Twee laatste pijlers van wetgevingspakket Fit for 55 vastgesteld

Contentverzamelaar

Twee laatste pijlers van wetgevingspakket Fit for 55 vastgesteld

Met het door de Raad en Europees Parlement bereikte akkoord over vaststelling van de herziene richtlijn hernieuwbare energie en de ReFuelEU Luchtvaart-verordening beschikt de Europese Unie vanaf nu over juridisch bindende klimaatdoelstellingen voor alle belangrijke sectoren van de economie. De EU-wetgeving om de broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 procent te verminderen is daarmee volledig van kracht.

Het gaat om de op 9 oktober 2023 vastgestelde herziene richtlijn hernieuwbare energie (zie versie Europees Parlement (EP) en Raad uit september 2023) en de ReFuelEU Luchtvaart-verordening (zie versie EP en Raad september 2023). Tegelijk werd door de Europese Commissie een reeks Q&A uitgebracht over de diverse voorstellen (zie hierna).

Het hele Fit-for-55 wetgevingspakket, dat in juli 2021 door de Commissie werd ingediend (zie dit ECER-bericht), omvat:
- emissiereductiestreefcijfers voor een breed scala aan sectoren,
- een streefcijfer om  de capaciteit van natuurlijke koolstofputten te bevorderen (zie de Q&A van 9 oktober over een EU-verordening inzake de verdeling van de inspanningen en het bevorderen van de capaciteit van natuurlijke koolstofputten),  en
- een  geactualiseerd emissiehandelssysteem  om een emissieplafond en een prijs voor vervuiling vast te stellen en investeringen in de groene transitie en  sociale steun voor burgers en kleine bedrijven  te genereren. Ter waarborging van een  gelijk speelveld  voor Europese bedrijven, wordt er met het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie voor gezorgd dat ingevoerde goederen in bepaalde sectoren een gelijkwaardige koolstofprijs betalen. Het Fit-for-55-pakket werd bijgewerkt toen de Commissie begin 2022 in het REPowerEU-plan (zie dit ECER-bericht) meer ambitie op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie voorstelde als reactie op de Russische invasie van Oekraïne en om de energiezekerheid van Europa te vergroten.  Naar verwachting zullen de nettobroeikasgasemissies met het definitieve wetgevingspakket tegen 2030 met 57 procent afnemen .

De EU beschikt met het totaalpakket nu over  geactualiseerde streefcijfers voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Nieuwe vervuilende voertuigen kunnen zo tegen 2035 worden uitgefaseerd  en tegelijkertijd kan  de oplaadinfrastructuur en het gebruik van alternatieve brandstoffen  in het wegvervoer, de scheepvaart en de luchtvaart worden ge stimuleerd .

De uitvoering van de Fit for 55-wetgeving in de lidstaten kan dan ook van start gaan. In de nationale energie- en klimaatplannen, waaraan de lidstaten momenteel de laatste hand leggen, moet deze nieuwe wetgeving worden verwerkt en moet worden aangetoond hoe de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 op nationaal niveau zullen worden verwezenlijkt (zie ook de Q&A van 9 oktober over het afstemmen van het energiesysteem op de klimaatdoelstellingen).

De Europese Commissie zal een reeks dialogen aangaan met burgers en het bedrijfsleven over de uitvoering van de wetgeving inzake de Europese Green Deal-strategie uit december 2019. Naast de klimaatwetgeving (waaronder de Europese klimaatwet) worden de ontwikkeling en de uitvoering van de andere, complementaire pijlers van de Europese Green Deal voortgezet. De toezegging van de EU om haar netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met ten minste 55 procent te verminderen, is in december 2020 aan het Klimaatverdrag van de VN meegedeeld en vormt de bijdrage van de EU tot verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs (zie ook EU-Verordening inzake de verdeling van de inspanningen van april 2023 (ERS)). Het Europees Parlement en de Raad onderhandelen momenteel over uiteenlopende wetgeving met betrekking tot energie, de circulaire economie, verontreiniging en natuur.

