Wetgeving voor Europees Asielagentschap definitief vastgesteld
Nieuwsbericht | 03-01-2022
Het gaat om verordening 2021/2303 inzake het Asielagentschap van de Europese Unie. De verordening is op 30 december 2021 in het EU-Publicatieblad gepubliceerd.
Achtergrond
Het doel van het asielbeleid van de EU bestaat erin een gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) te ontwikkelen en tot stand te brengen. In een mededeling uit 2016 heeft de Commissie gebieden aangegeven waarop het GEAS structureel dient te worden verbeterd. De Commissie pleitte in die mededeling voor het opstellen van een nieuw mandaat voor het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (Engelse afkorting: EASO).
Het EASO werd opgericht bij verordening 439/2010 en is zijn werkzaamheden op 1 februari 2011 begonnen. Het EASO bevordert de praktische samenwerking tussen de lidstaten inzake asielgerelateerde aangelegenheden en ondersteunt de lidstaten bij het voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het GEAS. Het EASO biedt ook ondersteuning aan lidstaten waarvan de asiel- en opvangstelsels onder bijzondere druk staan.
Door de grootschalige en ongecontroleerde aankomst van migranten en asielzoekers in de EU zijn de structurele zwaktes van het GEAS aan het licht gekomen. Om de uitvoering en de werking van het GEAS te verbeteren moet onder andere het EASO verder worden ontwikkeld tot een volwaardig agentschap. Verordening 2021/2303 vormt het EASO om tot het Europees Asielagentschap, een volwaardig agentschap van de EU.
Taken van het Europees Agentschap
De taken van het Europees Agentschap worden in artikel 2 van verordening 2021/2303 opgesomd. Het gaat onder meer om de volgende taken:
1 Het faciliteren, coördineren en versterken van de praktische samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten inzake hun asiel- en opvangstelsels
Het Europees Asielagentschap moet nauw samenwerken met de voor asiel en immigratie verantwoordelijke nationale autoriteiten en andere relevante diensten, daarbij gebruikmakend van de capaciteit en de deskundigheid van die autoriteiten en diensten, alsook met de Europese Commissie. De lidstaten moeten samenwerken met het Asielagentschap om het in staat te stellen zijn mandaat te vervullen. Het Agentschap en de lidstaten moeten te goeder trouw handelen en tijdig en nauwgezet informatie met elkaar uitwisselen.
2 het organiseren van activiteiten en het coördineren van de inspanningen van lidstaten voor het opstellen van een gemeenschappelijke analyse van de situatie in landen van herkomst en richtsnoeren
Ter bevordering van de eenvormigheid bij de beoordeling van asielverzoeken moet het Asielagentschap samen met de lidstaten een gemeenschappelijke analyse over de situatie in specifieke landen van herkomst (de “gemeenschappelijke analyse”) en richtsnoeren ontwikkelen. De gemeenschappelijke analyse moet bestaan uit een beoordeling van de situatie in de betreffende landen van herkomst op basis van informatie over het land van herkomst. De richtsnoeren moeten gebaseerd zijn op een interpretatie van de door het Asielagentschap en de lidstaten ontwikkelde gemeenschappelijke analyse.
3 het ontwikkelen van operationele normen, indicatoren, richtsnoeren en beste werkwijzen met betrekking tot de uitvoering van het asielrecht door de lidstaten
Om te zorgen voor een hoge mate van uniformiteit met betrekking tot procedures voor internationale bescherming en opvangvoorzieningen, moet het Asielagentschap activiteiten ter bevordering van de correcte en doeltreffende uitvoering van het EU-recht inzake asiel organiseren en coördineren door middel van niet-juridisch bindende instrumenten. Daartoe moet het Agentschap operationele normen en indicatoren ontwikkelen, alsook richtsnoeren inzake asielkwesties. Het Agentschap moet de uitwisseling van beste werkwijzen tussen de lidstaten mogelijk maken en bevorderen.
4 het bieden van doeltreffende operationele en technische bijstand aan lidstaten, met name wanneer hun asiel- en opvangstelsels onder onevenredige druk staan;
Om de goede werking van het GEAS te faciliteren moet het Agentschap de lidstaten operationele en technische bijstand bieden, met name wanneer hun asiel- en opvangstelsels onder onevenredige druk staan. Dergelijke bijstand moet geboden worden op basis van een operationeel plan en door asielondersteuningsteams in te zetten. Asielondersteuningsteams moeten bestaan uit deskundigen die tot het eigen personeel van het Asielagentschap behoren, deskundigen van de lidstaten, deskundigen die de lidstaten naar het Agentschap hebben gedetacheerd of andere deskundigen die niet bij het Agentschap in dienst zijn en die beschikken over aantoonbare relevante kennis en ervaring die aansluit op de operationele behoeften.
Meer informatie: