T-685/24 en T-686/24 Jelgratz e.a.
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).
Termijnen: Motivering departement: 18 februari 2025 Schriftelijke opmerkingen: 4 april 2025
Trefwoorden: tabaksproducten, vervoer accijnsgoederen, verwerving voor eigen behoeften Onderwerp:
- Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns: artikel 32; - Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns: artikel 32.
Feiten: T-685/24 Verzoekende partij is ‘A’. Op 6 augustus 2022 werd A bij de Duits-Poolse grensovergang gecontroleerd door ambtenaren van verwerende partij. Bij de controle werden 800 sigaretten met een Pools fiscaal merkteken aangetroffen. A verklaarde dat hij de sigaretten bij zich had voor een kennis, en later bleek dat hij de sigaretten aan zijn vader had willen schenken. Verwerende partij heeft een tabaksbelasting vastgesteld van 144 euro en de sigaretten in beslag genomen. A heeft beroep ingesteld tegen de belastingaanslag.
T-686/24 De feiten in deze zaak zijn vergelijkbaar met de zaken uit zaak T-685/24.
Overweging: T-685/24 De verschuldigdheid van tabaksbelasting hangt af van de uitlegging van het begrip ‘eigen behoeften’ uit artikel 32 van richtlijn 2008/118. Op grond van het nationale recht wordt onder ‘eigen behoeften’ ook verstaan het verkrijgen van tabaksproducten met de bedoeling deze over te dragen aan een andere persoon. Een accijnsvrije verwerving voor de eigen behoeften van de particulier die de tabaksproducten vervoert is daarmee op grond van het nationale recht uitgesloten. De verwijzende rechter vraagt zich af of deze uitleg wel verenigbaar is met de richtlijn, omdat in artikel 32 van de richtlijn bij het onderzoek naar de verwerving voor eigen behoeften rekening moet worden gehouden met de daar genoemde elementen. Volgens hem zijn de voorwaarden in het nationale recht onevenredig met die in de richtlijn.
T-686/24 De overwegingen van de verwijzende rechter zijn vergelijkbaar met die in zaak T-686/24.
Prejudiciële vragen T-685/24: 1. Moet artikel 32 (Verkrijging door particulieren) van richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van richtlijn 92/12/EEG (PB 2009, L 9, blz. 12-30) aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale uitlegging volgens welke er bij de verkrijging van tabaksproducten met de bedoeling om deze aan een andere persoon over te dragen, ook wanneer zulks om niet gebeurt, ongeacht de vervoerde hoeveelheid geen sprake kan zijn van „eigen behoeften”?
2. Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: Moet artikel 32 van richtlijn 2008/118 aldus worden uitgelegd dat het begrip „voor eigen behoeften” – de andere elementen, met name de hoeveelheid accijnsgoederen, in aanmerking genomen – wel geschenken aan naaste familieleden omvat, maar geschenken aan andere personen niet?
Prejudiciële vragen T-686/24: 1. Moet artikel 32 (Verkrijging door particulieren) van richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PB 2020, L 58, blz. 4) aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale uitlegging volgens welke er bij de verkrijging van tabaksproducten met de bedoeling om deze aan een andere persoon over te dragen, ook wanneer zulks om niet gebeurt, ongeacht de vervoerde hoeveelheid geen sprake kan zijn van „eigen behoeften”?
2. Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: Moet artikel 32 van richtlijn 2020/262 aldus worden uitgelegd dat het begrip „voor eigen behoeften” – de andere elementen, met name de hoeveelheid accijnsgoederen, in aanmerking genomen – wel geschenken aan naaste familieleden omvat, maar geschenken aan andere personen niet?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-5/05; C-87/20
Specifiek beleidsterrein: Fin-fiscaal