Minder koolstof, een emissieprijs en investeren in mensen
Koolstofbeprijzing en een jaarlijks emissieplafond zorgen ervoor dat de vervuiler betaalt en dat de lidstaten inkomsten genereren die zij in de groene transitie kunnen investeren. Het herziene emissiehandelssysteem van de EU breidt koolstofbeprijzing geleidelijk uit tot nieuwe sectoren van de economie, met name vervoer, verwarmingsbrandstoffen en scheepvaart, om de emissiereducties in die sectoren te ondersteunen.

Met deze hervorming kunnen lidstaten nu 100 procent van hun inkomsten uit de emissiehandel besteden aan klimaat- en energiegerelateerde projecten en de sociale dimensie van de transitie (zie ook Richtlijn hervorming emissiehandelsysteem uit mei 2023). Met het  nieuwe Sociaal Klimaatfonds  (zie de EU-Verordening over Sociaal Klimaatfonds uit mei 2023) wordt 65 miljard euro vanuit de EU-begroting en  meer dan 86 miljard euro in totaal toegezegd om burgers en bedrijven te ondersteunen bij de groene transitie (zie de Q&A van 9 oktober 2023 over sociaal klimaatfonds en emissiehandelssysteem)

Met het nieuwe mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM, zie ook de Q&A uit juli 2023 hierover) wordt ervoor gezorgd dat  voor ingevoerde producten  in de betrokken sectoren  ook een koolstofprijs aan de grens wordt betaald . Dit is een waardevol instrument om wereldwijd emissiereducties te bevorderen en de EU-markt in te zetten om mondiale klimaatdoelen na te streven. Met dit mechanisme en het emissiehandelssysteem van de EU wordt het risico op “koolstoflekkage”, waarbij bedrijven hun productie uit Europa zouden verplaatsen naar landen met minder strenge milieunormen, verkleind.

Bevorderen van hernieuwbare energie en energie besparen
In het akkoord over de herziene richtlijn hernieuwbare energie wordt het  bindende streefcijfer van de EU voor hernieuwbare energie voor 2030 vastgesteld op minimaal 42,5 procent . Ook werd overeengekomen dat Europa ernaar zal  streven dat 45 procent van haar energiemix tegen 2030 uit hernieuwbare bronnen komt .

Wat de Richtlijn energie-efficiëntie uit september 2023 betreft, hebben Raad en EP overeenstemming bereikt over een nieuw EU-streefcijfer om de  energie-efficiëntie tegen 2030 met 11,7 procent te verbeteren . De lidstaten zullen van 2024 tot en met 2030 jaarlijks gemiddeld 1,49 procent moeten besparen. Het akkoord tussen Raad en EP bevat ook de eerste EU-definitie van “energiearmoede”. Lidstaten zullen  prioriteit moeten geven aan verbeteringen van de energie-efficiëntie bij mensen die energiearmoede kennen .

Investeren in schoon vervoer
Met de herziene verordening inzake CO2-emissienormen uit april 2023 zal worden gezorgd dat  alle nieuwe auto's en bestelwagens die in Europa worden geregistreerd tegen 2035 emissievrij zijn . Als tussenstap moeten de gemiddelde emissies van nieuwe auto's tegen 2030 met 55 procent dalen en die van nieuwe bestelwagens met 50 procent.

De nieuwe Verordening betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR) uit september 2023 kent bindende  streefcijfers   voor de uitrol van elektrische laadinfrastructuur en waterstoftankstations  langs Europese wegen. De toename van openbaar toegankelijke oplaadinfrastructuur voor auto's en bestelwagens moet gelijk opgaan met de toename van het aantal elektrische voertuigen. Zie ook de Q&A van 9 oktober inzake duurzame infrastructuur en duurzaam vervoer.

De ReFuelEU Luchtvaart-verordening bevat geharmoniseerde regels voor het  bevorderen van duurzame luchtvaartbrandstoffen , waarvan leveranciers van luchtvaartbrandstoffen steeds meer in de kerosine moeten bijmengen en aan luchthavens in de EU moeten leveren. De ReFuelEU Zeevaart-verordening van september 2023 bevordert het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen via  een streefcijfer voor de geleidelijke vermindering van de gemiddelde jaarlijkse broeikasgasintensiteit van de aan boord van schepen verbruikte energie .

Meer informatie:
Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier: Klimaat en Milieu
ECER-dossier: Energie