T-653/24 Accorinvest  

Contentverzamelaar

T-653/24 Accorinvest  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     11 februari 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     28 maart 2025

Trefwoorden: elektriciteitsnetwerk, indirecte belasting

Onderwerp:  Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns: artikel 1, lid 2.

Feiten:
Verzoekende partijen zijn de vennootschappen ‘Accorinvest’ en ‘Societé Générale’. Zij vorderen schadevergoeding van de verwerende partij, de minister van Economische Zaken, Financiën en Industriële en Digitale Soevereiniteit. Verzoekende partijen stellen dat de bijdrage die zij betalen in het transmissietarief voor elektriciteit niet in overeenstemming is met de Europese belastingregels, specifiek met richtlijn 2008/118. In cassatie stellen de verzoekende vennootschappen dat de bijdrage in het transmissietarief een indirecte belasting is die direct of indirect op het elektriciteitsverbruik wordt geheven, op grond van het feit dat in het (door verwerende partij uitgevoerde) decreet een wettelijk mechanisme is ingevoerd voor de doorberekening van de belasting aan de eindverbruiker. 

Overweging:
Artikel 1, lid 2 van richtlijn 2008/118 staat lidstaten toe om naast de minimumaccijns andere indirecte belastingen in te voeren waarmee specifieke doeleinden worden nagestreefd. De verwijzende rechter wil duidelijkheid of het transmissietarief een indirecte belasting vormt in de zin van deze richtlijn, rekening houdend met de manier waarop de belasting wordt berekend (namelijk los van de daadwerkelijk verbruikte hoeveelheid elektriciteit). 

Prejudiciële vragen:
1. Moet artikel 1, lid 2, van richtlijn 2008/118/EG aldus worden uitgelegd dat het bestaan van een wettelijk mechanisme voor de doorberekening van de belasting aan de eindverbruiker van een accijnsgoed op zichzelf impliceert dat er een rechtstreeks en onlosmakelijk verband bestaat tussen die belasting en het verbruik van dat goed en dat er derhalve sprake is van een andere indirecte belasting in de zin van artikel 1, lid 2, van richtlijn 2008/118/EG, ook al wordt die belasting berekend los van de daadwerkelijk verbruikte hoeveelheid van het goed? 

2. Moet artikel 1, lid 2, van richtlijn 2008/118/EG aldus worden uitgelegd dat een belasting als de bijdrage in het transmissietarief, die gebaseerd is op het vaste gedeelte van de tarieven voor het gebruik van de openbare elektriciteitsnetten – met uitsluiting van het variabele gedeelte van deze tarieven, het enige gedeelte dat afhankelijk is van de hoeveelheid verbruikte elektriciteit –, maar die verschuldigd is uit hoofde van de door verbruikers of hun leveranciers gesloten overeenkomsten voor toegang tot het net, een rechtstreeks en onlosmakelijk verband heeft met het elektriciteitsverbruik en derhalve moet worden beschouwd als een andere indirecte belasting in de zin van die bepaling?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-5/14 Kernkraftwerke Lippe-Ems GmbH

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal; EZ

Gerelateerde documenten