijk verzetten.
Prejudiciële vraag: Staat artikel 314 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, rekening houdend met het doeltreffendheidsbeginsel, in de weg aan een nationale praktijk volgens welke de goede trouw van de wederverkoper met betrekking tot de naleving in een eerder stadium van de voorwaarden van de winstmargeregeling bij zijn leverancier, die op zijn facturen heeft vermeld dat hij de winstmargeregeling op de levering aan de wederverkoper heeft toegepast, slechts in aanmerking wordt genomen buiten de procedure tot vaststelling van de belasting, in het kader van een afzonderlijke procedure op billijkheidsgronden?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-624/15; C-374/16 en C-375/16; C-660/16 en C-661/16.
Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal